donderdag 8 februari 2018

Uitgelezen: Eén jaar met Trump. Brief aan Ine Roox.

Beste Ine,
 
Ik wilde Amerika begrijpen.  Ik wilde Trump begrijpen.  Of neen, dat laatste wil ik herformuleren.  Ik wilde begrijpen hoe Trump tot het hoogste ambt is kunnen opklimmen.  Het laatste jaar stelde ik vast dat ik met stijgende verbazing naar de Verenigde Staten keek.  Ik begreep het niet.  Met open mond keek ik naar wat gebeurde.  Ik trachtte alles te plaatsen.  Dat bleek onmogelijk.  Mijn kennis was ontoereikend.  Ik moest aan de slag.  Ik las Nee is niet genoeg van Naomi Klein.  Dat was een begin.  Een goed begin.  Toch moest ik verder.  Mijn kennis diende uitgediept te worden.
 
In u meende ik een gids gevonden te hebben.  Het afgelopen jaar was u correspondent voor De Standaard in Amerika.  De cruciale momenten van het voorbije jaar hebt u als ooggetuige beleefd.  U moest kunnen duiden.  U moest kunnen verklaren.  Dat hoopte ik.  Daarom las ik uw recentste boek, Eén jaar met Trump.  Ik hoopte dat u met antwoorden zou komen.  Dat uw antwoorden mij verder zouden brengen dan al te gemakkelijke platitudes.  Want om tot een helder debat/begrip te komen, moeten we verder kijken dan veralgemeningen.  U zou mij die helderheid aanreiken.
 
Een eerste verklaring voor de verkiezingszege van Donald Trump zou kunnen zijn dat tweeënveertig procent van de kiezers niet ging stemmen.  Dit weekend zag ik de laatste aflevering van Wanderlust.  Daarin praatte Alicja Gescinska met Lesley Hazleton.  Daarin opperde Hazleton dezelfde bemerking.  Zij stelde dat velen in hun afkeer voor Hillary Clinton beslisten thuis te blijven.  Zij weigerden hun handen vuil te maken.  Trouw te blijven aan hun ‘heilige’ principes.  Terecht stelde zij dat de handen soms moeten vuil gemaakt worden om erger te voorkomen.  Ondermeer die koppigheid heeft Donald Trump in het Witte Huis gebracht.
 
Een andere, nieuwe groep ging dan weer wel stemmen.  Zij, die vroeger bij verkiezingen thuis bleven, gingen nu wel stemmen.  Donald Trump richtte zich tot die Amerikanen.  Hij vertaalde hun angst in heldere slogans.  Hij voelde hun angst voor het socialisme en ging tekeer tegen Obamacare.  Hij voelde hun angst voor globalisering en beloofde hen de handelsverdragen op te blazen.  Hij voelde hun angst voor immigratie en zei een muur te bouwen aan de grens met Mexico.  Hij voelde hun angst voor geweld en pleitte voor law and order.  Hij voelde hun angst voor banenverlies en beloofde jobs naar Amerika terug te brengen.  Deze Amerikanen voelden zich in de steek gelaten.  Donald Trump plaatste die kiezers niet in het verdomhoekje.  Hij noemde die kiezers niet deplorable zoals Hillary Clinton deed.  Hij deed hen opnieuw dromen.  Misschien beseften zij wel dat de verkiezingsbeloftes leeg en vals waren maar zij gaven de voorkeur opnieuw te kunnen dromen.
 
Angst valt niet enkel waar te nemen bij de kiezers van Donald Trump.  Ook aan de andere kant heerst angst.  Vooral na de overwinning van Trump.  Migranten zonder papieren, moslims, jonge vrouwen, zwarten, … kijken met een zwaar gemoed naar de toekomst.  Zij vrezen een hardere aanpak.  Een terugval in het emancipatieproces.  
 
Het gekke is dat die angst het land verdeelt in plaats van verenigt.  Het land valt uiteen in twee kampen, waarin eenieder zijn eigen grote gelijk verdedigt.  Iedereen trekt zich terug in dat kamp van het grote gelijk.  Gelijkgestemden zoeken elkaar op.  Zij groeperen zich.  In vriendenkringen.  In wijken.  In de media.  Een grens wordt getrokken.  Het debat wordt niet meer gevoerd.  Het ene kamp draait zich weg van het andere.  Het compromis lijkt verder weg dan ooit.
 
Niemand lijkt die kampen te kunnen samenbrengen.  In uw boek doet u een poging.  Als buitenstaander meent u de rol van bruggenbouwer te kunnen spelen.  U laat beide kampen aan het woord.  U stelt vragen.  U confronteert.  U tracht te ontmaskeren.  U doet datgene wat niemand meer lijkt te lukken in Amerika.  Gewoon, eenvoudig praten.  Gewoon, eenvoudig luisteren.  U peilt naar het geloof in de gemaakte verkiezingsbeloftes.  Naar de geloofwaardigheid.  Beide kampen mogen hun zegje doen.  U praat over de rassenkwestie.  Over Obamacare en Medicaid.  Over werkgelegenheid.  Over het verdwijnen en/of heropleven van industrieën.  Over abortus en vaccinatie.  Over wapens en geweld.  U laat de kiezers aan het woord.  Hun verhalen vult u aan met cijfers.  Met vaststellingen.  Met resultaten uit gevoerde onderzoeken.  Met niet te ontkennen feiten.  U tracht zo tot het grotere geheel te komen.  Het grotere geheel, waarin de lezer antwoorden kan vinden.  Het grotere geheel, waaruit meer begrip kan groeien.
 
Het geschetste beeld zou tot pessimisme kunnen leiden.  Een lezer zou de toestand als somber en weinig hoopgevend kunnen ervaren.  Voorlopig heerst er een crisissfeer in de twee dominerende partijen.  De Republikeinen zijn verdeeld over Trump.  De Democraten lijken nog altijd niet te snappen waarom Clinton verloor.  Die crisissfeer verlamt.  Toch hebt u op uw reis ook positieve signalen opgevangen.  Signalen, die doen hopen op een positieve uitkomst.  De laatste maanden hebben we kunnen zien dat Trump toenadering zoekt tot de Democraten.  Dat hebben we gezien in het dossier van de Dreamers.  Dat hebben we gezien in het dossier van het tijdelijk optrekken van het schuldplafond.  We stellen vast dat de figuur en de ideeën van Bernie Sanders niet meer weg te denken zijn.  We zien hoe heel waarschijnlijk de Democraten meer in die richting zullen opschuiven.  Er wordt nagedacht over het systeem van de verkiezingen.  Zo wordt gepraat over open voorverkiezingen zonder de noodzaak tot registreren.  In het land schieten allerhande actiecomités uit de grond.  Zij organiseren het verzet en lijken uit te groeien tot een links georiënteerde Tea Party.  Bovendien lijken ook de kiezers van Trump zich politiek te engageren.  Zij zullen Trump afrekenen op zijn verwezenlijkingen.  Op het breken of nakomen van zijn verkiezingsbeloftes.  Die grotere betrokkenheid kan een positief effect hebben.
 
U laat zien dat Donald Trump het eindproduct is van een lang proces.  Hij komt niet zomaar uit de lucht vallen.  Ergens mochten we het wel verwachten.  Alleen wisten we niet wanneer dat zou gebeuren.  Verbaasd stellen wij nu vast dat het vorig jaar gebeurde.  In Nee is niet genoeg vertelde Naomi Klein dat een overtuigende kandidaat enkel kans heeft als hij de drie crises benoemt: het neoliberalisme, de economische ongelijkheid en de klimaatverandering.  Ik meen in uw boek eenzelfde analyse te mogen lezen.  Tussen de regels door.
 
Ik hoopte dat u mij met uw boek antwoorden zou aanreiken.  Dat hebt u gedaan.  Op een onderbouwde en overtuigende wijze.  Ik meen nu alles iets beter te begrijpen.  Ik meen nu dat de Verenigde Staten niet langer dat gekke land is.  Integendeel.  Ik meen nu dat de Verenigde Staten onderhevig is aan politieke ontwikkelingen, die wij ook op het Europese continent ontwaren.  Misschien met dat ene verschil dat in Amerika alles wordt uitvergroot.  Dat alles preciezer onder het vergrootglas wordt bekeken.  Omdat Amerika een spelverdeler was (is) op het politieke wereldtoneel.  Daarom kijken wij met grote ogen naar de recente gebeurtenissen.  Daarom voelen we ons betrokken partij.
 
Beste Ine.  Ik wil u danken voor dit verhelderende boek.  Voor dit heldere en begrijpelijke boek.  Het was mij een waar genoegen dit boek te kunnen lezen.
 
Met vriendelijke groeten.

1 opmerking:

  1. Beste Wim Backx, bedankt voor deze mooie brief. Ik ben blij dat ik een begin van een antwoord kon bieden op je vele vragen over de Verenigde Staten. Door een domme handeling met mijn email ben ik je bericht in mijn email-inbox kwijtgespeeld. Daarom reageer ik publiek, op je blogpost. Bedankt voor je reactie en vriendelijke groeten, Ine Roox

    BeantwoordenVerwijderen