donderdag 4 januari 2018

Uitgelezen: De maakbare baby. Brief aan Petra De Sutter en Eline Delrue.

Beste Petra,
Beste Eline,
 
Ik wil eerlijk zijn met jullie.  Brieven vragen om eerlijkheid.  Brieven bieden die vertrouwelijkheid.  Vertrouwelijkheid kan enkel gedijen in een eerlijke sfeer.  Vandaar.  Vrienden zullen vreemd opkijken als ik hen vertel dat ik De maakbare baby heb gelezen.  Het zijn vrienden.  Zij kennen mij.  Zij kennen mij goed.  Zij weten dat ik geen kinderen heb.  Zij kennen mijn beweegredenen.  Bij hen hoef ik mij niet te verschonen.  Bij hen hoef ik niet te zoeken naar excuses.  Zij begrijpen mij.  Net daarom zijn het vrienden.  Zoals ik al zei, ik heb geen kinderen.  Ik zou dus buiten het doelpubliek vallen van jullie boek.  U zou mij als een outsider kunnen beschouwen.  Toch ben ik dat niet.  Ik had zo mijn redenen om uw boek te lezen.  Ik had er drie.
 
Vooreerst is er mijn kinderwens.  Of juist het gebrek aan die kinderwens.  U zou zich de vraag kunnen stellen of ik ooit die vraag naar kinderen bij mijzelf heb gesteld.  Dat heb ik gedaan.  Mijn zoektocht was kort.  Al snel kwam ik er achter dat ik geen kinderen wou.  Om vele redenen.  Die zal ik niet vertellen.  Het zou ons te ver brengen.  Ik wil bij jullie boek blijven.  Dat is het onderwerp van de brief.  Niet ik.  Mijn snelheid van antwoord maakte mij nieuwsgierig naar de zoektocht van anderen.  Bij anderen is er juist wel die wens maar is net het realiseren van die wens een hobbelige weg.  Soms zijn zoektochten niet altijd helder en duidelijk.  
 
Dan was er dat artikel in De Standaard.  Onlangs las ik dat in een lab huidcellen van een man of vrouw kunnen uitgroeien tot zaad- of eicellen waarmee zijn of haar kinderen kunnen verwekt worden.  Datzelfde artikel ging dieper in op dat onderzoek en belichtte de ethische vraagstukken hieromtrent.  Ik las dat artikel.  Ik fronste met de wenkbrauwen.  Dit onderzoek maakt deel uit van het maatschappelijk debat.  Het blijft niet beperkt tot de labo’s.  Tot de interne kring van wetenschappers.  Het staat middenin de maatschappij.  De maatschappij moet hierover nadenken.  Diezelfde maatschappij moet deel hebben aan dit debat.  Ik dus ook.  Maar om deel te hebben, moet een lid van de maatschappij geïnformeerd zijn.  Ik moest dus aan de slag.
 
Toen ik mijn moeder vertelde over uw boek gaf zij die ene opmerking.  Zij stelde zich de vraag hoe ver de wetenschappers zullen gaan.  Het schrikbeeld van blauwe ogen en blond haar volgde op die ene vraag.  Ik kon haar angst niet wegnemen.  Ik kon haar niet geruststellen.  Nog niet.  Ik was nog niet onderlegd in de materie.  Ik zat nog zelf met vragen.  Vragen die voorlopig onbeantwoord bleven.  Alweer besefte ik dat ik op zoek moest.  Op zoek naar antwoorden.
 
Bovenstaande redenen brachten mij naar uw boek.  Ik las uw boek.  Ik las over geassisteerde voortplanting.  Over oogsten en plukken.  Ik las over draagmoederschap.  Over baarmoedertransplantatie.  Ik las over nieuwe gezinsvormen.  Over het recht op voortplanting.  Ik las over eicellen invriezen en over embryoselectie.  Ik las vele en moeilijke woorden.  Woorden, die ik voordien nauwelijks gehoord had.  Ik ontdekte een nieuw vocabularium.  Ik stapte een nieuwe wereld binnen.  Ik stapte een nieuw debat binnen.  Een debat, waar ik voordien buiten stond.  Waar ik geen deel in had.  Ik ontdekte dat het debat volop woedde.  Dat vele stemmen een aandeel hadden in dat debat.  Niet enkel wetenschappers.  Ook ethici.  Ook politici.  Ook filosofen.  Al die stemmen hoorde ik in uw boek.  Maar niet enkel die stemmen hoorde ik.  Ik hoorde stemmen van vaders en moeders.  Van mensen die op zoek waren of zijn naar een mogelijkheid hun kinderwens te realiseren.  Ik hoorde Eva en Bas.  Ik hoorde Linda, Lieke en Gijs.  Ik hoorde Lies, Wout en Inge.  Lindsay en Filip.  Elisa en Lili.  Daniëlla.  Miek en Peter.  Ik hoorde Indra en Christoff.  Die stemmen vertaalden de theorie naar de praktijk.  Zij concretiseerden het debat.  Zij maakten het debat tastbaar.
 
Ik besef nu hoe mooi een kinderwens kan zijn.  Hoeveel pijn het kan doen als die wens enkel een wens blijft.  Als die wens geen realiteit wordt.  Ik begrijp nu hoe wetenschappers de vragen van al die (wens)ouders trachten te beantwoorden.  Net omdat zij zich ten volle bewust zijn van die pijn.  Van dat gemis.  Ik besef nu dat zij in hun zoektocht naar antwoorden steeds werken binnen een streng, ethisch kader.  Dat zij zich ten volle bewust zijn dat iets niet noodzakelijk moet omdat het ook kan.  Dat zij zelf vragende partij zijn naar internationale richtlijnen.  Naar wetgeving.  Ik besef dat er een spanningsboog bestaat tussen voorzichtige en enthousiaste wetenschappers.  Maar dat net die spanning zorgt dat de wetenschap traag vooruitgaat.  Met kleine stapjes.  Niet met rasse schreden.
 
Ik las een interessant boek.  Bovenal las ik een warm boek.  Een geruststellend boek.  Ik las een boek waarin menselijke warmte en wetenschappelijke kennis en inzicht op een voortreffelijke manier worden gecombineerd.  Ik las een boek, waarvan ik nu weet dat mijn moeder het ook zou moeten lezen.  Omdat het haar angst zal wegnemen.  Omdat het haar schrikbeeld zal uitvagen.  Ik las een boek over wetenschappers, die zichzelf vragen stellen.  De nodige vragen.  De juiste vragen.  Ik zag hoe nu algemeen aanvaarde behandelingen eenzelfde proces van verzet en tegenstand moesten doorlopen als de nieuwe innovaties, die zich nu reeds aandienen of waarmee men nu experimenteert.  Innovaties, die nu misschien controversieel klinken maar later ook als evident zullen beschouwd worden.  Dat proces van controversieel naar evident moet begeleid worden.  Ik besef nu dat dit gebeurt.  In een helder proces.  In een duidelijk debat.  Met aandacht voor het kind.  Voor het belang van het kind.  Met respect voor de (wens)ouders.  Ik besef nu dat niet elke vraag naar een kind ook eindigt met een kind.  Net dat besef doet mij stilstaan bij de bestaande pijn en vaak ook teleurstelling.  Dat besef beroert mij.  Ontroert mij.
 
Beste Petra.  Beste Eline.  Jullie schreven een boek, dat ik heel waarschijnlijk nooit zou gelezen hebben.  Toch heb ik het gedaan.  Omdat ik zo mijn redenen had.  Ik weet nu dat ik blij ben dat ik het toch gedaan heb.  Omdat het, zoals ik al zei, een warm en menselijk boek is.  Met die prestatie wil ik jullie feliciteren.  Voor dit boek wil ik jullie bedanken.  Omdat ik besef dat ik een rijker mens ben.  Een begrijpender mens.
 
Daarom, van harte bedankt.
 
Met vriendelijke groeten.

Info:
Afwerking: Paperback
Aantal pagina's: 240
Afmetingen: 240x170
Verschijningsdatum: 13/09/2017
EAN: 9789401443432
Nur-code: Specialistische geneeskunde: algemeen
Uitgever: Academia Press
Druk: 1

Geen opmerkingen:

Een reactie posten