Beste Rodaan Al Galidi,
Hoe ik talent voor het leven kreeg? Het leven schijnt een geschenk te
zijn, dat wordt gezegd. Uit de titel van
uw boek meende ik te mogen afleiden dat u zich hierin hebt bekwaamd. Dat u zich onderscheiden hebt. Om die reden verwachtte ik een hoopgevend
boek. Een boek met raadgevingen. Om zelf tot een goed en volwaardig leven te
komen. Dat was niet echt goed gedacht
van mij. Een mens kan zich al eens
vergissen. Ik dus ook. Uw boek bleek iets anders te zijn. Iets helemaal anders.
In uw boek doet u verslag van uw verblijf in een
asielzoekerscentrum. Kortweg AZC
genoemd. U getuigt wat er achter die
drie letters verscholen zit. Want u was
een ingezetene. U was een bewoner. Ik wist al een beetje wat ik mocht verwachten. In het verleden las ik Problemski Hotel van
Dimitri Verhulst. Dat boek was een
aanzet. Een begin. Ondanks de literaire kwaliteiten van dat
boek, bleef de auteur een buitenstaander.
U niet. U zat er middenin. Zoals ik al zei, u was een bewoner. Dat maakt uw verhaal anders. Echter.
Intenser.
U ontdoet die drie letters van zijn nutteloze verpakking. U neemt de verhullende vermomming weg. Wat rest is de essentie. De naaktheid van de feiten. U stelt het AZC gelijk met het langste
wachten van uw leven. Het leven in het
centrum staat on hold. U vergelijkt het
centrum met een bushalte of treinstation.
Enkel met dat ene verschil. Aan
een bushalte stopt ooit een bus, die de reiziger oppikt. Aan een treinstation stopt ooit een trein,
die de reiziger oppikt. Dat gebeurt niet
in het centrum. Het centrum is
stilstand. Een begraafplaats voor
levende lijken, zo noemt u het. Dat is
pijnlijk.
Ik las uw boek. Ik voel de
pijn. In die mate dat ik mij wil
verontschuldigen tegenover u. Ik
verontschuldig mij voor de weg die u moest afleggen. Irak, Jordanië, Thailand, Maleisië, Thailand,
Laos, Vietnam, Nederland, Duitsland, Nederland, Noorwegen, Nederland. Europeanen zouden deze wereldreis kunnen
ervaren als een manier om zichzelf te vinden.
U niet. Voor u is deze reis pure
noodzaak. Noodzakelijk om eindelijk
vrijheid te vinden. Te ervaren. U bent geen toerist. U bent vluchteling. Een vluchteling op zoek naar een manier om
eindelijk mens te worden. U wenst
eindelijk die angst af te leggen. Die
voorzichtigheid weg te gooien.
Ik wens mij te verontschuldigen voor dat brute onthaal op
Schiphol. Voor uw eerste kennismaking
met een beleid dat dwingt tot hardheid.
Tot kilheid. Menselijkheid lijkt
verboden. Nochtans, het kan anders. Dat mocht u ervaren in Noorwegen. Daar voelde u hoe het ook kan. Asielzoekers kunnen met begrip tegemoet
getreden worden. In Nederland was het
anders. U had in Noorwegen willen
blijven. Dat kon niet. Dublin stak hier een stokje voor.
Ik wens mij te verontschuldigen voor de vele regeltjes. Een teveel aan onnodige regeltjes. Een teveel aan absurde straffen. Terecht schrijft u dat Irak, uw vaderland,
gevaarlijk is voor uw lichaam terwijl Nederland een gevaar betekent voor uw
geest. Het willekeurige en niet
consequente gebruik van die regeltjes pleegt een aanslag op uw geest. Die dagelijkse verplichting zich te melden
maakt een mens gek. Omdat het tot niets
dient.
Ik wens mij te verontschuldigen voor de verwachtingen, die gecreëerd
maar niet of nauwelijks ingelost worden.
U zegt dat de hoop gedood wordt in het centrum. Diezelfde hoop had u nochtans gered van
oorlogen, rampen en ellende. Eens in
Nederland wordt die levensreddende hoop u afgenomen. Uw eindeloze wachten doet u uw geloof
verliezen. Uw geloof in liefde, vrede,
rust en toekomst. U rest enkel te
wachten. Wachten. Wachten.
Wachten. Enkel slapen kan dat
proces heel even stilleggen. Enkel via
die slaap kan u slechts tijdelijk ontsnappen aan het AZC.
Ik wens mij te verontschuldigen voor uw gevoel behandeld te worden als
een hond. Een gelijke behandeling blijkt
geen recht te zijn. De asielzoeker is
altijd de schuldige. Hij moet zich
aanpassen. Moet gehoorzaam en onderdanig
zijn. In uw boek stelt u dat
asielzoekers de Nederlanders hun zorgeloosheid doen verliezen. Die vaststelling doet u besluiten dat het
prettiger is in het AZC dan op de Nederlandse straat. Een harde, pijnlijke vaststelling.
Ik wens mij te verontschuldigen voor de oneerlijkheid bij
asielprocedures. Voor de laakbare houding
van pro deo advocaten. Voor een te
moeilijke toegang tot medische behandeling.
Voor de zelfmoorden in het centrum.
Voor de onmogelijkheid afscheid te nemen van uw overleden vader. Voor …
Voor …
U ontvluchtte de oorlog in Irak.
Een oorlog, die alles verandert.
Zelfs een opgroeiend kind. Zelfs
een volwassen vader. U vluchtte om niet
te moeten dienen als soldaat. U
ontvluchtte een land. Een kooi. Want als u de grens van uw eigen land enkel
kan oversteken weggestopt tussen schapen, mag dat land een kooi genoemd
worden. Dat alles ontvluchtte u. Daarom kwam u naar Nederland. Om in Nederland te leven. Eindelijk te leven.
Negen jaar lang diende u te wachten.
Een generaal pardon, dat als bewijs moet dienen voor een failliet
beleid, bracht u verlossing. Terecht
stelt u dat die veel te lange wachttijd een bewuste strategie is. De willekeur en vele vertragingsmaneuvers
zijn enkel bedoeld om anderen buiten te houden.
Dat schrijft u. Dat bewijst u.
Beste Rodaan Al Galidi. Ik las
uw boek. Uw aanklacht. U verzacht die aanklacht met een gezonde
dosis humor. Maar net in die humor
klinkt uw kritiek het hardst. Net die
humor stelt alles helder en duidelijk.
Ik las uw noodzakelijk boek. Uw
verontrustende aanklacht. Ik begin te
begrijpen hoe u talent voor het leven kreeg.
Dat moet niet evident geweest zijn.
Enkel koppigheid en volharding kan u zo ver gebracht hebben. Ik wens u te danken voor uw boek. Voor uw getuigenis. Ik wens u een gelukkig en vol leven toe. Als mens.
Als schrijver. Dat wens ik u van
harte toe.
Met vriendelijke groeten.
Info:
ISBN 978 94 91921 41 4 | 397 pag. | NUR 301| paperbackeditie | € 15,-
| Uitgeverij Jurgen Maas/EPO distributie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten