donderdag 14 december 2017

Uitgelezen: De drager. Brief aan Jan Vantoortelboom.

Beste Jan,
 
Drie jaar terug had ik u een brief willen schrijven.  Ik had één van uw vorige boeken, Meester Mitraillette, gelezen.  Ik was onder de indruk.  In die mate dat ik meende een brief te moeten schrijven.  Om u te danken voor het leesplezier, dat u mij schonk.  Want dat boek was goed.  Laat mij daar meteen aan toevoegen dat voorgaande beschrijving een understatement is.  Dat boek moest gelezen worden.  Dat meende ik oprecht.  Helaas.  Die brief kwam er niet.  Dat verzuim betreur ik.
 
Onlangs las ik uw nieuwste roman, De Drager.  Bij aanvang beloofde ik mezelf niet meer die fout te maken.  De brief zou geschreven worden.  Althans, dat zou gebeuren als het boek goed was.  Pas dan zou ik aan het klavier gaan zitten.  Pas dan zou ik mijn brief uittikken.  Momenteel zit u mijn brief te lezen.  Dat hoop ik toch.  U weet dus al dat ik het boek goed vond.  Alweer is dat een understatement.  Uw boek is een vijfsterrenboek.  In het culinaire wereldje bestaan vijf sterren niet.  In het literaire wereldje wel.  In uitzonderlijke gevallen worden vijf sterren toegekend.  Uw boek is een uitzonderlijk geval.  Uw boek verdient die quotering.
 
U bent een verhalenverteller.  Dat klinkt als een belediging.  Het lijkt aan te leunen bij praatjesmaker.  Totentrekker, zoals ook wel eens wordt gezegd.  Toch is het geen belediging.  Integendeel.  Het is een van de fraaiste complimenten.  Verhalen moeten verteld worden.  Als dat niet meer gebeurt, lijkt het einde van de wereld in zicht.  Verhalen vragen om mannen en vrouwen, die het vakmanschap beheersen.  Verhalen vertellen is een ambacht.  Een ambacht, dat om verfijning vraagt.  Om expertise.  Om eeuwigdurend geduld.
 
U beheerst het métier.  Als een smid last uw twee verhaallijnen samen tot één verhaal.  Aan de ene kant staat Bruno, een bioloog.  Aan de andere kant staat Nicolas, werkzaam in de computertechnologie.  Zij komen samen in Miko.  De zoon van Bruno.  Het petekind van Nicolas.  Bruno en Nicolas hebben een gemeenschappelijk verleden.  Ooit waren zij buren.  Jeugdvrienden.  Nu staan zij in het grote leven.  Het echte leven.  Zij hebben nog contact.  Zij houden nog contact.  Nog altijd zijn de verhoudingen hetzelfde.  Bruno is de leider.  Nicolas is de volger.  Doorheen de jaren is dit niet gewijzigd.
 
Nicolas zit in Wenen voor een opdracht.  In een hotel moet Nicolas een fout opsporen in een door hem ontworpen computersysteem.  Hij ontdekt dat er sabotage in het spel is.  Hij wordt dwarsgezeten.  Onverwachts krijgt hij hulp van Bruno.  Beide vrienden gaan samenwerken.  Om de saboteur te ontmaskeren.  Om hem of haar voetje te lichten.  In een razendsnel tempo stormen we af op de finale.  Een verrassende finale.  Of toch weer niet.  Wel een finale met een verrassende getuige.  Of toch weer niet.  Wat er ook gebeurt, u bepaalt het tempo van de finale.  U bepaalt de wendingen.  U bent de dirigent.  De protagonisten reageren op de bewegingen van uw baton, het dirigeerstokje.  
 
Uw roman verwordt tot een thriller.  Een whodunit.  Toch is het meer dan enkel dat.  Veel meer.  U slaagt er in doorheen het verhaal vele thema’s te doen binnensluipen.  Interessante thema’s.  Bruno is een bioloog.  Een fervent aanhanger van survival of the fittest.  Zijn gedachten kruiden het boek.  Gedachten, die tot nadenken stemmen.  Gedachten, die de wenkbrauwen doen fronsen.  We horen echo’s over het debat rond de maakbare mens.  De designerbaby.  Dat alles vinden wij terug in uw boek.  Als lezer moeten we niet enkel meehollen in die razende finale.  Als lezer moeten we ook bij de les blijven.  Alert zijn en onze eigen houding tegenover de aangebrachte onderwerpen bepalen.
 
Kleinere overpeinzingen weeft u evenzo door het verhaal.  Over de geschiedenis.  Eén van uw protagonisten laat u zeggen dat niet de grote namen de geschiedenis hebben mogelijk gemaakt maar wel de kleine mannen.  Voorwaar een interessante stelling.  U laat uw gedachten ook gaan over de rol van de vader.  Over de dominantie.  Over de dierenwereld.  Over de zwermtechnologie.  Over voortplanting en de onderdrukking van de vrouw.  Over de evolutietheorie.  Zoals ik al zei, uw roman is zo veel meer.  Uw boek daagt uit.  Stemt tot nadenken.
 
Behalve die gedachten, deed uw boek nog iets anders.  Uw boek bracht mij in contact met een wereld, die ik onvoldoende ken.  De dierenwereld.  Jawel, ik heb gekeken naar Planet Earth.  Een meesterwerk van David Attenborough.  Na het lezen van uw boek moet ik tot de vaststelling komen dat vele beestjes mij totaal onbekend zijn.  De houtwormkever.  De veldparelmoervlinder.  De auerhoen.  Het Hiccul-paard.  De appelbloesemkever.  Het beerdiertje.  Voorwaar, een nieuwe wereld ging open voor mij.
 
U schreef een vijfsterrenroman.  Dat heb ik al gezegd.  Maar dergelijke beweringen mogen herhaald worden.  Moeten herhaald worden.  Uw boek voert de lezer naar een finale, die hem verweesd achterlaat.  Alhoewel de lezer een vermoeden kan hebben hoe het boek zal eindigen, spookt dat einde toch nog een tijdje door het hoofd van de lezer.  Zelfs dagen na het lezen van het boek.  Omdat de lezer zoekt naar enig begin tot begrip voor het gebeurde.  De lezer twijfelt.  Dat gevoel is akelig.  Is vreemd.  Alsof de lezer schrik heeft bij zichzelf enig begrip te ontdekken.
 
Beste Jan, ik wil u danken voor deze mokerslag.  Voor dit wondermooie boek.  Ik kijk nu al uit naar uw volgende.
 
Met vriendelijke groeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten