dinsdag 9 januari 2018

Mooie liedjes: Falling Man. Brief aan Lode Sileghem, Paul Van De Velde, Sander Van den Broecke en Sven De Potter.

Beste Lode,
Beste Paul,
Beste Sander,
Beste Sven,
 
Wat moet een mens doen op de terugvlucht naar Brussel als alle vakantielectuur gelezen is? Met die vraag zat ik op het vliegtuig vanuit Verona.  Mijn gekozen vakantieboek, Vertel me het einde van Valeria Luiselli, had ik uit.  Die enkele artikels uit Knack had ik allemaal gelezen en verwerkt.  Mijn leesvoer was verorberd.  Dat hoeft niet te verbazen.  Ik was vertrokken met een grote leeshonger.  Dan kan het snel gaan.  Zelfs zo snel dat ik op de terugvlucht niks meer te lezen had.  Verveling dreigde.  Anderhalf uur knikkebollen, een weinig vreugdevol vooruitzicht.  Gelukkig was er mijn vriendin.  Zij bracht redding.  Zij bracht de oplossing.  Zoals wel vaker gebeurt.  Van verveling zou geen sprake zijn.  Ik zou niet knikkebollen.  Zij gaf mij de Humo.  Ik kon aan het werk.
 
Ik deed wat ik altijd doe met een weekblad of krant.  Ik bladerde.  Ik zocht de dingen die ik wilde lezen.  De dingen, die ik zou kunnen lezen.  Indien ik nog tijd had.  Zo gaat het altijd.  Enkel zo kan ik een inschatting maken van wat mij te wachten staat.  Het maakt mij rustig.  Ik las de dingen die ik wilde lezen.  Ik had nog tijd.  We waren nog niet geland.  We hingen nog in de lucht.  Ik begon aan de rest.  Die dingen, die ik zou kunnen lezen.  Ik botste op een artikeltje.  Een heel kort interview, waarin een muzikant gevraagd wordt naar zijn favoriete muziek.  De favoriete muziek voor een zaterdagavond.  Voor een zondagmorgen.  De favoriete muziek onder de douche.  Dat lees ik graag.  Omdat ik altijd wel op zoek ben naar muzikale ontdekkingen.  Ontdekkingen, die mij vaak wegvoeren van de platgetreden paden.  Dat maakt muziek interessant.  Boeiend.
 
In dat artikel werd aan één van jullie gevraagd naar zijn favorieten.  Ik weet niet meer wie het was.  Dat kan ik u niet meer zeggen.  Jullie zullen het wel nog weten.  Wat ik wel nog weet, is de naam van jullie groep.  Falling Man.  Die naam bleef hangen bij mij.  Om meerdere redenen.  U werd een Gentse groep genoemd.  Ik ben van Gent.  Dat schept een band.  Wat mij nog nieuwsgieriger maakte, was die bekentenis van de Humo redacteur.  In dat artikel schreef hij ter inleiding dat hij nu al drie weken lang naar slechts één album luisterde.  Eén album had zijn volle aandacht.  Dat was uw meest recente album, Ghost.
 
Ik sloeg die gegevens op in mijn hoofd.  Regelmatig herhaalde ik die gegevens in mijn hoofd.  Ik mocht het niet vergeten.  Dat mocht geenszins gebeuren.  Falling Man uit Gent.  Dat herhaalde ik vele keren.  Als een mantra.  Bijna raakte ik in trance.  Enkel de landing haalde mij terug naar de realiteit.  Toen het vliegtuig de Brusselse tarmac raakte, schrok ik wakker.  Ik was in Brussel.  Ik moest naar huis.  Naar Gent.  Ik moest op onderzoek.  Ik moest kennismaken met uw groep.  Dat is wat ik wilde.  Toch moest die kennismaking even wachten.  Het nieuwe jaar was net begonnen.  Dan moet ik naar familie.  Naar vader en moeder.  Naar broers en zus.  Naar tante.  Die dag moest ik hen het beste wensen.
 
De wensen waren overgebracht.  Ik kon voor mijn computer gaan zitten.  Wat ik daar zag, heeft mij blij gemaakt.  Wat ik daar zag, heeft mij diep geraakt.  Ik zag niet de grootvader van Prince die ergens een kerkdienst leidde.  Ik zag en hoorde de kleinzonen van Hank Williams.  Van David Bowie.  Van Captain Beefheart.  Van Wire.  Van Smokey Robinson.  Van The Fall.  Van Sonic Youth.  Vergeef mij deze stamboom.  Ik heb deze van uw website geplukt.  U zou mij kunnen verdenken van gemakzucht.  Dat is het niet.  Ik wil enkel aangeven waar u de mosterd vandaan haalt.  Waar u uw inspiratie vindt of hebt gevonden.  
 
Ik raakte onder de indruk van uw verslavende beat.  Mij overkwam wat de Humo redacteur is overkomen.  Ik luisterde enkel en alleen naar Ghost.  Uw album werd mijn metgezel.  Mijn reisgezel.  Uw muziek bepaalde mijn hartslag.  Bepaalde mijn ritme.  Mijn levensritme.
 
Ik luisterde.  Ik luisterde opnieuw.  En opnieuw.  En opnieuw.  En …In mij groeide dat verlangen.  Dat intense verlangen.  Ik wil jullie live aan het werk zien.  Want dat is waar jullie muziek om vraagt.  Een podium.  Een publiek.  Uw muziek moet bulderen.  Razen.  Jullie moeten stormen.  Schreeuwen.  Wij moeten springen.  Stampen en duwen.  Al die dingen moeten samenkomen op een concert.  Op een festival.  Daar wil ik heen.  Daar moet ik heen.  Het kan.  Dat heb ik gezien.  Op zestien maart staan jullie in het Gentse Trefpunt.  Ik wil er zijn.
 
Nog één ding moet ik jullie bekennen.  Zelden of nooit lees ik de Humo.  Wat ben ik blij dat mij op het vliegtuig die ene Humo werd aangereikt.  Door mijn vriendin.  Zij zette mij op weg naar jullie.  Voortaan zal ik jullie volgen.  Ik heb jullie ontdekt.  Nooit nog zal ik jullie lossen.
 
Beste Lode.  Beste Paul.  Beste Sander.  Beste Sven.  Ik weet niet precies wat ik jullie moet wensen maar ik wens het jullie allemaal.  In overvloed.  Het gaat jullie goed.
 
Met vriendelijke groeten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten