Beste Colin,
Beste Bjorn,
Beste Mathieu,
Beste Lennart,
Beste Levy,
Beste Maarten,
Beste Femke,
Metal! Metal? Jawel, metal. Dat
ene woord zou vroeger volstaan hebben om met een grote boog om die muziek heen
te wandelen. Ik bleef weg van dat soort
muziek. Dat soort muziek viel buiten
mijn bereik. Ik moet denken aan de
woorden van mijn vader. Telkens hij
Raymond van het Groenewoud op de radio hoort, maakt hij die ene opmerking. Telkens merkt hij op dat Raymond een roeper
is. Een schreeuwer. Een zanger zal hij Raymond nooit noemen. We moeten telkens lachen om die
opmerking. Wij oordelen anders. Hebben een andere mening over Raymond. Toch gebruik ik zelf die woorden. Zonder enig voorbehoud. Zonder schroom. Ik gebruik die woorden om metal te
duiden. Ik kom niet verder in een poging
die muziek te omschrijven. Lawaai, zo
omschrijf ik het.
Ik zou mij kunnen opsluiten in mijn grote gelijk. Maar soms wordt een mens gedwongen buiten
zijn comfortzone te treden. Door
omstandigheden kan dat wel eens gebeuren.
Ik zelf werd onlangs ook gedwongen die confrontatie aan te gaan. Nieuwgierigheid was mijn drijfveer. Ik las de commentaren over uw nieuwste
album. Die waren unaniem lovend. De Morgen.
Humo. De Standaard. Dansende beren. Enola.
Cutting Edge. In geen van die
recensies las ik één negatief woord.
Integendeel. Uw nieuwste album
werd door één ieder beschouwd als een van de betere albums van het voorbije
jaar. Het betere album kan ik niet
zomaar links laten liggen. Dat moet
gehoord worden. Dat moet beluisterd
worden. Ik moest aan de slag. Aan het werk.
Ik zou naar Mass VI luisteren.
Die eerste luisterbeurt was niet evident. Ik moest een drempel over. Ik moest de muur, die ik had opgetrokken
tussen mij en metal, slopen. Een stevige
sloophamer was hiervoor noodzakelijk. Ik
luisterde. De aanvankelijke neiging uw
muziek te omschrijven als lawaai diende ik te onderdrukken. Dat had ik in het verleden gedaan. Dat mocht ik nu niet doen. Ik moest mij openstellen. Enkel dan zou ik kunnen oordelen. Gebeurde dat niet, dan zou ik verstikt raken
in mijn vooringenomenheid. Gebeurde dat
niet, dan zou ik blijven steken in veralgemeningen. Dat mocht niet gebeuren. Dat wilde ik niet. Ik deed een inspanning. Een zware inspanning. Die zware inspanningen waren noodzakelijk om
mij uit mijn comfortzone te halen.
Zonder inspanningen geen mooiere wereld.
Dat is wat ik dacht.
Het gebeurde niet meteen. Het
gebeurde slechts heel geleidelijk. Heel
geleidelijk ging ik uw muziek begrijpen.
Lawaai werd muziek. Ik schermde
mij niet meer af. Ik liet alles
binnenkomen. Binnenstromen. Lange tijd had ik gedacht dat enkel in stilte
en ingetogenheid de grootste schoonheid kan schuilen. Dat is niet zo. Dat maakte u duidelijk. In uw muziek ging ik een emotionele gelaagdheid
ontwaren. U deed mij van hoop naar
wanhoop hollen. Van licht naar
donkerte. Ik ontdekte dat er zelfs in
schreeuwen schoonheid kan schuilen. Dat
er in die schreeuwerige schoonheid gradaties schuilen. Die liet u mij ontdekken.
Ik stapte door de door u gecreëerde wall of sound. Ik stapte uw wereld binnen. Ik ontdekte een wereld, waarin onzekerheid
heerst. Eenzaamheid. Pijn.
U stelt zich kwetsbaar op. Dat
voelde ik. Dat hoorde ik. Een dergelijke ervaring had ik niet
verwacht. Diepzinnigheid had ik niet
verwacht. Toch was het dat wat ik
ervaarde. Geen stoere
manneputtertjes. Wel onzekere zoekers. Ik ontdekte muzikanten, die via hun muziek
antwoorden zochten op eigen onzekerheden.
Ik luisterde één keer. Twee
keer. Drie keer. Vele malen luisterde ik. Ik kon uw muziek niet meer loslaten. Ik ging mij schamen voor mijn
vooroordelen. Om mijn
vooringenomenheid. Ik liet uw muziek
knallen. Schallen. Niet stilletjes luisterde ik. Stilte is niet wat uw muziek vraagt. Ik draaide de volumeknop open. Met een lach op mijn gezicht. Met tintelende oogjes. Want intussen wist ik het. Dit was geen lawaai. Dit was muziek. Een symfonie.
U bracht mij naar een genre, waarvan ik voordien ver weg bleef. Ik achtte mij een te brave jongen. Ik achtte mij een jongen, waarvoor die muziek
niet gemaakt was. Ik was niet ruig. Ik was niet stoer. Ik was niks van dat alles. Daarom bleef ik weg. Tot enkele weken terug. Dan heeft dat brave jongetje een grote stap
gezet. Dat brave jongetje heeft zijn
zevenmijlslaarzen aangetrokken. Om een
meesterwerk te ontdekken. Een
meesterwerk. Een bron van energie.
Beste Colin. Beste Bjorn. Beste Mathieu. Beste Lennart. Beste Levy.
Beste Maarten. Beste Femke. Ik keer vaak terug. Vaak reis ik naar uw wereld. Om daarin een tijdje te vertoeven. Om daarin nog maar eens te beseffen dat er
slechts één soort muziek bestaat. Goede
muziek. Zoals de uwe.
Ik wens jullie alle succes.
Met vriendelijke groeten.
Videoclip:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten