Beste Stijn,
Het zou een moeilijke avond worden.
Met die gedachte kwam ik dinsdagavond naar de Gentse Minard. Vanwaar die gedachte? Die vraag zou u mij
gesteld hebben indien wij elkaar achteraf gesproken hadden aan de toog van een
Gents cafeetje. Gentse cafeetjes, de
mogelijkheden zijn legio. U zou mij die
vraag stellen. Ik zou antwoorden. Ik ben een welopgevoede jongen. Ik weet dus dat vragen beantwoord moeten
worden. Zo werkt nu eenmaal het sociale
spelletje. Ik zou u vertellen van mijn
schoonbroer. Hij had de voorstelling
gezien. Hij was bijzonder kritisch. Nu laat ik mij niet snel beïnvloeden. Ik ben niet alleen een welopgevoede
jongen. Evenzo ben ik een onafhankelijk
denkend man. Desondanks bleef de kritiek
hangen in mijn hoofd. Dat alles zou ik u
vertellen aan die toog.
Terwijl wij samen aan die toog stonden en ons laafden aan die typische
Gentse biertjes, zou ik u nog meer vertellen.
Ik zou u vertellen dat mijn vrees onterecht was. Dat die gedachten voor niks nodig waren. Smaken en kleuren verschillen. Dat wordt wel eens gezegd als blijkt dat over
één ding twee of meerdere meningen bestaan.
Zo is het ook met uw voorstelling.
Ik had een andere mening dan mijn schoonbroer. Bijna leek het alsof ik een andere
voorstelling gezien had. Bij mij was u
geslaagd in uw opzet. U had mij
meegenomen in uw verhaal. Het verhaal,
dat één politiek jaar omvat.
Het zou een lange avond worden aan die Gentse toog. We zouden samen terugblikken op de voorbije
voorstelling. Ik zou u zeggen dat ik uw
verontwaardiging op vele punten deel. Op
bijna alle punten. Neen, niet op bijna
alle punten. Op alle punten deel ik uw
verontwaardiging. Tijdens de
voorstelling knikte ik meerdere keren instemmend. Dat zou ik u vertellen. Jawel, aan die toog. Ik knikte instemmend als u het had over de
pensioenhervorming. Over de kwakkelende
communicatie van minister Bacquelaine. Ik
was volledig mee in uw analyse van het Zomerakkoord. Hoe u heel precies ontleedde dat het Zomerakkoord
lege windowdressing was en is. Ik lachte
als u het had over het onvoldragen concept van de boskaart. Over het rekenvermogen van onze minister van
Financiën. Ik lachte (groen) als u het
had over de afkoopwet. Over de niet te
ontkennen invloed van de diamantsector op het wetgevend werk. Ik lachte als u het had over de moeilijke
zoektocht om die grijze donderwolk van Arco te laten overwaaien.
Bijna ging ik rechtop staan als u het had over Geert Bourgeois en
Louis Tobback. U vertelde hoe zij hun
inkomen als minister-president en burgemeester aanvulden met een pensioen. Louis Tobback ontvangt een parlementair
pensioen. Geert Bourgeois ontvangt een
pensioen als schepen. Met dergelijke
feiten heb ik het bijzonder moeilijk. Ik
kan maar niet begrijpen dat politici niet snappen dat bepaalde dingen niet
kunnen. Hun excuus dat de wetgeving hen
die mogelijkheid biedt, aanvaard ik niet.
Net als u dat niet doet. Na deze
heldere uiteenzetting van uwentwege ging ik neerzitten. Maar ik veerde opnieuw op. Toen u het had over Maya Detiège. Haar verhaal greep u aan om aan te tonen dat
politici maar niet begrijpen hoe bevoorrecht zij zijn. Zij lijken maar niet te begrijpen dat zij
voor hun job (terecht) goed betaald worden.
Dat maakt mij boos. Net als u
word ik boos hierover.
U stelt zich terecht vragen bij de kunst van het communiceren. Hierin kunnen onze politici best enige hulp
gebruiken. U laakt het
aankondigingsbeleid. Het aankondigen van
maatregelen, die later herroepen worden, is verworden tot een olympische
discipline. Net als het aankondigen van
maatregelen, waarvan het nut al meteen in vraag gesteld wordt. Deze regering toont zich hierin heer en
meester. U illustreert rijkelijk. Met tal van voorbeelden. Ben Weyts.
John Crombez. Joke Schauvliege. Daniel Bacquelaine.
We hebben samen goed gelachen aan die Gentse toog. Dat zouden wij gedaan hebben. Bijna gaan we uit elkaar. Maar net voor ik u omarm en afscheid neem,
wil ik toch nog iets kwijt. Over dat
fantastische einde. Over frituren. Over politiek. Over de gelijkenissen tussen beide. Mooier kon dat einde niet zijn. Anderhalf uur hebt u gefulmineerd. U hebt wild in het rond geschoten. Neen, u hebt niet wild in het rond
geschoten. Dat zou al te zeer lijken
alsof u uit uw nek stond te lullen. Dat
was het niet. U hebt uw doelen
uitgekozen. Die doelen hebt u
geraakt. Het ene doel één enkele
keer. Het andere doel meerdere keren. Dat alles hebt u anderhalf uur gedaan. Op een onderhoudende wijze. Aan het eind lijkt u wat gas terug te
nemen. U lijkt begrip te vragen. Begrip voor dat vreemde ambacht van
politicus. Met die lichte mildheid neemt
u afscheid van het publiek.
Dat Gentse cafeetje is dinsdagavond geen werkelijkheid geworden. We hebben elkaar niet ontmoet. Daarom wend ik mij tot deze vorm van
communiceren. In een brief wil ik mijn
ervaringen vertellen. Mijn ervaringen
met Tirade 2.017. Ik schrijf u een brief omdat goede dingen
moeten gezegd worden. Moeten geloofd
worden. Bewieroken moet kunnen. Zeker als ik een fijne avond beleefde.
Beste Stijn. Ik dank u voor dit
heldere betoog. Dit verhelderend
overzicht. Ik dank u voor deze
confronterende avond. Want dat is wat u
bovenal doet. U confronteert niet enkel
de politicus met zijn keuzes. Met zijn
gevoerde beleid. Net zozeer confronteert
u het publiek met zijn keuzes. Met zijn
gemakzucht en onverschilligheid. Jawel,
ik lach. Maar tegelijk besef ik hoe we
alles maar blijven slikken. Hoe we de
stomste excuses toch blijven aanvaarden.
Dat besef komt misschien nog het hardst binnen. Ongemakkelijk fiets ik huiswaarts. Ongemakkelijk maar met de gedachte aan een steengoede
voorstelling, die wakker schudt.
Ik wens u het allerbeste. Ik
wens u alle inspiratie voor een volgende tirade.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten