Beste Paul (aka Bono),
Beste David (aka The Edge),
Beste Larry,
Beste Adam,
Ik wil jullie mijn verhaal vertellen.
Het verhaal van jullie concert.
Maar dan moet ik beginnen bij het begin.
Dat is zo met een verhaal. Zelfs
met een brief. Elk verhaal heeft een
begin. Een midden. Een eind.
We moeten dus even terug in de tijd.
Naar de aankoop van het ticket.
Dat had wat voeten in de aarde.
Aanvankelijk was het ons niet gelukt.
We hadden geen kaartje. We konden
niet gaan. We waren teleurgesteld. Verdrietig, dat waren wij. Maar dan was er plots dat moment. Dat moment, waarop wij gaan twijfelen of God
dan toch niet zou kunnen bestaan. We
zaten in een restaurant. In Novgorod. Op doorreis doorheen Rusland. In dat restaurant kregen we een mailtje. Dat er toch nog plaatsen voor het concert
beschikbaar waren. Wij stonden op de
wachtlijst. Wij hadden voorrang. Wij twijfelden niet. Wij kochten een ticket. De aanvankelijke teleurstelling was weg. Nu waren we euforisch. Brussels, here we come. Dat dachten wij in Novgorod.
Het begin is verteld. Ik kan
beginnen aan jullie concert. Maar dan
zou ik afbreuk doen aan die ene. Die ene
uit het voorprogramma. Hem mag ik niet
vergeten. Want u koos Noel Gallagher, de
ene helft van Oasis, als opener. Ik kan
dan twee dingen denken. Ik zou die keuze
kunnen wijten aan enige arrogantie van uwentwege. Of ik zou die keuze kunnen wijten aan het
respect van Noel voor uw lange en succesvolle bestaan. Ik gok op het laatste. Want van enige arrogantie durf ik jullie niet
te verdenken. Jullie zijn nuchtere
Ieren. Met beide voetjes op de grond.
Noel Gallagher mocht dus openen.
Dat deed hij met verve. Hij,
samen met zijn High Flying Birds, overtuigde.
Hij bracht nummers van Oasis.
Uiteraard. Dat hadden we
gehoopt. Dat hadden we verwacht. Champagne supernova. Wonderwall.
Don’t look back in anger. Blij
deze klassiekers live te mogen horen.
Maar het was niet enkel dat. Ook
zijn eigen nummers bleven live overeind.
Dit was al een feestje. Dan moest
het grote, eigenlijke feest nog beginnen.
Dit zou een onvergetelijke avond worden.
Dat wisten we nu al.
The whole of the
moon. Dat liedje van The
Waterboys gebruikten jullie om ons te melden dat het eigenlijke concert zou beginnen.
Heel waarschijnlijk was het niet jullie
bedoeling. Jullie katapulteerden mij
terug naar mijn slaapkamer. Mijn
slaapkamer in het ouderlijke huis. Op
die kamer luisterde ik ontelbare keren naar die plaat. Net als ik op die kamer luisterde naar The
Joshua Tree. Eveneens ontelbare
keren. Tijdens het hele concert zou het
voelen alsof ik op mijn slaapkamer zat.
Lijfelijk was ik in Brussel.
Geestelijk keerde ik terug naar mijn jeugd. Ik dacht aan mijn jeugdvrienden. Mijn buren. Ik dacht terug aan een heerlijke tijd. Samen met jullie muziek bezorgden die
herinneringen mij kippenvel. Van kop tot
teen. Het zou niet weggaan. Geen enkel moment.
Jullie weten hoe een concert op te bouwen. Jullie weten hoe een stadion in te
palmen. Jullie weten hoe een publiek een
onvergetelijke avond te bezorgen. Dat
bleek alweer gisteren. Jullie startten
sterk met een aantal klassiekers. Wij
hadden een zitplaats. Maar van bij de
start beseften we dat ons stoeltje enkel zou gebruikt worden als bergplaats
voor onze trui. Wij gingen
rechtop staan. Om mee te zingen. Op de juiste momenten. Om mee te neuriën. Op de juiste momenten. Ik kon wel huilen. Van pure emotie. Want dat is wat muziek in de eerste plaats
is. Emotie. Jullie beseffen dat meer dan goed.
Dan begonnen jullie aan datgene waarvoor jullie eigenlijk gekomen
waren. Aan datgene waarnaar jullie
tournee vernoemd was. Jullie begonnen
aan dat bijna epische album. The Joshua
Tree. Van begin tot einde. Geen enkel nummer sloegen jullie over. Van Where the streets have no name tot
Mothers of the disappeared. Nu zou een
mens kunnen denken dat het na Bullet the blue sky zou stilvallen. Omdat die nummers minder bekend zijn. Omdat die nummers slechts weinig worden
gespeeld op jullie concerten. Omdat het
herkenbare meezinggehalte minder is.
Indien iemand dat zou hebben gedacht, dan hebben jullie die persoon
alleszins overtuigd van het tegendeel. Want
het concert zakte niet in. Integendeel. Jullie bleven acteren op hoogstaand
niveau. Gisteren bleek dat die ‘mindere’
nummers van het album live meer dan overeind bleven. Muzikaal wisten zij te overtuigen. Maar bij die nummers vijzelde u ook het
showgedeelte wat meer op. Het
breedste ledscherm ter wereld toonde beelden die, samen met de muziek, een wondermooi geheel
vormden.
The Joshua Tree is voorbij.
Slotfeestje? Eerst nog even Miss Sarajevo. Een politiek statement. Bijna vijfentwintig jaar na deze song moeten
we vaststellen dat de wereld nog steeds geen vreedzame wereld is. Nog steeds woedt oorlog. De song herinnert ons aan het Syrische
conflict. Aan de vluchtelingencrisis. Een concert van U2 zonder politieke,
humanitaire boodschap bestaat niet. Ik
kan het enkel toejuichen. Even stilstaan
bij onrecht, het moet kunnen. Zelfs op
een concert.
Dan was het tijd voor het slotakkoord.
U bracht die nummers, die niet vragen om een dansvloer. U bracht die nummers, geschreven voor een
stadion. Geschreven voor de massa. Geschreven om te schreeuwen. Geschreven om te springen. Dit wordt de finale. Die mogen wij niet vergeten. Nooit.
Nimmer. Dit moet ons
bijblijven. Wij voelen dat het einde
dichterbij komt. Daarom zingen we nog
iets luider. Daarom klappen we nog
feller met de handen. Om jullie te
overtuigen nog langer bij ons te blijven.
Maar aan alle mooie dingen komt een eind. Na iets meer dan twee uur komt dat varkentje
met een lange snuit en is het vertellingsken uit. Maar dat gebeurt niet zomaar. Eerst wenst u de Belgen nog even te
bedanken. Want in dit landje zijn jullie
groot geworden. Daar willen jullie nog
even blijven bij stilstaan. Dat doen
jullie met I will follow. Uit het album
Boy. Ik verhuis van mijn slaapkamer naar
de slaapkamer van mijn broer. Aan hem
denk ik. Ik denk aan dat ene moment
waarop hij mij naar zijn kamer riep. Hij
had net jullie debuutalbum gekocht. Hij
had een muzikale ontdekking gedaan. Die mokerslag
wilde hij met mij delen. Die dag zag ik
het licht. Dat licht is sindsdien niet
meer gedoofd. Het bleef branden.
Gisterenavond ging dat licht nog net iets feller branden. Het Koning Boudewijnstadion baadde in een fel,
niet te doven licht. Dat licht werd
gevoed door een gevoel. Het U2
gevoel. Een gevoel, dat niet kan
beschreven worden. Het kan enkel beleefd
worden. Dat heb ik gisteren mogen doen. Daarvoor wil ik jullie danken. Uitgebreid.
Welgemeend.
Met vriendelijke groeten.
Setlist:
New year’s day.
Bad.
Pride (in the name of
love).
I still haven’t found
what I’m looking for.
With or without you.
Bullet the blue sky.
Running to stand
still.
Red hill mining town.
In God’s country.
Trip through your
wires.
One tree hill.
Exit.
Mothers of the
disappeared.
Miss Sarajevo.
Beautiful day.
Vertigo.
Ultraviolet (light my
way).
One.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten