Beste Thibault,
Beste Pieter,
Ik heb een T-shirt. Dat zal u
niet verbazen. Iedereen heeft er wel
eentje. Velen hebben er zelfs meerdere. Niks om over te schrijven dus, zou u kunnen
denken. Dat zou kunnen kloppen. Toch doe ik het. Want ik heb er eentje, die ik koester. Lange tijd was ik er naar op zoek. Ik vond hem in Duitsland. Daar kocht ik mijn T-shirt van The Ramones. Dat hoeft toch niet zo veel voeten in de
aarde te hebben, zou u kunnen opwerpen.
U zou kunnen opwerpen dat ik gemakkelijk via internet eentje kon
bestellen. Dat kan kloppen. Heel waarschijnlijk hebt u zelfs gelijk. Ik ben evenwel geen internetshopper. Het persoonlijke contact met een
winkeljuffrouw vind ik zo veel fijner.
Maar ik dwaal af. Ik wou het
hebben over die T-shirt. Die T-shirt
herbergt in zich een diepe spijt. Spijt
dat ik The Ramones nooit live aan het werk zag.
Aan die spijt is ook het besef gekoppeld dat het nooit meer mogelijk zal
zijn. Ik weet dat die energie van dat
bijzondere groepje nooit meer kan geëvenaard worden. Dat is bijna onmogelijk.
Bijna onmogelijk, dat schreef ik.
Toch is er hoop. Altijd is er wel
hoop dat het ooit wel eens zal goed komen.
Dat wordt gezegd. Onlangs mocht
ik ervaren dat in die bewering enige juistheid schuilt. Vorig jaar hoorde ik Salmon Pink, uw
debuutsingle. Ik kwam daarop uit bij
mijn studieronde. Die studieronde
ondernam ik om een juiste stem te kunnen uitbrengen bij de Nieuwe Lichting van Studio Brussel. Bij u bleef ik
hangen. Omdat ik voorvoelde dat ik naar
de winnaar zat te luisteren. Dat kon
niet anders. Daarvan was ik
overtuigd. Ik stemde. U werd de winnaar. Gerechtigheid was geschied.
In die single hoorde ik energieke vreugde. Spelplezier, zo wordt het ook wel
genoemd. Ik kon er niet genoeg van
krijgen. Telkens verscheen een glimlach
op mijn gezicht als ik jullie hoorde.
Telkens kreeg ik zin in een feestje.
De aanstekelijkheid van dat nummer was hieraan niet vreemd. Dat echte, zuivere plezier sloeg over op
mij. Ik werd aangestoken. Telkens weer wilde ik rechtop gaan
staan. Ik wou huppelen. Ik wou dansen. Ik wou springen. Zat ik in de wagen, dan wou ik aan de
kant. Ik wou de wagen uit. Om datgene te doen wat op dat ene nummer moet
gebeuren: dansen. U zette mij aan tot
gekke moves. Tot halsbrekende
sprongen. In mijn choreografie drong een
wilde rauwheid binnen.
Kon het nog gekker? Jawel, dat kon zeker. Want dit jaar brachten jullie uw debuutalbum
uit. Eagle Castle BBQ. Intussen heb ik al verschillende keren
geluisterd naar dat album. Het verveelt
nooit. Meer nog, dat album draagt in
zich die vreemde eigenschap dat je nooit wil stoppen met luisteren. Voor een album als deze werd de ‘repeat’
toets uitgevonden. Dat heb ik dan ook
gedaan, oneindig herhalen. Ik kreeg er geen
genoeg van. Elke keer dat ik luisterde,
groeide dat verlangen. Dat verlangen om
jullie live aan het werk te zien.
Uw debuutalbum vraagt niet om een woonkamer. Vraagt niet om een kamer, waarin wordt
geluisterd. Neen, niks van dat
alles. Jullie album vraagt om een
podium. Een podium waarop jullie het
Ramones virus, dat in jullie muziek schuilt, de vrije loop kunnen laten. Een podium met vóór jullie een dolle
menigte. Een menigte, dat beseft dat er
niet enkel moet geluisterd worden. Dat er
ook moet gefeest worden. Omdat jullie
muziek daarom vraagt. Omdat jullie
muziek dat verdient.
Tussen die menigte wil ik staan.
Die kans krijg ik heel binnenkort.
Op vijftien november komen jullie naar Gent. Ik zal er zijn. Dat staat vast. Als een paal boven water. Ik heb al mijn outfit gekozen voor die
avond. Mijn ene T-shirt van The Ramones
ligt al klaar. Die zal ik
aantrekken. Misschien zal de spijt, die
het T-shirt in zich draagt, eindelijk verdampen. Omdat ik diezelfde avond getuige zal zijn van
een energie, gelijkaardig aan die van The Ramones. The Ramones zal ik nooit hebben gezien. Maar die avond in Gent zal ik misschien
beseffen wat het ooit had kunnen zijn.
Oh ja, nog even zeggen. Voor
alle duidelijkheid. Eagle Castle BBQ,
jullie debuutalbum, is meer dan uitstekend.
Maar heel waarschijnlijk hadden jullie dat al kunnen afleiden uit het
voorgaande. Toch wou ik het nog even
herhalen. Voor alle zekerheid.
Beste Thibault. Beste
Pieter. Tot heel binnenkort. Tot in Gent.
Ik kijk er nu al naar uit.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten