Beste Rose,
Soms is een boekenkaft enkel een kaft.
Niks meer. Niks minder. Bij uw boek is het anders. Uw kaft is een schat aan informatie. Informatie, waarvoor ik niet ongevoelig kon
blijven. Op de voorkaft noemt The Guardian uw boek een soort Zwitserse Stoner.
Op de achterkaft wordt uw meesterschap geloofd. Niet door de minste. Ian McEwan gebruikt die woorden. Op diezelfde kaft beweert Salman Rushdie
geroerd te zijn door een extreme en pijnlijke schoonheid. Een andere krant, The Independent, noemt u
een uitzonderlijk getalenteerd schrijfster.
Al die lof staat zomaar te lezen op de kaft van uw boek. Toch is dat nog niet alles. Op uw kaft prijkt één zelfklever. Op die zelfklever staat in grote letters:
DWDD boekentip. Nu heeft het lange tijd
geduurd voor ik wist waarvoor die letters stonden. Ik zal het u vertellen. Die letters staan voor De Wereld Draait
Door. Een bijzonder populair
televisieprogramma op de Nederlandse zender.
Dat programma heb ik nog niet gezien.
Wel volg ik hun boekentips. Nog
nooit zaten zij ernaast. Elke tip is een
goede tip.
Veel lof voor uw boek. Toch kan
dat gegoochel met namen en lofzangen ook een gevaar inhouden. Het kan bij de lezer te grote verwachtingen
creëren. Verwachtingen, die niet kunnen
ingelost worden. Omdat ze te
onrealistisch zijn. Dat zou kunnen. Ook bij mij was dat zo. Ook ik had verwachtingen. Toch nam ik mij voor mij hierdoor niet te laten
leiden. Ik zou uw boek lezen. Enkel uw boek zou mij kunnen overtuigen. Zonder enige externe beïnvloeding.
Intussen heb ik uw boek gelezen.
Ik kan kort zijn in mijn oordeel.
U bent een verhalenvertelster.
Dat is niet negatief bedoeld. Integendeel. Bij een verhalenverteller denk ik aan de vakantiekampen
met de jeugdbeweging. Toen ik leeuwtje
was bij de KSA. Dat is al heel lang
geleden. Maar ik weet het nog goed. Hoe elke avond de proost naar onze slaapzaal
kwam. Om een verhaal te vertellen. Elke avond één deeltje. Op de slotavond kwam dan de apotheose. Het einde.
Toen keek ik uit naar die avonden.
Hij deed mij dromen. Hij nam mij
elke avond mee in zijn verhaal. Ik hing
aan zijn lippen. Ik at zijn woorden. Niet enkel ik. Ook de andere leeuwtjes. In de slaapzaal was het stil. Muisstil.
Uw boek had datzelfde effect. U
bracht mij opnieuw naar die slaapzaal.
Opnieuw had ik datzelfde gevoel.
Maar nog feller. Nog
intenser. U ontroerde mij. Tot tranen toe. U zal misschien denken dat ik overdrijf. Toch is dat niet zo. Ik kon niet ongevoelig blijven bij uw verhaal
over een vriendschap. Een vriendschap,
dat dieptepunten kent. Maar dat zo
hemels mooi is op zijn hoogtepunten. Ik
kon niet ongevoelig blijven bij uw verhaal over een zoektocht. Een zoektocht naar moederliefde. Als jongetje.
Als man. Telkens botst die jongen/man
op een muur. Op kille ongevoeligheid. Moederliefde zal hij nooit vinden. Dat te moeten vaststellen is bijna hartverscheurend. Want heeft niet iedereen nood aan een zekere
dosis moederliefde? Ik kon niet ongevoelig blijven bij uw verhaal over een
zoektocht. Een andere zoektocht. Naar erkenning. Erkenning voor een gestorven vader. Een nooit erkende held. Die vader deed wat hij meende te moeten
doen. Menselijkheid dreef hem tot zijn
heldendaden. Heel misschien kleine heldendaden. Maar wel met grote gevolgen. Gevolgen, waarvan de held/vader het grootste slachtoffer
is.
U bracht mij naar een einde.
Naar een apotheose. In die ene,
bijna allerlaatste zin word ik gedwongen het hele boek nog eens te
herbeleven. Neen, neen, dwingen is het
niet. Het gebeurt bijna
automatisch. Als die ene vriend aan de
piano gaat zitten. Zijn sonate
speelt. De Gustavsonate. Dan komen alle beelden terug in mijn
hoofd. Ik zie Gustav en Anton aan het
schooltje. Hun eerste kennismaking. Ik zie Anton worstelen met zijn virtuoos meesterschap. Ik zie Gustav constant liefde geven. Maar nooit krijgen. Of slechts heel zelden. Ik zie diezelfde Gustav als jongetje zijn
soep maken. Terwijl moeder in het
hospitaal ligt. Terwijl zijn moeder
zweeft tussen leven en dood. Ik zie die
liefde tussen Gustav en Anton. Die te
lange tijd onuitgesproken blijft. Die te
lange tijd ontkend wordt. Dat alles zie
ik. Maar ik wil ook iets horen. Ik wil die Gustavsonate horen. Omdat ik besef dat in die muziek de mooiste
definitie moet schuilen van vriendschap.
Van liefde. Van liefde en vriendschap,
die eindelijk beantwoord worden. Door
beide partijen.
Ik lees het laatste woord. Ik
blijf hangen aan het laatste punt na het laatste woord. Bewust blijf ik hangen. Omdat ik besef dat nu het meest pijnlijke zal
volgen. Het dichtklappen van dit
prachtige boek. Omdat ik besef dat ik
afscheid moet nemen. Van Gustav en
Anton. Twee mannen, die ik in mijn hart
heb gesloten. Dat alles valt mij
zwaar. Maar doet mij tegelijk beseffen
dat uw boek een pareltje is. Want enkel
een pareltje kan op een dergelijke manier ontroeren.
Beste Rose, u deed mij terugdenken aan mijn jonge jaren. Mijn jaren als leeuwtje. Niet enkel deed u dat. U deed veel meer. U schonk mij een wonderlijke ervaring. Een bijna unieke leeservaring. Voor dat alles wil ik u danken. Nu besef ik dat die grote woorden op de kaft
van uw boek in niks overdreven zijn. Nu
besef ik dat ik die lofzang enkel kan en moet bijtreden.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten