Tweeëntwintig maart. Nu precies
één maand geleden. De tijd is gekomen om
even terug te kijken en de schade op te meten.
Want er is wat gezegd. Er is wat
geschreven. In het heetst van de strijd
werden de gekste verklaringen afgelegd.
Zelfs als de storm ging liggen, bleven onverkwikkelijke opmerkingen
echoën of werden vreemde maatregelen beslist.
Vooreerst was er die bijzonder harde kritiek op ons land. België zou een failed state zijn. Dat bleek de algehele teneur te zijn in de
internationale kranten. Door vele
commentatoren in het land werd die kritiek herhaald. Ik keek raar op. Was zelfs een beetje van mijn melk. België op gelijke voet plaatsen met landen
als Zuid-Soedan, Somalië, Centraal-Afrikaanse Republiek en Soedan leek mij toch
een stap te ver. Een grote stap te
ver. Ik ging even kijken naar de Fragile
States Index. Die bestaat. De index wordt opgesteld door het Amerikaanse
Fund for Peace. Om tot een rangschikking
te komen baseert die denktank zich op een aantal parameters. Wanneer die parameters op België worden
toegepast, stel ik vast dat mijn landje op plaats honderd drieënzestig
komt. Op een totaal van honderd
achtenzeventig landen. Dat is behoorlijk
goed. Meer dan behoorlijk zelfs. Wat mij bij die rangschikking evenwel opviel
is dat alle landen, die Belgïe catalogiseerden als failed state, slechter
scoorden dan het land, waarop zij zo veel kritiek hadden. Het Verenigd Koninkrijk komt op plaats
161. Frankrijk op plaats 160 en de
Verenigde Staten op plaats 158. Spanje
komt pas op plaats 151. Daarmee
presteren zij slechter dan België. Enkel
Nederland doet het beter dan België. Zou
het dan rozengeur en maneschijn zijn bij onze noorderburen? Ik denk het
niet. Ik denk terug aan de moord op Pim
Fortuyn. Aan de moord op Theo Van
Gogh. Ik verwijs naar het opiniestuk van
Peter Vandermeersch in De Standaard.
Daarin vertelt hij over Nederland. Hij schrijft over criminele bendes die elkaar vermoorden in
Amsterdam op klaarlichte dag. Over de
schandalen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Over de pogingen om de zesentwintig
politieregio’s tot één nationaal korps om te vormen. Neen, zelfs voor Nederland kan het goed zijn
in eigen hert te kijken nog even voor het slapengaan. Net als alle andere landen, die met het
beschuldigende vingertje wijzen.
Bovendien vind ik het bijzonder vreemd dat enkele dagen na die
beschuldigingen Frankrijk een parlementaire onderzoekscommissie naar Molenbeek
stuurt om ter plaatse te zien wat daar gedaan wordt rond radicalisering. Een failed state kan toch niet als voorbeeld
dienen, denk ik verbijsterd.
Gaat België dan vrijuit? Geenszins niet. Vragen moeten gesteld worden. De juiste vragen moeten op de juiste plaats
gesteld worden. Die juiste plaats lijkt
mij de onderzoekscommissie te zijn, die deze week van start ging. Terwijl de experten nog moeten gehoord worden
in de commissie, geven vele partijen te verstaan wat de conclusies zouden
moeten zijn. Of zullen zijn. Een eigenaardige werkwijze. Mij lijkt het beter even uit de schijnwerpers
te treden. Mij lijkt het beter in de
luwte te werken om tot een gedegen en onderbouwd rapport te komen. Een rapport dat de pijnpunten blootlegt en
aangeeft wat moet gedaan worden om die punten weg te werken.
Net zo fout was het schuldigen aan te wijzen. Aan de schandpaal te nagelen. Want dat was wat gebeurde. Ik verwijs hierbij naar de beschuldigingen
aan het adres van de verbindingsofficier in Turkije. Hij zou als enige gefaald hebben in het niet
arresteren van El Bakraoui. Waarom werd
niet naar het totaalplaatje gekeken? Waarom werd niet gekeken naar het gevoerde
beleid van de voorbije jaren? Waarom werd niet gekeken naar het effect van de
besparingen op de verantwoordelijke departementen? Het had mooi geweest om even
afstand te nemen. Het had mooi geweest
al die vragen mee te nemen. Om even te
zwijgen. Zonder enige beschuldiging te
uiten. Maar soms is de noodzaak om de
paraplu open te trekken groter dan de nood aan zwijgen.
Ik kijk verder terug. Naar de
beslissing om soldaten te laten patrouilleren.
Met de introductie van soldaten in het straatbeeld zou de veiligheid
moeten verzekerd worden. Maar toen kwam
Zaventem. Toen kwam Brussel. Op beide plaatsen patrouilleerden
soldaten. Het mocht niet helpen. Aanslagen konden niet verijdeld worden. Na de aanslagen zou men kunnen denken dat ook
die maatregel wordt herbekeken. Dat even
wordt nagedacht over zin of onzin van die maatregel. Het gebeurt niet. Mark Singleton, directeur van het
International Centre for Counter Terrorism, doet het wel. Hij zegt in een interview dat het weinig zin
heeft. Misschien zal de aanwezigheid van
soldaten het veiligheidsgevoel bij burgers verhogen. Dat is het enige. Aanslagen verijdelen? De eigenlijke
veiligheid verhogen? Neen, dat denkt hij niet.
Waarom dan niet die soldaten terugtrekken? Waarom dat budget niet anders
benutten? Die denkoefening moet dringend gemaakt worden.
We leven in nieuwe tijden.
Andere tijden. Dat werd en wordt
na de aanslagen tot in den treure herhaald.
Dat refreintje wordt steeds maar herhaald. Om ons ervan te doordringen dat in die nieuwe
tijden andere regels gelden. Andere
regels, waarbij wij aan privacy zullen moeten inboeten. Nieuwe tijden vragen nieuwe spelregels. Daarover hoeft de burger niet moeilijk te
doen. Zo was er het voorstel om de vingerafdrukken
en biometrische gegevens als irisscans en DNA van alle Belgen te verzamelen. Vóór de aanslagen pleitte onze Minister van
Binnenlandse Zaken hiervoor. Na de
aanslagen werd het voorstel hernomen door veiligheidsexperts. Gelukkig botst dat pleidooi op onze
Staatssecretaris voor Privacy. Alweer is
dit een maatregel die enkel tegemoet komt aan het veiligheidsgevoel maar niks
doet aan het verhogen van onze veiligheid.
Zo beschikte de politie over informatie en vingerafdrukken van de
terroristen, die betrokken waren bij de aanslagen in Parijs. Toch gebeurden die aanslagen. Zo beschikte de politie over de
vingerafdrukken van Salah Abdeslam. Toch
bleef hij honderd zesentwintig dagen onvindbaar. Maatregelen moeten genomen worden. Maar dan wel graag de juiste maatregelen. Geen schone schijn maatregelen.
Tot slot wil ik het nog even hebben over dat wij/zij denken. Want dat denken bestaat. In tegenstelling tot wat wij graag zouden
geloven. Tot wat wij graag zouden
willen. Ik hoor dat denken binnensijpelen
in reacties op de aanwezigheid van Dyab Abou Jahjah in De Afspraak op de
nationale televisie. Sommigen beweren
dat het ongepast is een dergelijk individu een publiek forum te geven. Dat kan niet volgens hen. Maar die stemmen vergeten de vrijheid van
meningsuiting, die zij zo scherp verdedigden in de rellen rond de Mohammed
cartoons. De vrijheid van meningsuiting,
die zij altijd weer aanhalen als één van de verworvenheden van onze westerse
beschaving. Twee maten en twee
gewichten?
Velen hoor ik schreeuwen om de doodstraf. Die terroristen verdienen de zwaarste straf,
dat zeggen die stemmen. Sommigen gaan
zelfs een stapje verder. Pleiten voor
een publieke lynchpartij. In dat
pleidooi vergeten zij hun verbetenheid waarmee zij de shariawetgeving als
achterlijk en middeleeuws bestempelen.
Twee maten en twee gewichten?
De allochtonen zouden eindelijk moeten stoppen met aan de klaagmuur te
gaan staan. Dat wordt ook wel eens
gezegd. Dat hoor ik ook in reacties op
de aanslagen. De aanslagen hebben al hun
aanspraken weggeblazen. Als niet ter
zake doend. Als onbestaand. De aanslagen hebben hen alle recht tot
spreken ontnomen. Geen woord meer over
discriminatie bij sollicitaties? Over mindere onderwijskansen? Over sociale
achterstelling? Allochtonen moeten onder invloed van de aanslagen hun
emancipatiestrijd staken. Vrouwen
niet. Holebi’s niet. Twee maten en twee gewichten?
U zou denken dat bovenstaand denken enkel op kleine schaal
gebeurt. Dan vergist u zich. Want wat moeten wij denken van het
‘probleempje’ bij de Bezige Bij rond het contract van de eerder genoemde Abou
Jahjah. Vele auteurs dreigen de
uitgeverij te verlaten als het contract voor twee essayboeken effectief zou
doorgaan. Vrijheid van meningsuiting?
Twee maten en twee gewichten? Zelfs in de grote wereld heerst het wij/zij
denken nog.
Diezelfde dubbele standaard klinkt eigenlijk ook door in de onlangs
goedgekeurde nieuwkomersverklaring. De
inhoud van die verklaring doet verkeerdelijk veronderstellen dat in eigen land
alles peis en vree is. Elke Belg zou een
relatie tussen 2 mannen of 2 vrouwen vanzelfsprekend vinden. Nieuwkomers niet. Geen enkele Belg zou zich schuldig maken aan
intrafamiliaal geweld. Nieuwkomers wel. Uit die nieuwkomersverklaring spreekt enkel
zelfgenoegzame arrogantie en minachting.
Het kwaliteitslabel van Etienne Vermeersch kan die verdenking niet
wegnemen. Het zou van politieke moed
getuigen deze verklaring naar de prullenmand te verwijzen. Want dat is de enige plaats waar die
verklaring thuishoort.
Op televisie zien wij hooligans de wake aan de beurs verstoren. Het is een item in de kranten en de
journaals. Toch worden die hooligans
weggezet als marginalen, die geen aandacht verdienen. Zij zouden niemand vertegenwoordigen. Maar dan is er die ene uitspraak van een
minister. Hij beweert dat een
significant deel van de moslimbevolking stond te dansen in de Brusselse straten
na de aanslagen. Van die ‘dansfeesten’
is geen enkel bewijs. Toch wordt die
stelling zomaar geponeerd. Zonder ook
maar de noodzaak te voelen hiervoor enig bewijs te leveren. Mythes en spookverhalen krijgen vanuit de
overheid bestaansrecht. Die verhalen
worden door dezelfde overheid niet ontkracht.
Zij worden bevestigd. Bijzonder
pijnlijk. Alweer twee maten en twee
gewichten dus.
In een interview met De Standaard sprak sociologe Sarah Bracke in dat
verband over dehumanisering van een bevolkingsgroep. Om dat te staven haalde zij het debat aan
rond het verbod op onverdoofd slachten.
Zij stelt dat Joden al langer onverdoofd slachten maar dat het debat
daarover nooit ging. Ook in dit debat
sluipt de dubbele standaard. Wat moet
bewijzen dat ook de overheid zich alweer bezondigt aan het werken met twee
maten en twee gewichten. Verder in het
interview stelt de sociologe dat dehumanisering geweld met zich meebrengt. Eerst symbolisch geweld, later mogelijk fysiek
geweld. We moeten dus dringend afstappen
van die dubbele standaard. Waar wij wel
moeten naar streven, is accommodatie. Dat
is de stelling van Sarah Bracke. Een
maatschappij moet zich aanpassen aan de wijzigende samenstelling van de
bevolking. Er is nog werk aan de winkel.
Ik kijk terug op de voorbije maand.
Ik besef dat wij nog een lange weg hebben af te leggen. In de manier waarop wij naar ons land
kijken. In de manier waarop wij naar het
gebeurde kijken. In de manier waarop wij
naar de andere kijken. In de manier
waarop wij over de andere communiceren.
Ik kijk terug op de voorbije maand.
Ik besef dat maatregelen genomen worden om burgers te sussen. Enkel en alleen omwille van dat subjectieve
veiligheidsgevoel. Ik kijk terug op de
voorbije maand. Ik besef dat het debat
eigenlijk anders moet gevoerd worden. Of
dat mogelijk is? Uit het antwoord op die vraag zal moeten blijken of wij
werkelijk iets geleerd hebben uit de aanslagen.
Of wij die ramp kunnen ombuigen in ons voordeel. Want indien dat niet zou lukken, mogen wij
zelf erkennen dat België een failed state is.
Een staat, gefaald in het samenleven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten