Beste Fokke,
In 2012 ging ik naar China.
Niet voor zaken. Ik trok niet
naar China voor het grote geldgewin.
Evenmin trok ik naar China om mijn handtekening te zetten onder een
lucratief contract. Ik ben geen
zakenman. Ik ben het niet. Ik zal het nooit worden. Dat is een grote geruststelling. Toch zeker voor mij. Ik geef de voorkeur aan een rustig
leventje. Het zakenleven kan mij dat
niet schenken. Dat weet ik. Ik hoef daarvoor enkel om mij heen te
kijken. Te kijken naar die schichtige
gemaatpakte mannetjes, uit wiens ogen de stress druipt. Een dergelijk leventje wens ik mijzelf niet
toe.
Ik ging dus naar China. Voor
het plezier. Bijna drie weken trok ik
doorheen het land. Vooraf wist ik niet
wat te verwachten. Jawel, ik zou naar
Xian gaan. Ik zou het Terracottaleger
zien. Ik zou wandelen over de Chinese
Muur. Dat kon ik verwachten. Maar verder? Geen enkel idee. Met een beetje angst in het hart vertrok ik. Bang dat de reis zou tegenvallen. Want ik had vooroordelen. Het zou niet mogen, dat weet ik. Toch had ik ze. Maar dan gebeurde datgene wat op reis zo vaak
gebeurt. Het land verraste mij. Totaal.
Het land veegde alle vooroordelen weg.
Eén voor één. In de plaats kwam
een bijzondere fascinatie voor dat vreemde land.
Vanwaar die fascinatie? Misschien kwam het door de onmogelijkheid het
land te vatten. Het land te
begrijpen. Wat ik ook probeerde, het
lukte mij niet. Telkens ik tot een
besluit meende te komen, werd datzelfde besluit de volgende dag ontkracht. Ik werd constant gedwongen tot het herzien
van wel overdachte besluiten. Dat maakte
dat ik aan het eind van mijn reis maar niet tot een eindconclusie kon
komen. Het land slingerde mij heen en
weer. Het land toonde mij constant zijn
twee gezichten. Ik kon maar niet
kiezen. Nu nog, na drie jaar, weet ik
het nog altijd niet. Dat bezoek uit 2012
maakt mij voorzichtig tegenover China.
Ik durf geen krasse uitspraken te doen.
Over de machthebbers. Over de
democratie. Over de economie. Over de welvaart. Over de ontwikkeling. In mijn oordeel bouw ik steevast enig
voorbehoud in. Ik huldig het voorzichtigheidsprincipe. Geen dogma’s.
Wel open besluiten. Besluiten
waarvan ik weet dat zij onderhevig kunnen en moeten zijn aan herziening.
In mijn zoektocht naar een beter begrip van het land kwam ik uit bij
uw boek. In literatuur worden vaak de
juiste antwoorden gevonden. Op kantoor
hangt boven mijn bureau die ene gulden stelregel: reading can seriously damage
your ignorance. Een waarheid als een
koe, dat durf ik te zeggen. Vaak brengt
het lezen mij tot verhelderende inzichten.
Dat heb ik al meermaals mogen ervaren.
Die ervaring heb ik ook gehad bij het lezen van uw boek.
In uw boek geen doemscenario’s.
Geen onheilsprofetieën. U stelt
de lezer gerust. Wij hoeven geen schrik te
hebben voor het ‘gele gevaar’. China als
grote en dominante wereldspeler lijkt voor u een utopie. Een rol als wereldleider lijkt voor het land
geen haalbare kaart. Het land wordt
immers geconfronteerd met te veel interne problemen. Met te grote interne uitdagingen. In die mate zelfs dat een prominente rol op
het wereldtoneel niet onmiddellijk te realiseren valt.
U pleit in uw boek voor een zekere nuchterheid. U vraagt de lezer zich niet te laten opjagen
door al te krasse uitspraken over Chinese dominantie in de wereldeconomie. U vraagt de schreeuwerige krantenkoppen
omtrent dit thema met een korreltje zout te nemen. Vaak worden die krantenkoppen ingegeven door
een zekere sensatiezucht. In uw boek
weerlegt u die schreeuwerige zucht naar sensatie met cijfers. Met relativerende en ontnuchterende
cijfers. Het is verhelderend een
dergelijke analyse te lezen. Omdat het
weerwerk biedt aan het overheersende beeld.
Het beeld van een land, dat over alles heen walst. Dat zich door niks laat inperken.
Het meest vreemde lijkt dat niet enkel het buitenland zoekt naar een
goede en juiste houding tegenover China.
Ook het eigen land zoekt naar een goede en juiste houding tegenover
zichzelf. Die zoektocht van het eigen
land zorgt voor een continue botsing tussen behoudsgezinden en
vernieuwers. Die botsing komt tot uiting
op vele domeinen. Domeinen zoals de
mensenrechten, een juiste vorm van democratie, de noodzakelijkheid van
staatstoezicht, het nationalisme, het toelaten van een actief middenveld, …Al
die kwesties doen het land rammelen.
Doen het land heen en weer slingeren. De westerse pers is al te vaak blind voor dat
continue gevecht. Al te zeer verblind
als zij is door de strubbelingen aan de oppervlakte lijkt zij geen oog te
hebben voor de ondergrondse borrelingen.
Dat doet u wel. U gaat
verder. U graaft dieper.
In uw boek schrijft u niet enkel over China. U hebt het ook uitgebreid over Europa. U toont een versplinterd Europa. In verspreide slagorde stappen de Europese
landen naar de wereld toe. Naar China
toe. Geen enkele eensgezindheid in het
beleid. Dat hebben wij gezien in de
bankencrisis. Dat hebben wij gezien in
de Griekse crisis. Dat zien wij nu in de
asielcrisis. U pleit met overtuiging
voor een eensgezind beleid. Dat is
hoogstnodig. Want zonder dreigt Europa
irrelevant te worden. Zonder
eensgezindheid dreigt Europa op internationaal vlak telkens weer uit verband
gespeeld te worden.
En oh ja, Europa moet afstand nemen van zijn zelfgenoegzaamheid. Moet zijn arrogantie laten vallen. Europa moet niet met het vingertje wijzen. Wij hebben de wijsheid niet in pacht. Zeer zeker niet. Wij moeten andere landen tegemoet treden in
een open dialoog. Niet alle recepten
(staatsvorm, economisch bestel, …) kunnen zomaar gekopieerd worden. Kunnen zomaar toegepast worden op andere
landen. Europa moet oog hebben voor de
eigenheid van de internationale gesprekspartners. Een dergelijke houding is hoogstnodig. Ook tegenover China. Dat hebt u duidelijk aangetoond in uw boek.
Ik heb uw boek gelezen. Ik las
over China. Ik las over Europa. Ik las hoe het ene land en het andere
continent in een mooie relatie zouden kunnen samenleven. Zouden kunnen samenwerken. Maar ik las tevens dat hiervoor nog heel wat
werk dient geleverd te worden. Dat
hiervoor nog heel wat water naar de zee moet vloeien.
Ik ben onwetend. Over
China. Over Europa. Toch meen ik dat ik door het lezen van uw
boek een heel klein beetje minder onwetend ben geworden. Daarvoor wil ik u danken. Uitermate danken.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten