Vervelende karweitjes? Jawel, zij bestaan. De grote schoonmaak van de boekenkasten zou één
van die vervelende karweitje kunnen zijn.
Elk boek uit de kast nemen.
Afstoffen. Aan de kant
zetten. De kast zelf netjes
uitkuisen. Tot slot de boeken terugzetten. Als ik alle handelingen opsom en nog eens
nalees, kan ik aan geen andere omschrijving denken dan verveling. Eenzelfde handeling eindeloos herhalen, er
lijken mij nuttigere tijdsbestedingen te bestaan.
En toch. En toch. Vervelend is het niet. Geenszins.
Ik zou naar het andere uiterste neigen.
Plezierig, zo zou ik het willen omschrijven. Plezierig en tijdrovend, dat is de juiste
omschrijving. Dat is een correctere
definiëring. Bij elk gelezen boek, dat
in mijn handen komt, tracht ik de omstandigheden te achterhalen waarin ik het
betreffende boek las. Ik tracht mij te
herinneren waar ik het las. Ik tracht de
emoties opnieuw op te roepen, die het boek bij het lezen losmaakte bij
mij. Die grote schoonmaak wordt op die
manier zo veel meer dan enkel een schoonmaak.
Het wordt een teruggaan in de tijd.
Ik wandel achterwaarts doorheen de tijd.
Ik keer terug naar de tijd dat ik een beginnend lezer was. Een voorzichtige lezer. In die dagen koos ik voor zekerheid. Weinig risico nam ik in die dagen. Veel non-fictie. Over de Mossad. Over het Vreemdelingenlegioen. Over het SAS.
Over Interpol. Vreemd maar in die
dagen kon dat alles mijn interesse opwekken.
De romans beperkten zich toen tot Herman Brusselmans. De man heeft heel wat tegenstanders. Ik beken mij niet tot die groep. Want hij heeft dat ene gedaan wat elke auteur
zou moeten doen. Hij heeft de zin voor
het lezen, dat diep in mij sluimerde, aangewakkerd. Hij heeft mij aangespoord te ontdekken. Hij heeft mij naar grote en grotere namen
gebracht. Zo breidde ik mijn
interessegebied gestaag uit. Ik kwam tot
Paul Auster. Tot Gabriel Garcia
Marquez. Tot Meir Shalev. Ik kwam tot vele andere namen. Binnenlandse.
Buitenlandse. In mijn boekenkast
kon ik vaststellen dat de wereld echt wel groot was. Want die wereld kon ik weerspiegeld zien in
de titels en schrijvers.
Maar niet enkel gelezen boeken komen in mijn handen. Dat zou jammer zijn. Want dat zou betekenen dat in mijn
boekenkasten geen enkel boek meer gelezen hoeft te worden. Daarmee zou mijn verzameling één van zijn
voordelen verliezen. Dat voordeel
vertaalt zich in de lange tijd voor de boekenkast op zoek naar een volgend boek
om te lezen. Die tijd is heerlijk. Het is twijfelen. Aarzelen.
Trachten aan te voelen of de tijd rijp is voor dat ene boek. Het is grijpen en terugzetten. Om dan toch maar weer te grijpen. Dat zoeken naar het volgende boek is één van
die mooiste voordelen verbonden aan een boekenverzameling.
Dus, jawel, tijdens de schoonmaak doe ik nog te lezen
ontdekkingen. Ik kom tot boeken, waarvan
ik niet meer wist deze ooit aangekocht te hebben. Zo ontdek ik ‘Hitler in de polder & Vrij
van God’ van Joost Zwagerman. Daaraan
wil ik mij heel binnenkort wagen. Als
een soort van eerbetoon aan de onlangs overleden schrijver. Het nieuwste boek van Joris Luyendijk staat
ook nog te wachten op een leesbeurt. Of
het recentste werkstuk van politicoloog Bilal Benyaich. Maar niet enkel non-fictie staat te trappelen
om eindelijk gelezen te worden. Ook veel
fictie. Recente en oudere werken.
Terwijl ik mijn boeken afstof, bemerk ik nog heel wat werk te hebben. Die gedachte brengt geen stress. Integendeel.
Die gedachte brengt rust in mijn hoofd.
Tovert een glimlach op mijn gezicht.
Omdat ik besef dat fantasie en inzicht op mij wachten. Omdat ik plots besef dat de grote schoonmaak
van mijn boekenkasten helemaal niet vervelend is. Wel aangenaam. Wel ontdekkingsvol. Bijna kan ik niet wachten om verder te doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten