Beste Hans,
Een tijdje terug had ik een nogal zware discussie. Over Molenbeek. Naar aanleiding van het Eén-programma over
diezelfde gemeente. Gemaakt door Eric
Goens. In die discussie werd mij
gevraagd of ik in Molenbeek zou willen wonen.
Omdat ik enige nuance in het debat wilde brengen, antwoordde ik
bevestigend op die ene vraag. Toch wou
ik niet enkel nuanceren. Ik meende het
ook. Ik was oprecht in mijn
antwoord. Ik werd gek verklaard. Want Molenbeek was en is het Kalifaat van het
Westen. Een hub van
terreurleveranciers. Molenbeek was en is
een internationaal crimineel netwerk. Ik
besloot te zwijgen. Mengde mij niet meer
in het debat. Een gek moet zijn plaats
kennen.
Korte tijd later botste ik op uw boek.
U schreef een boek over Molenbeek.
Twee jaar lang verbleef u in Molenbeek.
U keek rond. U luisterde. U observeerde. U sprak.
Met inwoners. Met beleidsmakers. Met mensen uit het sociale middenveld. U trachtte te doen wat Phara de Aquirre in
haar voorwoord schreef. In wat wij niet
begrijpen, gaan wij op zoek naar veralgemeningen. In wat wij wel begrijpen, zoeken wij de
nuance. Naar die nuance gaat u op
zoek. In uw boek toont u een evolutie,
die onbekend is. Die onderbelicht is. U toont hoe Molenbeek zich ontwikkelde van
donkergrauw naar meer gekleurd. Molenbeek
heeft nu vele kleuren. Sommige kleuren
zijn helder fris. Andere kleuren zijn
dan weer eerder ‘flets’. Terwijl nog
andere kleuren toch nog steeds baden in een grijze, donkere tint.
In uw zoektocht naar die gekleurde nuance bent u niet blind. U ontleedt en analyseert de vele problemen
waarmee Molenbeek wordt geconfronteerd. Huisvesting. Onderwijs.
Armoede. Diversiteit. Vuilnis.
Veiligheid. Financiën. Al die problemen komen samen op een kleine
oppervlakte. Zijn
hypergeconcentreerd. Voor elk van die
problemen toot u wat er reeds gebeurde. Wat
er zou moeten gebeuren. Wat niet
gebeurt. U toont de stappen, die werden
gezet. Bemoedigende stappen, die
Molenbeek in de goede richting duwen.
Maar u toont ook waar er ter plaatse wordt getrappeld. Waar het maar niet lukt stappen vooruit te
zetten. Uw analyse is
uitgebalanceerd. Is verfijnd. Is onderbouwd. Maar bovenal is uw analyse hoopgevend. Lange tijd werd hoop nooit in verband
gebracht met Molenbeek. Molenbeek was
een verloren zaak. Een gemeente waar
alles verkeerd liep. U laat een ander
geluid horen.
U schrijft hoe Molenbeek een deel wordt van een opschuivend
stadscentrum. Dat heeft enkele gunstige
implicaties. De gemeente zal diverse
groepen aantrekken. Dat heeft positieve
effecten op de sociale mix. Een
vermenging van kansarm en kansrijk zal stilaan een feit worden. De kleinhandel zal zich diversifiëren en meer
gekleurd worden. Cultuur en ontspanning
zal zich verder ontplooien in de gemeente.
Dat zijn niet zomaar vaststellingen.
Elk van die vaststellingen illustreert u met vele voorbeelden. Uit die voorbeelden komt een beeld naar voor
van een afwezige overheid. In veel van
die voorbeelden neemt het sociale middenveld het voortouw. Vaak zijn zij het die bouwen aan een ander en
nieuwer Molenbeek. Waarbij vaak de focus
wordt gelegd op preventie. Een sector,
waarin de overheid al te zeer faalt. Te
veel nadruk legt diezelfde overheid op repressie. Waardoor zij blind blijft voor al die initiatieven,
die opborrelen van onderuit.
Zoals ik al zei, uw analyse is uitgebalanceerd. U toont ook de pijnpunten. Het Franstalige onderwijs. De sociale herverdeling. De huisvestingsproblematiek. Ook op die punten gaat u uitgebreid in. Ook bij die punten blijft u stilstaan.
Bij het lezen van uw boek zag ik de lucht boven Molenbeek
uitklaren. De grauwheid uit de jaren
tachtig werd uitgevlakt. Dat is nochtans
het beeld, waarin al te veel mensen blijven hangen. Na het lezen van uw boek wist ik dat ik niet
gek was. Ik was en ben een
optimist. Een optimist, die voorbij het
eenzijdige beeld kijkt, dat ons al te vaak wordt voorgeschoteld. Een eenzijdig beeld, dat wij al te graag
omarmen. Uit gemakzucht. Een beeld evenwel, dat al te ver van de
werkelijkheid staat. Dat hebt u in uw
boek aangetoond. Dat heb ik in uw boek
gelezen.
Ik zal niet meteen verhuizen.
Dat zal ik niet doen. Wat ik wel
wil doen, is naar Molenbeek gaan. Om
daar rond te wandelen. Om daar mensen te
ontmoeten. Om daar te zien, te horen en
te voelen wat u in uw boek geschreven hebt.
Want Molenbeek bruist. Bloeit en
groeit. Ondanks die enkele
tekortkomingen. In dat Molenbeekse leven
wil ik rondlopen. Om bij een volgende
discussie niet opzij gezet te worden. Om
bij een volgende discussie de verdediging op te nemen van die verguisde
gemeente. Want ik weet nu dat het niet
zo is. U hebt mij argumenten
aangereikt. Die zal ik gebruiken. Met veel plezier. Met volle overgave.
Beste Hans, ik heb uw boek gelezen.
Ik leerde Molenbeek kennen. Met
die kennis hebt u mij weggevoerd van al te gemakkelijke veralgemeningen. U hebt mij nuance getoond. Die nuance verdient Molenbeek. In het bijsturen van mijn beeldvorming heeft
uw boek een groot aandeel. U hebt daarin
een grote verdienste. Daarvoor wil ik u
uitgebreid danken.
Misschien tot in Molenbeek. Wie
weet. Want ik moet daarheen. Vorig weekend las ik in De Standaard dat
Brass-Art, een cultuurcafé in Molenbeek, zijn deuren opende. Barman Mohamed Mesbahi is opgegroeid in
Wetteren. Die gemeente bij Gent hebben
wij gemeenschappelijk. U ziet, Molenbeek
komt dichterbij dan verwacht.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten