Beste Hilde,
Indien u zou gevraagd worden hoe een sober maal tot politieke
verontwaardiging kan leiden, zou u het antwoord schuldig moeten blijven. Omdat u het niet zou weten. Zelfs bij navraag bij uw kabinet, zou u uw
schouders moeten ophalen. U zou ook dan
moeten erkennen dat u het niet weet. U
verwacht geen oorzakelijk verband.
Daarom blijft een antwoord van uwentwege uit. Nochtans bestaat dat verband. Ik heb het mogen ervaren. Laat het mij u verduidelijken.
Elk jaar worden wij uitgenodigd op het sober maal. Tijdens de vastenperiode. Onze werkgever laat ons de vrijheid al dan
niet deel te nemen. Verplichten is niet
meer van deze tijd. Zo wordt terecht gedacht. Behalve als het verkiezingen betreft. Dan ben ik voorstander van plicht. Maar dat is een andere discussie. Ik wil niet afwijken. Ik wil bij de les blijven. Ondanks de afwezigheid van enige
verplichting, ben ik dus elk jaar aanwezig.
Niet omdat ik verlekkerd ben op soep met boterhammen. Wel omdat ik nieuwsgierig ben naar de getuigenis
van de gastspreker. Want dat is wat ook
gebeurt. Op die dag wordt ook gedacht
aan voedsel voor de geest. Om onze geest
te voeden wordt elk jaar iemand uit het sociale middenveld uitgenodigd om te
getuigen over zijn of haar werkgebied.
Het levert altijd een boeiende confrontatie op.
Dit jaar was Véronique van Damme gastspreker. U zal haar niet kennen. Als brugfiguur is zij verbonden aan het
Sint-Gregoriuscollege in Gentbrugge. In
die hoedanigheid heeft zij meerdere taken.
Zij ondersteunt het schoolteam op het vlak van communicatie met ouders
en helpt mee strategieën te ontwikkelen die gelijke kansen tot doel
hebben. Zij betrekt elke ouder zoveel
als mogelijk en spreekt hem/haar aan als partner in het leer- en
opvoedingsproces. Verder ondersteunt zij
de samenwerking en communicatie met de buurt en de brede school. Dat is in grote lijnen haar takenpakket. Sinds 1997 zet Stad Gent deze figuren in op
scholen met een hoog percentage kwetsbare kinderen.
Onderzoek wijst uit dat een goede samenwerking tussen ouders en school
de onderwijsloopbaan van het kind gunstig beïnvloedt. In het onderwijslandschap gaat men dan ook
meer en meer op zoek naar strategieën om de drempel tussen school en gezin te
verlagen. Het project van brugfiguren
past in dit streven.
Met tal van voorbeelden illustreerde de gastspreker hoe zij dagelijks
probeerde die doelstellingen te vertalen naar de realiteit. Hoe zij dagelijks probeerde de theorie om te
zetten naar de praktijk. Geboeid zat ik
te luisteren. Ik moet zeggen, zij was
een begenadigd spreker. Zonder een
vooraf uitgeschreven tekst of spiekbriefje wist zij ons een half uurtje te
animeren. Zomaar. Uit het vuistje. Een hele prestatie.
Ondanks het feit dat ik intens luisterde, kon ik niet verhinderen dat
mijn gedachten afdwaalden. Mijn
gedachten dreven af naar u. Naar uw
recentste uitspraken omtrent het engagement van allochtone ouders en
nieuwkomers. U zei dat wij in onze
samenleving gerust wat meer engagement mogen verwachten van hen. Volgens u mogen scholen explicieter een
actief engagement vragen van de ouders.
U geeft hierbij enkele voorbeelden.
Aanwezig zijn op oudercontacten.
Communicatie van de school opvolgen.
Deelnemen aan de ouderraad.
Helpen bij een ouderavond.
Mijn ergernis groeit terwijl ik naar de heldere uiteenzetting
luister. Niet enkel omdat ik nu weet dat
u voor uw beurt sprak. Dat is wat Piet
Van Avermaet vertelt. Hij is directeur
van het steunpunt Diversiteit en Leren aan UGent. In uw opdracht voert hij onderzoek naar het
thema van ouderbetrokkenheid. Op de
resultaten van dit onderzoek is het nog wachten. Daarom reageert Piet Van Avermaet ook. Volgens hem zijn uw uitspraken op geen enkel
empirisch onderzoek gebaseerd. In
tegenstelling tot u hoedt hij zich voor gevaarlijke veralgemeningen. Hij zegt dat ook allochtone ouders heel
begaan zijn met de schoolresultaten van hun kinderen. Maar zij ontbreken het sociale en culturele
kapitaal om de verwachtingen die de school van hen heeft in te lossen. Verder beweert hij dat er voor scholen heel
wat tools beschikbaar zijn. Als
voorbeeld verwijst hij naar de brugfiguren in Gent.
Met die laatste opmerking van Van Avermaet kom ik tot de ware reden
van mijn ergernis. U roept scholen op
ouders te vragen om een actief engagement.
Terwijl het al gebeurt. In vele
scholen. In meerdere steden en
gemeenten. Via de brugfiguren. Niet via eenrichtingsverkeer. Wel via tweerichtingsverkeer. Van school naar ouders. Van ouders naar school. Uw uitlatingen gaan voorbij aan het werk van
deze geëngageerde brugfiguren. Meer nog,
u lijkt deze compleet te negeren. Alsof
ze niet bestaan.
Bovendien las ik na uw uitspraken vele getuigenissen van allochtone
ouders. Van vaders en moeders. Uitspraken, die bewezen dat er heel zeker
engagement aanwezig is. Dat er heel
zeker wordt geparticipeerd. Uitspraken,
die een andere waarheid toonden. Ver weg
van uw veralgemeningen.
Net zo las ik in het boek van Hans Vandecandelaere, In Molenbeek, over
boeiende projecten, die scholen in Molenbeek opstartten om de participatie van
ouders te verhogen. Om hen dichterbij de
school te brengen.
Hoe anders had uw communicatie kunnen zijn? U had vooraf kunnen
samenzitten met actoren uit het werkveld.
Om de bestaande initiatieven te evalueren. Om die initiatieven te beoordelen op hun
merites. U had kunnen communiceren dat u
de functie van brugfiguur (of gelijkaardige initiatieven) zou uitrollen over
heel Vlaanderen. Net omdat zij in vele
steden en gemeenten hun bestaansrecht bewezen hebben. U had kunnen zeggen dat u de doelstelling van
gelijke onderwijskansen hiermee hoopt te realiseren. Of dat u die doelstelling hiermee toch
dichterbij hoopt te brengen. U had
kunnen zeggen dat u voor dit project voldoende budgetten zou voorzien. Zodat ouders en scholen ondersteund
worden. Dat alles had u kunnen zeggen.
U deed het niet.
Integendeel. U deed net het
tegenovergestelde. U
generaliseerde. U culpabiliseerde. U communiceerde niet vanuit een beleidsmatige
visie. Dat deed u niet. Vooraf even navraag doen op het werkveld had
u immers tot andere inzichten kunnen brengen.
U bent een dossiervreter. Dat
laat mij veronderstellen dat u ook in dit dossier het ruimere plaatje had
moeten zien. Het feit dat u zich laat
verleiden tot een verenging van het debat doet mij veronderstellen dat u andere
motieven had voor uw uitlatingen. Andere,
partijpolitieke motieven.
Met elk woord van haar uiteenzetting groeide mijn sympathie voor
Véronique. Voor haar werk. Met elk woord groeide mijn ergernis over uw
uitlatingen. Jawel, na de uiteenzetting
heb ik nog gegeten. Maar de boterhammen
en de soep bleven op mijn maag liggen.
Het smaakte mij niet. Daaraan
hebt u schuld.
Beste Hilde, lange tijd heb ik u beschouwd als één van de sterkhouders
binnen de Vlaamse regering. Ik kan het
dan ook enkel diep betreuren dat u zich hebt laten verleiden tot die niet
gefundeerde uitspraken. Ik kan enkel
vermoeden dat u ageerde in opdracht. Van
hogerhand. U had kunnen verkiezen te
zwijgen. Dat hebt u niet gedaan. Daarmee bent u zwaar uit de bocht
gegaan. U hebt bewezen een trouwe
partijsoldaat te zijn. U hebt bewezen
dat partijbelangen voorrang hebben op uw beleid. Dat kan ik enkel betreuren. Ik kan enkel vaststellen dat uw imago van
dossiervreter en sterkhouder aan diggelen is geslagen. Definitief.
Onherstelbaar.
Met vriendelijke groeten.
het is idd net zoals u zegt, de voeling met het middenveld is totaal verdwenen. Slogans en twittercommunicatie neemt de bovenhand. Denk maar aan gisteren. Men kan 1 op de 4 ziekenhuizen sluiten. Ik weet niet of die mensen ooit in een ziekenhuis geweest zijn, of die ooit aan een ziekhuisbed hebben gestaan, maar dit is heel ver weg van de werkelijkheid.
BeantwoordenVerwijderenIk ervaar het ook in mijn sector. Als de minister samenzit met iemand, dan is het de werkgever. Werknemersorganisaties zijn niet welkom, of niet uitgenodigd. Hoe kan men dan een correct beeld hebben van wat er echt leeft in een sector?
Zeer terechte open brief. Uw ergernis zou alleen maar groeien als u wist dat Mevr. Hilde Crevits net wel het middenveld contacteerde, en op bezoek kwam in een school met een brugfiguur. En nog had ze het niet begrepen dat we nood hebben aan verbindend werken in plaats van polariserend en culpabiliserend. Er zijn trouwens tal van studies en bijhorende professoren die bewijzen dat die 'early interventions' werken en dat het zelfs economisch gezien verstandiger is om te investeren van onderuit. Maar kijk, ze kiezen er dus echt voor, nog bewuster dan u denkt, om twee anti-terrorismespecialisten op pad te sturen in plaats van een degelijk laagdrempelig netwerk van verbindende specialisten hun werk te laten doen. Want dat zijn ze, de brugfiguren, straathoekwerkers, leerkrachten, ...gedreven en inspirerend, net zoals Véronique!
BeantwoordenVerwijderen