donderdag 6 april 2017

Hoe een sober maal tot politieke verontwaardiging kan leiden. Brief aan Hilde Crevits.

Beste Hilde,
 
Indien u zou gevraagd worden hoe een sober maal tot politieke verontwaardiging kan leiden, zou u het antwoord schuldig moeten blijven.  Omdat u het niet zou weten.  Zelfs bij navraag bij uw kabinet, zou u uw schouders moeten ophalen.  U zou ook dan moeten erkennen dat u het niet weet.  U verwacht geen oorzakelijk verband.  Daarom blijft een antwoord van uwentwege uit.  Nochtans bestaat dat verband.  Ik heb het mogen ervaren.  Laat het mij u verduidelijken.
 
Elk jaar worden wij uitgenodigd op het sober maal.  Tijdens de vastenperiode.  Onze werkgever laat ons de vrijheid al dan niet deel te nemen.  Verplichten is niet meer van deze tijd.  Zo wordt terecht gedacht.  Behalve als het verkiezingen betreft.  Dan ben ik voorstander van plicht.  Maar dat is een andere discussie.  Ik wil niet afwijken.  Ik wil bij de les blijven.  Ondanks de afwezigheid van enige verplichting, ben ik dus elk jaar aanwezig.  Niet omdat ik verlekkerd ben op soep met boterhammen.  Wel omdat ik nieuwsgierig ben naar de getuigenis van de gastspreker.  Want dat is wat ook gebeurt.  Op die dag wordt ook gedacht aan voedsel voor de geest.  Om onze geest te voeden wordt elk jaar iemand uit het sociale middenveld uitgenodigd om te getuigen over zijn of haar werkgebied.  Het levert altijd een boeiende confrontatie op.
 
Dit jaar was Véronique van Damme gastspreker.  U zal haar niet kennen.  Als brugfiguur is zij verbonden aan het Sint-Gregoriuscollege in Gentbrugge.  In die hoedanigheid heeft zij meerdere taken.  Zij ondersteunt het schoolteam op het vlak van communicatie met ouders en helpt mee strategieën te ontwikkelen die gelijke kansen tot doel hebben.  Zij betrekt elke ouder zoveel als mogelijk en spreekt hem/haar aan als partner in het leer- en opvoedingsproces.  Verder ondersteunt zij de samenwerking en communicatie met de buurt en de brede school.  Dat is in grote lijnen haar takenpakket.  Sinds 1997 zet Stad Gent deze figuren in op scholen met een hoog percentage kwetsbare kinderen.
 
Onderzoek wijst uit dat een goede samenwerking tussen ouders en school de onderwijsloopbaan van het kind gunstig beïnvloedt.  In het onderwijslandschap gaat men dan ook meer en meer op zoek naar strategieën om de drempel tussen school en gezin te verlagen.  Het project van brugfiguren past in dit streven.
 
Met tal van voorbeelden illustreerde de gastspreker hoe zij dagelijks probeerde die doelstellingen te vertalen naar de realiteit.  Hoe zij dagelijks probeerde de theorie om te zetten naar de praktijk.  Geboeid zat ik te luisteren.  Ik moet zeggen, zij was een begenadigd spreker.  Zonder een vooraf uitgeschreven tekst of spiekbriefje wist zij ons een half uurtje te animeren.  Zomaar.  Uit het vuistje.  Een hele prestatie.
 
Ondanks het feit dat ik intens luisterde, kon ik niet verhinderen dat mijn gedachten afdwaalden.  Mijn gedachten dreven af naar u.  Naar uw recentste uitspraken omtrent het engagement van allochtone ouders en nieuwkomers.  U zei dat wij in onze samenleving gerust wat meer engagement mogen verwachten van hen.  Volgens u mogen scholen explicieter een actief engagement vragen van de ouders.  U geeft hierbij enkele voorbeelden.  Aanwezig zijn op oudercontacten.  Communicatie van de school opvolgen.  Deelnemen aan de ouderraad.  Helpen bij een ouderavond.
 
Mijn ergernis groeit terwijl ik naar de heldere uiteenzetting luister.  Niet enkel omdat ik nu weet dat u voor uw beurt sprak.  Dat is wat Piet Van Avermaet vertelt.  Hij is directeur van het steunpunt Diversiteit en Leren aan UGent.  In uw opdracht voert hij onderzoek naar het thema van ouderbetrokkenheid.  Op de resultaten van dit onderzoek is het nog wachten.  Daarom reageert Piet Van Avermaet ook.  Volgens hem zijn uw uitspraken op geen enkel empirisch onderzoek gebaseerd.  In tegenstelling tot u hoedt hij zich voor gevaarlijke veralgemeningen.  Hij zegt dat ook allochtone ouders heel begaan zijn met de schoolresultaten van hun kinderen.  Maar zij ontbreken het sociale en culturele kapitaal om de verwachtingen die de school van hen heeft in te lossen.  Verder beweert hij dat er voor scholen heel wat tools beschikbaar zijn.  Als voorbeeld verwijst hij naar de brugfiguren in Gent.
 
Met die laatste opmerking van Van Avermaet kom ik tot de ware reden van mijn ergernis.  U roept scholen op ouders te vragen om een actief engagement.  Terwijl het al gebeurt.  In vele scholen.  In meerdere steden en gemeenten.  Via de brugfiguren.  Niet via eenrichtingsverkeer.  Wel via tweerichtingsverkeer.  Van school naar ouders.  Van ouders naar school.  Uw uitlatingen gaan voorbij aan het werk van deze geëngageerde brugfiguren.  Meer nog, u lijkt deze compleet te negeren.  Alsof ze niet bestaan.
 
Bovendien las ik na uw uitspraken vele getuigenissen van allochtone ouders.  Van vaders en moeders.  Uitspraken, die bewezen dat er heel zeker engagement aanwezig is.  Dat er heel zeker wordt geparticipeerd.  Uitspraken, die een andere waarheid toonden.  Ver weg van uw veralgemeningen.
 
Net zo las ik in het boek van Hans Vandecandelaere, In Molenbeek, over boeiende projecten, die scholen in Molenbeek opstartten om de participatie van ouders te verhogen.  Om hen dichterbij de school te brengen.
 
Hoe anders had uw communicatie kunnen zijn? U had vooraf kunnen samenzitten met actoren uit het werkveld.  Om de bestaande initiatieven te evalueren.  Om die initiatieven te beoordelen op hun merites.  U had kunnen communiceren dat u de functie van brugfiguur (of gelijkaardige initiatieven) zou uitrollen over heel Vlaanderen.  Net omdat zij in vele steden en gemeenten hun bestaansrecht bewezen hebben.  U had kunnen zeggen dat u de doelstelling van gelijke onderwijskansen hiermee hoopt te realiseren.  Of dat u die doelstelling hiermee toch dichterbij hoopt te brengen.  U had kunnen zeggen dat u voor dit project voldoende budgetten zou voorzien.  Zodat ouders en scholen ondersteund worden.  Dat alles had u kunnen zeggen.
 
U deed het niet.  Integendeel.  U deed net het tegenovergestelde.  U generaliseerde.  U culpabiliseerde.  U communiceerde niet vanuit een beleidsmatige visie.  Dat deed u niet.  Vooraf even navraag doen op het werkveld had u immers tot andere inzichten kunnen brengen.  U bent een dossiervreter.  Dat laat mij veronderstellen dat u ook in dit dossier het ruimere plaatje had moeten zien.  Het feit dat u zich laat verleiden tot een verenging van het debat doet mij veronderstellen dat u andere motieven had voor uw uitlatingen.  Andere, partijpolitieke motieven.
 
Met elk woord van haar uiteenzetting groeide mijn sympathie voor Véronique.  Voor haar werk.  Met elk woord groeide mijn ergernis over uw uitlatingen.  Jawel, na de uiteenzetting heb ik nog gegeten.  Maar de boterhammen en de soep bleven op mijn maag liggen.  Het smaakte mij niet.  Daaraan hebt u schuld.
 
Beste Hilde, lange tijd heb ik u beschouwd als één van de sterkhouders binnen de Vlaamse regering.  Ik kan het dan ook enkel diep betreuren dat u zich hebt laten verleiden tot die niet gefundeerde uitspraken.  Ik kan enkel vermoeden dat u ageerde in opdracht.  Van hogerhand.  U had kunnen verkiezen te zwijgen.  Dat hebt u niet gedaan.  Daarmee bent u zwaar uit de bocht gegaan.  U hebt bewezen een trouwe partijsoldaat te zijn.  U hebt bewezen dat partijbelangen voorrang hebben op uw beleid.  Dat kan ik enkel betreuren.  Ik kan enkel vaststellen dat uw imago van dossiervreter en sterkhouder aan diggelen is geslagen.  Definitief.  Onherstelbaar.

Met vriendelijke groeten.

2 opmerkingen:

  1. het is idd net zoals u zegt, de voeling met het middenveld is totaal verdwenen. Slogans en twittercommunicatie neemt de bovenhand. Denk maar aan gisteren. Men kan 1 op de 4 ziekenhuizen sluiten. Ik weet niet of die mensen ooit in een ziekenhuis geweest zijn, of die ooit aan een ziekhuisbed hebben gestaan, maar dit is heel ver weg van de werkelijkheid.
    Ik ervaar het ook in mijn sector. Als de minister samenzit met iemand, dan is het de werkgever. Werknemersorganisaties zijn niet welkom, of niet uitgenodigd. Hoe kan men dan een correct beeld hebben van wat er echt leeft in een sector?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zeer terechte open brief. Uw ergernis zou alleen maar groeien als u wist dat Mevr. Hilde Crevits net wel het middenveld contacteerde, en op bezoek kwam in een school met een brugfiguur. En nog had ze het niet begrepen dat we nood hebben aan verbindend werken in plaats van polariserend en culpabiliserend. Er zijn trouwens tal van studies en bijhorende professoren die bewijzen dat die 'early interventions' werken en dat het zelfs economisch gezien verstandiger is om te investeren van onderuit. Maar kijk, ze kiezen er dus echt voor, nog bewuster dan u denkt, om twee anti-terrorismespecialisten op pad te sturen in plaats van een degelijk laagdrempelig netwerk van verbindende specialisten hun werk te laten doen. Want dat zijn ze, de brugfiguren, straathoekwerkers, leerkrachten, ...gedreven en inspirerend, net zoals Véronique!

    BeantwoordenVerwijderen