Beste Filip,
Mijn inlevingsvermogen is onbegrensd.
Of toch bijna. Vanuit dat
onbegrensde vermogen lukt het vrij aardig mij in te beelden welke verwensingen
u naar het hoofd geslingerd krijgt.
Langs allerhande weg. Al die
bagger maakt u heel misschien wantrouwig.
In die mate zelfs dat u in mijn aanspreking enig cynisme of sarcasme
meent te moeten lezen. Met mijn hand op
het hart kan ik zeggen dat dit geenszins mijn bedoeling is. Mijn aanspreking is oprecht. In die aanspreking mag u oprechte bewondering
lezen. In deze brief zal ik proberen dit
te verduidelijken.
Gent is vol. Dat is een
understatement. U bent een
Gentenaar. Net als ik. U bent niet blind. Net als ik dat niet ben. U bent niet doof. Net als ik dat niet ben. Beiden zien en horen wij wat er met Gent
gebeurt. Elke morgen, elke avond en elke
minuut daartussen zien wij dicht slibbende wegen. Wagens bumperen naar hun bestemming. Stapvoets.
Bijna stilstaand. Daartussen
laveren fietsen. Daartussen komen trams
vast te zitten. Beiden zien wij dat
bijna dagelijks gebeuren.
Ondanks onze gelijklopende vaststellingen is er toch dat ene
verschil. U bent een man van het
beleid. Vanuit die functie hebt u de
mogelijkheid een oplossing na te streven voor het gestelde probleem. U zou kunnen verzaken aan die
mogelijkheid. Dat zou een optie
zijn. Die optie is evenwel niet de
uwe. U ging aan de slag. U deed wat een politicus behoort te
doen. Samen met uw administratie ging u
op zoek naar een oplossing.
U stelde vast dat vier op de tien wagens dwars door de binnenstad
rijden terwijl dat eigenlijk niet hoeft.
De binnenstad ontlasten van doorgaand verkeer wordt één van de
uitgangspunten van het Circulatieplan (dat samen met het Parkeerplan het
grotere Mobiliteitsplan vormt). Het
uiteindelijke doel van dat Circulatieplan is een verbetering van de
leefbaarheid voor de bewoners en bezoekers van de stad. Het garanderen van de bereikbaarheid voor
fietsers, bussen, trams en auto’s met een bestemming in de binnenstad is een
ander doel van dat Circulatieplan.
Uit bovenstaande moet meteen duidelijk blijken dat het plan niet
geschreven werd met enkel de fietser in het achterhoofd. Dat wordt al te vaak en al te luid
geopperd. Nochtans is het niet zo. Het werd geschreven voor iedereen die het
plan opvat naar de binnenstad van Gent te komen op om het even welke manier. Een vlotte doorstroming, dat is uw
uiteindelijke betrachting. Een vlotte
doorstroming voor iedereen.
Onlangs hoorde ik minister Ben Weyts in een interview zeggen dat de
binnenstad ontlasten van doorgaand verkeer één van de redenen is voor de gemaakte
plannen en afspraken in het Oosterweeldossier.
Voor hem leek dat de evidentie zelve.
Antwerpen en Gent lijken tot eenzelfde vaststelling te komen. Het kan.
Wonderen zijn de wereld niet uit.
Bij de uitwerking van het Mobiliteitsplan bleef u niet in die
spreekwoordelijke ivoren toren. U kwam
naar buiten. Jawel, bij voorbaat had u
een aantal uitgangspunten uitgewerkt.
Daarover viel niet of nauwelijks te discussiëren. Wel stond u open voor voorstellen om die
uitgangspunten op het terrein te realiseren.
U stond open voor kritiek en stond niet weigerachtig tegenover mogelijke
bijsturingen. Om uw Plan te voeden met
ideeën organiseerde u verschillende infomomenten. Een openbaar onderzoek. Informatievergaderingen. Gespreksavonden. Op elk van die momenten kon de Gentenaar zijn
ei kwijt. Op elk van die momenten kon
diezelfde Gentenaar een nuttige bijdrage leveren in het uitwerken van een zo
goed mogelijk plan.
Uit bovenstaande wordt duidelijk dat het plan niet van bovenaf werd
opgelegd. Jawel, aan de door u
uitgewerkte uitgangspunten wordt niet getornd.
Daar heb ik alle begrip voor. In
het uitwerken van de maatregelen, die de uitgangspunten moeten mogelijk maken,
stond u evenwel open voor discussie.
Voor woord en wederwoord. U liet
toe dat het Circulatieplan ook van onderuit gevoed werd. Die burgerparticipatie lijkt al te
gemakkelijk vergeten te worden. De vraag
om een volksraadpleging doet bijna vergeten dat hetzelfde volk wel reeds de
mogelijkheid kreeg haar stem te laten horen.
Het Mobiliteitsplan is klaar.
Volgende week gaat het van start.
U zou achterover kunnen leunen.
Dat doet u niet. Omdat u beseft
dat bijsturingen misschien wel noodzakelijk zullen zijn. U beseft dat u niet onfeilbaar bent. Met het oog op mogelijke bijsturingen hebt u
een Burgerkabinet ingesteld. Burgers
kunnen eventuele problemen melden en oplossingen voorstellen. In de komende drie jaar hebt u zelf jaarlijks
een evaluatiemoment ingepland. Die
momenten staan nu al ingeschreven in uw agenda.
In de agenda van uw administratie.
Die mogelijke bijsturingen weerhouden u er van nieuw gecreëerde pleinen
(zoals aan het Koophandelsplein en de Verloren Kost) definitief in te
richten. Pas na tien jaar zal voor deze
pleinen een definitieve herinrichting overwogen worden.
U bent realistisch. Niet
naïef. U bent hoopvol. U gelooft in het project. Net als ik.
Net als ik kijkt u met de ogen van morgen naar het nieuwe project. U bent ervan overtuigd dat de dingen, die
vandaag in het verkeer verkeerd lopen, in het nieuwe plan vlot zullen
lopen. Omdat u in die overwegingen
rekening houdt met de genomen randmaatregelen.
Met de gedane infrastructuurwerken.
Omdat u gelooft dat mensen heel misschien en eindelijk een andere keuze
zullen maken. Omdat dit plan iedereen zal
dwingen naar zichzelf te kijken. Omdat dit
plan aan iedereen de vraag zal stellen welk transportmiddel het meest ideale is
voor elke gemaakte verplaatsing. Elke persoon
zal eindelijk naar zichzelf moeten kijken.
Elke persoon zal niet langer meer naar de andere kunnen wijzen. Hij zal zelf de juiste keuze moeten maken.
Is Gent vernieuwend? Ik denk het niet.
Gent volgt een beweging, die vele steden reeds gemaakt hebben. En toch.
Heel misschien is Gent uniek in dat ene project. Het stadsdistributieplatform. Goederen voor de binnenstad worden verzameld
in depots aan de rand van de stad. Daar worden ze verdeeld over kleine
vrachtwagens en tot de winkels in de binnenstad gebracht. Sinds de jaren negentig wordt hierover
gesproken. Wordt hierover
gebrainstormd. Vandaag is het een realiteit. Ook daarom wil ik juichen. Het project kan te grote vrachtwagens uit de
stad houden. Het project kan een boost
betekenen voor de sociale economie.
Beste Filip, ik wil u danken.
Danken dat u het aandurfde te springen.
U lijkt niet te twijfelen. Zoals
anderen wel doen. Dat is goed. Dat is geen hoogmoed. Dat is lef.
En net lef hebben we nodig om vooruit te gaan. Zonder de nodige portie lef blijven wij ter
plaatse trappelen. Blijven wij
stilstaan. Dat doen wij helaas in te
vele dossiers. In dit mobiliteitsdossier
doen wij het niet. Daarover kan ik enkel
gelukkig zijn.
Samen met u kijk ik uit naar volgende week. Naar de start. Naar de start van een nieuwe circulatie. Naar de start van een nieuw Gent. Ik besef dat er die eerste dagen veel
gevloekt zal worden. Omdat er moet
gezocht worden. Omdat er moet gedraaid
en omgereden worden. Maar dat zal
zachtjes wegebben. Na enkele weken. Misschien na enkele maanden. Daarvan ben ik overtuigd. Omdat ik besef dat u de juiste keuzes gemaakt
hebt.
Hopelijk heb ik niet te veel van uw tijd in beslag genomen. Want ik besef dat het verhaal niet af is met
dit plan. Er moet verder gekeken
worden. Elk van de randgemeenten moet
een hoofdstuk krijgen in dit nieuwe verhaal.
Ook het verhaal van het openbaar vervoer moet aangevuld worden. Want dat verhaal is nog niet volledig en optimaal uitgewerkt. Dat moet in de heel nabije toekomst nog gebeuren. Om aan het eind al die hoofdstukken samen te
binden tot één groot werkend en wervend verhaal.
Ik wens u het allerbeste.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten