donderdag 30 maart 2017

Warm pleidooi voor het Gentse circulatieplan. Brief aan Filip Watteeuw (en bij uitbreiding aan het Gentse schepencollege).

Beste Filip,
 
Mijn inlevingsvermogen is onbegrensd.  Of toch bijna.  Vanuit dat onbegrensde vermogen lukt het vrij aardig mij in te beelden welke verwensingen u naar het hoofd geslingerd krijgt.  Langs allerhande weg.  Al die bagger maakt u heel misschien wantrouwig.  In die mate zelfs dat u in mijn aanspreking enig cynisme of sarcasme meent te moeten lezen.  Met mijn hand op het hart kan ik zeggen dat dit geenszins mijn bedoeling is.  Mijn aanspreking is oprecht.  In die aanspreking mag u oprechte bewondering lezen.  In deze brief zal ik proberen dit te verduidelijken.
 
Gent is vol.  Dat is een understatement.  U bent een Gentenaar.  Net als ik.  U bent niet blind.  Net als ik dat niet ben.  U bent niet doof.  Net als ik dat niet ben.  Beiden zien en horen wij wat er met Gent gebeurt.  Elke morgen, elke avond en elke minuut daartussen zien wij dicht slibbende wegen.  Wagens bumperen naar hun bestemming.  Stapvoets.  Bijna stilstaand.  Daartussen laveren fietsen.  Daartussen komen trams vast te zitten.  Beiden zien wij dat bijna dagelijks gebeuren.  
 
Ondanks onze gelijklopende vaststellingen is er toch dat ene verschil.  U bent een man van het beleid.  Vanuit die functie hebt u de mogelijkheid een oplossing na te streven voor het gestelde probleem.  U zou kunnen verzaken aan die mogelijkheid.  Dat zou een optie zijn.  Die optie is evenwel niet de uwe.  U ging aan de slag.  U deed wat een politicus behoort te doen.  Samen met uw administratie ging u op zoek naar een oplossing.
 
U stelde vast dat vier op de tien wagens dwars door de binnenstad rijden terwijl dat eigenlijk niet hoeft.  De binnenstad ontlasten van doorgaand verkeer wordt één van de uitgangspunten van het Circulatieplan (dat samen met het Parkeerplan het grotere Mobiliteitsplan vormt).  Het uiteindelijke doel van dat Circulatieplan is een verbetering van de leefbaarheid voor de bewoners en bezoekers van de stad.  Het garanderen van de bereikbaarheid voor fietsers, bussen, trams en auto’s met een bestemming in de binnenstad is een ander doel van dat Circulatieplan.
 
Uit bovenstaande moet meteen duidelijk blijken dat het plan niet geschreven werd met enkel de fietser in het achterhoofd.  Dat wordt al te vaak en al te luid geopperd.  Nochtans is het niet zo.  Het werd geschreven voor iedereen die het plan opvat naar de binnenstad van Gent te komen op om het even welke manier.  Een vlotte doorstroming, dat is uw uiteindelijke betrachting.  Een vlotte doorstroming voor iedereen.
 
Onlangs hoorde ik minister Ben Weyts in een interview zeggen dat de binnenstad ontlasten van doorgaand verkeer één van de redenen is voor de gemaakte plannen en afspraken in het Oosterweeldossier.  Voor hem leek dat de evidentie zelve.  Antwerpen en Gent lijken tot eenzelfde vaststelling te komen.  Het kan.  Wonderen zijn de wereld niet uit.
 
Bij de uitwerking van het Mobiliteitsplan bleef u niet in die spreekwoordelijke ivoren toren.  U kwam naar buiten.  Jawel, bij voorbaat had u een aantal uitgangspunten uitgewerkt.  Daarover viel niet of nauwelijks te discussiëren.  Wel stond u open voor voorstellen om die uitgangspunten op het terrein te realiseren.  U stond open voor kritiek en stond niet weigerachtig tegenover mogelijke bijsturingen.  Om uw Plan te voeden met ideeën organiseerde u verschillende infomomenten.  Een openbaar onderzoek.  Informatievergaderingen.  Gespreksavonden.  Op elk van die momenten kon de Gentenaar zijn ei kwijt.  Op elk van die momenten kon diezelfde Gentenaar een nuttige bijdrage leveren in het uitwerken van een zo goed mogelijk plan.
 
Uit bovenstaande wordt duidelijk dat het plan niet van bovenaf werd opgelegd.  Jawel, aan de door u uitgewerkte uitgangspunten wordt niet getornd.  Daar heb ik alle begrip voor.  In het uitwerken van de maatregelen, die de uitgangspunten moeten mogelijk maken, stond u evenwel open voor discussie.  Voor woord en wederwoord.  U liet toe dat het Circulatieplan ook van onderuit gevoed werd.  Die burgerparticipatie lijkt al te gemakkelijk vergeten te worden.  De vraag om een volksraadpleging doet bijna vergeten dat hetzelfde volk wel reeds de mogelijkheid kreeg haar stem te laten horen.
 
Het Mobiliteitsplan is klaar.  Volgende week gaat het van start.  U zou achterover kunnen leunen.  Dat doet u niet.  Omdat u beseft dat bijsturingen misschien wel noodzakelijk zullen zijn.  U beseft dat u niet onfeilbaar bent.  Met het oog op mogelijke bijsturingen hebt u een Burgerkabinet ingesteld.  Burgers kunnen eventuele problemen melden en oplossingen voorstellen.  In de komende drie jaar hebt u zelf jaarlijks een evaluatiemoment ingepland.  Die momenten staan nu al ingeschreven in uw agenda.  In de agenda van uw administratie.  Die mogelijke bijsturingen weerhouden u er van nieuw gecreëerde pleinen (zoals aan het Koophandelsplein en de Verloren Kost) definitief in te richten.  Pas na tien jaar zal voor deze pleinen een definitieve herinrichting overwogen worden.
 
U bent realistisch.  Niet naïef.  U bent hoopvol.  U gelooft in het project.  Net als ik.  Net als ik kijkt u met de ogen van morgen naar het nieuwe project.  U bent ervan overtuigd dat de dingen, die vandaag in het verkeer verkeerd lopen, in het nieuwe plan vlot zullen lopen.  Omdat u in die overwegingen rekening houdt met de genomen randmaatregelen.  Met de gedane infrastructuurwerken.  Omdat u gelooft dat mensen heel misschien en eindelijk een andere keuze zullen maken.  Omdat dit plan iedereen zal dwingen naar zichzelf te kijken.  Omdat dit plan aan iedereen de vraag zal stellen welk transportmiddel het meest ideale is voor elke gemaakte verplaatsing.  Elke persoon zal eindelijk naar zichzelf moeten kijken.  Elke persoon zal niet langer meer naar de andere kunnen wijzen.  Hij zal zelf de juiste keuze moeten maken.
 
Is Gent vernieuwend? Ik denk het niet.  Gent volgt een beweging, die vele steden reeds gemaakt hebben.  En toch.  Heel misschien is Gent uniek in dat ene project.  Het stadsdistributieplatform.  Goederen voor de binnenstad worden verzameld in depots aan de rand van de stad. Daar worden ze verdeeld over kleine vrachtwagens en tot de winkels in de binnenstad gebracht.  Sinds de jaren negentig wordt hierover gesproken.  Wordt hierover gebrainstormd.  Vandaag is het een realiteit.  Ook daarom wil ik juichen.  Het project kan te grote vrachtwagens uit de stad houden.  Het project kan een boost betekenen voor de sociale economie.
 
Beste Filip, ik wil u danken.  Danken dat u het aandurfde te springen.  U lijkt niet te twijfelen.  Zoals anderen wel doen.  Dat is goed.  Dat is geen hoogmoed.  Dat is lef.  En net lef hebben we nodig om vooruit te gaan.  Zonder de nodige portie lef blijven wij ter plaatse trappelen.  Blijven wij stilstaan.  Dat doen wij helaas in te vele dossiers.  In dit mobiliteitsdossier doen wij het niet.  Daarover kan ik enkel gelukkig zijn.
 
Samen met u kijk ik uit naar volgende week.  Naar de start.  Naar de start van een nieuwe circulatie.  Naar de start van een nieuw Gent.  Ik besef dat er die eerste dagen veel gevloekt zal worden.  Omdat er moet gezocht worden.  Omdat er moet gedraaid en omgereden worden.  Maar dat zal zachtjes wegebben.  Na enkele weken.  Misschien na enkele maanden.  Daarvan ben ik overtuigd.  Omdat ik besef dat u de juiste keuzes gemaakt hebt.
 
Hopelijk heb ik niet te veel van uw tijd in beslag genomen.  Want ik besef dat het verhaal niet af is met dit plan.  Er moet verder gekeken worden.  Elk van de randgemeenten moet een hoofdstuk krijgen in dit nieuwe verhaal.  Ook het verhaal van het openbaar vervoer moet aangevuld worden.  Want dat verhaal is nog niet volledig en optimaal uitgewerkt.  Dat moet in de heel nabije toekomst nog gebeuren.  Om aan het eind al die hoofdstukken samen te binden tot één groot werkend en wervend verhaal.  
 
Ik wens u het allerbeste.
 
Met vriendelijke groeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten