Beste Kader,
Ik heb uw boek gelezen. U
schreef een koningsverhaal. Aan het eind
van uw boek schrijft u wat een dergelijk verhaal is. Definieert u precies wat een dergelijk
verhaal inhoudt. Een koningsverhaal is
nooit helemaal afgerond omdat de verteller altijd iets moet bewaren voor de
volgende keer. Dat hebt u gedaan. U hebt iets bewaard. Voor een volgende keer. Na het lezen van uw boek blijf ik
nieuwsgierig. Naar de verdere
lotgevallen van de sjah van Perzië. Naar
wat er met Banoe zal gebeuren. U moet
het mij vergeven. Ik begin met het einde
van het boek. Met wat het boek met mij
gedaan heeft. Zonder het over het boek
zelf te hebben. Dat betaamt niet. Dat mag niet.
Daarom keer ik terug naar uw boek.
Naar uw verhaal.
Samen met u volg ik de sjah op zijn reis door Europa. Die reis maakt hij aan het einde van de
negentiende eeuw. Hij reist doorheen
Rusland, Litouwen, Polen. Hij reist
doorheen Duitsland, België, Nederland, Engeland en Frankrijk. Hij ontmoet tsaren en tsarina’s. Koningen en koninginnen. Keizers en rijkskanseliers. Presidenten en premiers. In die ontmoetingen ziet de sjah zijn angsten
weerspiegeld. Het koningschap wordt
gedegradeerd. Lijkt een relikwie uit de
Middeleeuwen. De koningen lijken
dinosaurussen. Zo zegt u het. Zij lijken hun macht te verliezen. Net daardoor klampen zij zich nog steviger
vast aan het ambt. Net zoals de sjah
doet. Hij vertrouwt niemand. Kan enkel wantrouwen.
Toch verblindt dat wantrouwen de sjah niet. Hij sluit zich niet af. Hij ontmoet mensen. Hij stelt zich open. Geleidelijk aan leert hij Europa kennen. In al zijn facetten. Bij het begin van zijn reis betrad hij een
andere wereld. Een nieuwe wereld. Een wereld, die in alles verschilt met de
zijne. Toch blijft hij niet hangen in
zijn wereld. Hij wil ontdekken. Hij wil leren. Hij snuffelt en proeft van die andere
wereld. De sjah smeet
vriendschapsbanden. Hij overstijgt de
verschillen. Vanuit zijn wereld reikt
hij de hand van deze andere, nieuwe wereld.
De sjah verruimt zijn blik. Laat
nieuwigheden tot hem doordringen. Omarmt
die nieuwigheden.
U vertelt niet enkel over die ontdekkingsreis. U vertelt ook het verhaal van de landen, waar
de sjah doorheen reist. U vertelt het
verhaal van Europa. In die dagen speelt
Europa politiek, economisch en cultureel in de eredivisie. Het continent is een voorloper. Een trendsetter. De sjah is getuige van een Europa in wording. Maar die hoogdagen plaatst u tegenover de
huidige tijden. U laat de realiteit in
uw verhaal binnensluipen. U vertelt over
de Brexit. Over populisten, die het
Europese project aanvallen en afvallen.
Zekerheid wordt geplaatst tegenover twijfel. Tegenover angst. Terwijl innovaties en uitvindingen werden
omarmd in die vroegere dagen, staat men nu huiverachtig tegenover te snelle
veranderingen. Het lijkt alsof wij
vandaag het tempo van een veranderende wereld niet kunnen bijhouden. Sommigen blijven niet bij. Haken af.
Vinden troost in warrige discours.
Het Europa van vandaag lijkt de weg kwijt. Terecht vraagt u waar de grote ideeën
zijn. De grote namen. De grote politici.
Andere thema’s dringen uw verhaal binnen. Zij lijken zich op te dringen. Bijna voelt het alsof u er niet aan voorbij
kan. Dat die thema’s moeten verteld
worden. Moeten aangehaald worden. U vertelt over de vluchtelingencrisis. Over Geldermalsen en het verzet tegen een
asielzoekerscentrum. U vertelt over
Geert Wilders. Over Salah Abdeslam. Over terreuraanslagen. Over vlucht 17 van Malaysia Airlines. Over Charlie Hebdo. Over de Krim en Oekraïne.
Die verweving van fictie en realiteit doet mij continu twijfelen. Ik weet niet meer wat fictie is. Wat werkelijkheid is. Dat gevoel versterkt de onzekerheid, die door
het boek weergalmt. De sjah
twijfelt. Koningen twijfelen. Net zozeer twijfelt de lezer. Die twijfel is een constante in de
fantasierijke wereld, die u schept.
Nog andere dingen voeden die fantasie. Nog andere dingen doen de lezer naar andere tijden reizen. Naar andere, verre landen. Uw boek wordt niet opgedeeld in hoofdstukken. Dat doet u niet. U vertelt het verhaal in vele, korte
hekajats. Dat is een oude oosterse
vertelvorm. Het kan omschreven worden
als een mondeling overgedragen leerzaam verhaal. Die beknoptheid van de aparte stukjes maakt
dat de lezer het boek om het even wanneer ter hand kan nemen. Om het even wanneer kan dichtklappen. Het bevordert de vlotheid van het lezen. Het dwingt de lezer tot een aangenaam
leesritme. Ik zou uw boek kunnen
vergelijken met mijn favoriete dessert.
Tiramisu. U moet mij die
vergelijking vergeven. U hoeft zich niet
beledigd te voelen. Ik zal mij
verduidelijken. Van tiramisu neem ik
telkens één lepeltje. Lepeltje na
lepeltje maak ik mijn bordje leeg. Als er
niemand in de buurt is, durf ik het zelfs aan mijn bord leeg te likken. Omdat ik zo optimaal kan genieten van dat
nagerecht. Welnu, hetzelfde gevoel heb
ik mogen ervaren bij het lezen van uw boek.
Elke hekajat was puur genot. Elke
hekajat heb ik bij wijze van spreken leeg gelepeld. Ik heb de letters niet opgelikt. Zo ver ben ik niet gegaan. Eerbied voor uw meesterwerk weerhield mij
hiervan.
Beste Kader, ik wil u danken voor de wondermooie reis, die ik samen
met u mocht maken. Ik reisde doorheen
landen. Doorheen steden. Doorheen tijden. Doorheen een verleden. Die reis mocht eeuwig duren. Maar zoals altijd komt er een varkentje met
een lange snuit en is het verhaal uit.
Zo was het ook nu. Jammer. Maar ik heb genoten. Meer dan genoten. Voor dat leesplezier wil ik u danken.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten