Beste Alicja,
Ik had nog nooit een boek gelezen van een filosoof. Geschreven door een filosoof. Dan bedoel ik niet een gewoon boek. Ik bedoel dan niet een roman. Ik bedoel dan een filosofisch traktaat. Dat had ik nog nooit gelezen. Te hoog gegrepen voor mij, dacht ik. In dat denken over mezelf sloop wel een
zekere mate van gemakzucht. Ik wilde het
mezelf niet te moeilijk maken. Ik voel
een constante behoefte aan boeken.
Boeken, die mij even wegvoeren.
Naar andere tijden. Naar andere
oorden. Boeken, die mijn fantasie
prikkelen. Die mij in omstandigheden
brengen, waarvan ik hoop die zelf nooit te moeten meemaken. Dat alles zou een filosofisch traktaat niet
kunnen.
Toch moet er in het verleden een moment geweest zijn dat ik aan het bovenstaande
uitgangspunt moet hebben getwijfeld. Een
moment, waarop ik moet hebben geloofd dat een filosofisch traktaat mij kon
beroeren. Mij kon verrijken. Want enkele jaren terug kocht ik uw boek. Ik kocht ‘De verovering van de vrijheid’. Na dat korte moment van aankoop moet ik toch
weer gaan twijfelen zijn aan mijzelf.
Want het boek bleef in mijn kast staan.
Ongelezen. Onaangeroerd. Onaangeroerd is niet juist. Dat mag ik niet schrijven. Enkele keren heb ik het boek in mijn handen
gehad. Om het dan toch weer terug te
zetten. Omdat een ander boek vroeg
gelezen te worden. Daarom bleef uw boek
staan. Al die jaren. Tot enkele weken terug. Dan nam ik het vast. Liet ik niet meer los. Ik las uw boek.
Mijn aanvankelijke vrees werd niet bevestigd. Uw boek wist mij te prikkelen. Jawel, de moeilijkheidsgraad was hoog. Waarmee ik wil zeggen dat ik mijn aandacht er
moest bijhouden. Ik moest al even
terugbladeren. Ik moest een zin soms een
tweede keer lezen. Maar het feit dat ik
dat alles deed, was volgens mij een bewijs dat ik bij de les wou blijven. Dat ik de draad, vakkundig doorheen uw betoog
geweven, niet wilde kwijtraken. Ik was
niet lui. Ik las. Met aandacht.
Ik was vrij. Ik kon immers
kiezen. Het boek aan de kant leggen of
verder lezen. Ik koos verder te
lezen. Tot het einde. Tot de laatste pagina.
Ik weet nog altijd de reden waarom ik uw boek kocht. Het was die ondertitel van uw boek. Daarin stond iets over luie mensen. Ik moet bekennen, soms betrap ik mijzelf er
op dat ik mij laat verleiden tot luiheid.
Als het echt druk wordt en ik vaststel dat de tijd al te snel
voorbijvliegt, durf ik wel eens luidop te zeggen of het niet beter zou zijn
helemaal niks te doen. Gewoon volle
dagen door te brengen in absolute luiheid.
In die momenten meen ik dat het minder druk zou zijn en dat de tijd
minder snel zou voorbijvliegen. Ik zou
het gevoel hebben dat het leven zo langer zou duren. Voor alle duidelijkheid, ik denk dat niet
constant. Ik doe dingen. Maar op heel zeldzame momenten verval ik in
dat denkpatroon. Een gevaarlijk
denkpatroon, dat weet ik nu. Na het
lezen van uw boek.
Bij het lezen van uw boek moest ik terugdenken aan mijn reis in
Zuid-Afrika. Wij zaten met een groepje
op een terras. Wat na te praten over de
voorbije dag. Toen kwam plots die ene
vraag. Die ene vraag, waarop ik niet onmiddellijk
een antwoord had. Dat noodzakelijke
antwoord heeft lang op zich laten wachten.
Maar uiteindelijk heb ik het gevonden.
Op dat terras stelde iemand de vraag aan elk van ons wat de eigenlijke
zin van ons leven was. Ik stond met mijn
mond vol tanden. Dat gebeurt niet
vaak. Toen wel dus. Het antwoord weet ik nu. Ik wil een vol leven. Ik wil alle dingen doen en beleven. Of toch de meeste, legale dingen. Aan het eind van mijn leven wil ik kunnen
terugkijken zonder spijt. Ik wil niet
hoeven te zeggen dat ik nog even moet terugkeren. Omdat ik dingen zou gemist hebben. Dat alles wil ik niet. Daarom ga ik nu voluit. Intens.
Maar volop genietend. En oh ja, dat andere wil ik ook. Ik wil dat anderen met een glimlach aan mij terugdenken. Als ik er niet meer ben. Dat extraatje wil ik ook. Dat zou ik
nu antwoorden aan die ene persoon in Zuid-Afrika. Misschien een te gemakkelijk antwoord. Maar wel een antwoord, dat telt. Voor mij althans.
Ik moet erkennen dat ik mijn antwoord ook terugvond in uw boek. Ik ben dus in goed gezelschap. U raadt de lezer aan niet aan de kant te
blijven. Maar actief in het leven te
staan. Om dingen te doen. Want pas dan is een mens vrij. In luiheid is geen vrijheid te vinden. Dat is niet goed. Want wordt ons niet steeds verteld dat onze
vrijheid het hoogste goed is? Althans, de juiste vrijheid is het hoogste
goed. Want ook in vrijheid bestaat
keuze. Daarover gaat uw boek ook.
Toch is er niet enkel plaats voor filosofische overpeinzingen in uw
boek. Doorheen het boek wordt ook uw
persoonlijke verhaal verteld. Aan dat
persoonlijke verhaal toetst u de geformuleerde standpunten af. Dat maakt het boek wat luchtiger. Maar ook emotioneler. Vooral als u over uw vader schrijft. Over uw relatie met uw vader. Dat raakt mij. Omdat ik terugkoppel. Omdat ik ga nadenken over mijn relatie met
mijn vader. Over mijn rol als zoon. Over zijn rol als vader. Ik weet zeker dat hij mij niet
teleurstelt. Ik weet niet of ik
hetzelfde kan zeggen van mijzelf.
Daarover twijfel ik soms. Dat
houdt mij soms bezig. Ik herkende mij
dus in het boek. Ik ben blijkbaar niet
die enige, die zich die vragen stelt.
Ik wil uw pleidooi niet herhalen.
Ik wil uw pleidooi niet samenvatten.
Maar ik weet nu dat ik luiheid moet mijden. Ik weet zelfs waarom ik het moet mijden. Ik mag wel nog luieren. Dat mag.
Daartegen gaat u niet tekeer.
Maar voor die leegdoenerige luiheid pas ik. Dat wil ik niet. Ik wil een vol leven. Maar dat heb ik al gezegd.
Wat wil ik dan nog zeggen? Heel misschien wil ik nog zeggen dat uw
boek een goed boek is. Een uitstekend
boek. Eindelijk las ik een boek, geschreven
door een filosoof. Eindelijk las ik een
filosofisch traktaat. Nu weet ik het,
deze primeur vraagt om navolging. Ik zal
het nog doen. Vaker en meer. Omdat het mij dwingt mij open te
stellen. Omdat het mij dwingt een
positie te bepalen. Een standpunt in te
nemen. Omdat het mij uitdaagt. Het zijn net die uitdagingen, die het leven
kruiden. Ik wil dus nog van die
challenges. Graag. Heel graag.
Beste Alicja, ik wil u danken voor die fantastische kennismaking met
een voor mij onbekende wereld. Ik wil u
danken voor een fantastisch boek.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten