Beste,
Ik ken u niet. Jij kent mij
niet. Dat neemt niet weg dat ik meen dat
wij beste vrienden zouden kunnen zijn.
Dat zeg ik niet zomaar. Zomaar
iets zeggen, ik doe het zelden. Dat
gevoel van vriendschap komt niet zomaar uit de lucht vallen. Ik heb zo mijn redenen om te denken dat wij
beste vrienden kunnen zijn. Ik bedoel
dan geen oppervlakkige vriendschap. Ik
bedoel wel degelijk een diepe en hechte vriendschap. Ik besef dat u mijn redenen wil
aanhoren. Ik zal het u vertellen. Want dat is wat vrienden doen. Vrienden vertellen. Hebben geen geheimen.
Ik kwam een boekhandel buiten.
Een boekhandel in den vreemden. Die
was ik kort tevoren binnengestapt. Ik
doe dat wel vaker als ik op reis ben.
Gewoon om even rond te neuzen. Om
te zien welke boeken worden aangeprezen.
Welke boeken de toppers zijn. Om
te zien welke van onze auteurs het goed doen in het buitenland. Welke van hun boeken worden aangeboden aan de
geïnteresseerde lezer(es). Die dag vond
ik enkel Amélie Nothomb als vertegenwoordiger van het Belgische
schrijverschap. Althans, dat is wat mijn
oppervlakkige inspectie opleverde. Eén
naam. Slechts één naam. Een beetje povertjes, dacht ik.
Ik kwam die boekhandel buiten.
Bleef even staan. Een boekhandel
kan ik niet zomaar verlaten. Ik blijf
eventjes wachten aan de deur. Ik vind
dat leuk. Ik wil zien wie er
binnengaat. Wie er buiten stapt. Toen ik daar wachtte, zag ik u buiten komen.
U had twee boeken gekocht. Dat
zag ik. U zwaaide er mee. Naar uw vrouw. Uw vrouw stond buiten te wachten. Zij was niet mee binnengegaan. Wat de reden van die tijdelijke scheiding
was, weet ik niet. Zou het kunnen dat
zij boeken verfoeide? Ik durf het niet te denken. Dat zou een te zware beschuldiging zijn. Heel waarschijnlijk gaf zij de voorkeur aan
dat heerlijke zonlicht. Dat kan ook
deugd doen. Dat kan een mens ook
gelukkig stemmen.
U kwam bij uw vrouw. Ik hoorde
u zeggen dat u eindelijk gevonden had wat u zocht. Dat is wat ik meende te begrijpen. Want u sprak uw taal. Die verschilde van de mijne. Toch was ik zeker van mijn stuk. Want u sprak niet enkel woorden. U straalde diezelfde woorden ook uit. Met een grote glimlach. Een glimlach waaruit tevredenheid sprak. Tevredenheid om een beëindigde
zoektocht. Een beëindigde queeste naar
dat ene boek. U ziet, ik kan niet enkel
woorden interpreteren. Zelfs expressies
meen ik te kunnen duiden.
Niet enkel u glunderde. Ook uw
vrouw glunderde. Zij was blij met uw
ontdekking. Misschien omdat u vanaf
heden niet elke boekhandel zou binnenstappen op zoek naar dat ene boek. Omdat de zoektocht eindelijk tot zijn einde
was gekomen. Zou dat de reden van haar
blijheid kunnen zijn? Ik durf het niet te denken. Alweer zou dat een te zware beschuldiging
zijn. Ik meen daarom dat haar blijheid
oprecht was. Dat zij uw succes
gunde. Dat zij uw overwinning wilde
delen.
U zwaaide niet enkel met die boeken.
U deed ook dat ene. Dat ene
waardoor ik ging denken dat wij echte vrienden konden zijn. U sloeg één van beide boeken open. Zomaar.
Lukraak. Willekeurig
gekozen. U begroef uw gezicht in het
boek. U dook in dat boek. Toen deed u het. U snoof.
U rook. U wilde die boekengeur in
u opnemen. Ik keek naar u. Ik keek naar u toen u dat ene, kleine gebaar
maakte. Ik wist het meteen. Ik hoefde niet te twijfelen. U was een boekenliefhebber. U begreep dat boeken moeten gelezen
worden. U begreep nog meer. U begreep tevens dat boeken omzichtig moeten
behandeld worden. Met liefdevolle
voorzichtigheid. Geen nonchalance. Nonchalance moet vermeden worden. Dat alles begreep u.
Ik keek naar u. Daar, aan die
boekenhandel. In het buitenland. Daar, op dat ene moment, dacht ik dat wij
goede vrienden zouden kunnen zijn. Beste
maatjes. Ik heb u niet gestoord. Want heel waarschijnlijk wou u naar
huis. Om te beginnen met lezen. Ik liet u gaan. Ik sprak u niet aan. U ging uw weg. Ik de mijne.
Heel waarschijnlijk zullen wij elkaar niet meer ontmoeten. Daarvan ben ik vrijwel zeker. Toch zal ik met een warm gevoel aan u
terugdenken. Omwille van die ene
herinnering. Omwille van dat ene
gebaar. Omwille van die liefde voor
boeken.
Boeken maken vrienden. Of
hebben toch die mogelijkheid in zich.
Dat weet ik nu. Voor die onverwachte
openbaring (of is het eerder bevestiging?) wil ik u, beste vriend, danken.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten