Beste Peeping Tom,
Mijn oude dag. Ik durf hierover
al eens te dromen. Ik weet het, het is
nog een verre droom. Een droom, die niet
onmiddellijk te verwezenlijken zal zijn.
Ik ben nog jong. Of neen, ik voel
mij nog jong. Stoppen met werken zal
niet voor morgen zijn. Zelfs niet voor
overmorgen. Ik zal nog een tijdje moeten
doorgaan. Maar ondanks dat besef, durf
ik al eens weg te dromen. Dan denk ik
aan zeeën van tijd. Een overschot aan
vrije tijd. Een tijd, waarover ik vrij
kan beschikken. Alles kan. Alles mag.
Maar bovenal, niks moet. Dat
laatste is nog het meest fantastische.
Op die oude dag kan ik dingen doen, die ik nu in een te krap bemeten
tijd moet volvoeren. Rust, dat is het
idee. Het idee, dat steeds maar
weerkeert in mijn hoofd. Zelf mijn
levensritme bepalen. Op die oude dag
hoef ik niet meer mee te lopen in die dagelijkse ratrace. Jawel, een heel klein beetje kijk ik uit naar
die dag.
En ja, over mijn einde heb ik ook al nagedacht. Honderd twintig jaar zou ik worden. Al die tijd zou ik zelfstandig blijven
wonen. In mijn huisje. In datzelfde huisje zou ik ook sterven. In mijn slaap. Zachtjes zou ik uitdoven. Zonder het te beseffen. Zonder pijn.
Dat scenario zit vast in mijn hoofd.
Bijna lijk ik overtuigd van de haalbaarheid van dit plan.
Maar dan kocht ik een kaartje voor uw voorstelling. Voor Vader.
Waarom? Heel waarschijnlijk omdat ik had gelezen dat uw voorstelling was
geselecteerd voor het Theaterfestival 2015.
Dat uw voorstelling door NRC Handelsblad werd genoemd als beste
dansvoorstelling van 2014. Dat kan
tellen als geloofsbrief. Dergelijke
geloofsbrieven overtuigen. Ik kocht dus
een kaartje.
Ik kan kort zijn. Mijn droom
werd aan gruzelementen geslagen. Ik was
nochtans gewaarschuwd. Door vrienden,
die naar de voorbeschouwing geweest waren.
Daar was gezegd dat het geen vrolijke voorstelling zou worden. Echt happy zouden we niet worden van de
voorstelling.
Wat ik zag, stond in schril contrast met mijn ideële voorstelling van
zaken. Ik zag een andere oude dag. Geen droom.
Wel een nachtmerrie. Ik zag
bejaarden, weggeduwd in grijsheid. In
dufheid. Alsof ze zachtjes werden
weggegomd. Uitgeveegd. Ik zag bejaarden, door iedereen
vergeten. Zelfs door zichzelf
vergeten. Alsof zij niet leken te
beseffen dat zij nog levend en wel in de wereld stonden. Ik zag bejaarden, in de klauwen van
dementie. Zwevend tussen werkelijkheid
en fantasie. Ik zag bejaarden, zichzelf
verliezend in eenzaamheid. Achtergelaten
en gedumpt. Door zoon en/of
dochter. Slechts heel af en toe dat ene
bezoekje. Als een verplicht nummertje
afgehaspeld.
Ik zag een bejaardenhuis. Een ‘home’. Grijs en grauw. Niks van kleur. Als verbleven de bewoners in een kamp, werden
zij van bed naar tafel gecommandeerd. Om
dan terug van tafel naar bed geschreeuwd te worden. Geen enkel lichtpunt. Of toch.
Op die momenten, dat zij liederen zingen. Liederen uit vroegere tijden. Dan dringt kleur binnen in het
bejaardenhuis. Dan schijnt de zon. De apathie wordt uitgeschakeld, een glimlach
verschijnt op het gezicht. Want die
liederen voeren de bewoners terug naar tijden, waarin the sky nog the limit was. Naar een tijd, waarin alle wegen nog open
lagen. Maar net zoals het spreekwoord
duren die mooie liedjes nooit lang.
Slechts een kleine opflakkering van geluk. Een bliksemschicht. Om dan weer terug te keren naar die koude
grauwheid.
Mijn droom ligt aan diggelen.
Mijn hoop op een onbezorgde, oude dag is aangetast. Twijfel sluipt binnen. Die twijfel nestelt zich rondom mijn
hoop. Ik weet het niet meer zeker. Met die aangetaste hoop zou ik kunnen
besluiten dat het inderdaad geen vrolijke voorstelling was. Dat ik weinig redenen tot lachen had. Toch heb ik het gedaan. Toch heb ik gelachen. Want het zware thema van de voorstelling
wordt gecounterd. Er wordt weerwerk
geboden. Spitsvondige absurditeit moet
aan het publiek enige verlichting bezorgen.
Moet enige ademruimte geven. De
fronzen in mijn voorhoofd worden even gladgestreken. Lachrimpels komen in de plaats. Net zoals het absurde in de voorstelling
verpakken ook de choreografieën de voorstelling in een zekere lichtheid. Dartele schoonheid wordt zo
binnengebracht. Waanideeën, fantasieën
en angsten worden op een dansbare manier vertaald. Dansende, gekke lichtvoetigheid. Ook dat lucht op. Ook dat tempert de hardheid van de
voorstelling.
Een vrolijke voorstelling? Neen, niet echt. Ondanks die lichtere momenten. Ondanks die adempauzes. Een goede voorstelling? Jawel, dat zeker. Een voorstelling, dat mij nu al doet
uitkijken naar de volgende delen uit de trilogie. Want Moeder komt er aan. Want Kinderen komt er aan. Jawel, beste Peeping Tom, ik blijf u
volgen. Zeer zeker. Want u schept schoonheid.
Mijn droom is aangetast. In
mijn hoofd heeft twijfel zich vastgezet.
Maar dat is goed. Want twijfel
houdt een mens alert. Houdt een mens bij
de les. Heel misschien is twijfel te
verkiezen boven zekerheid. Zekerheid
maakt een mens laks. Maakt een mens
leeg. Schuilt net daarin niet het gevaar?
Peepin Tom, ik dank u voor een boeiende avond. Ik kijk nu al uit naar onze volgende
ontmoeting.
Met vriendelijke groeten.
Speellijst:
Peeping Tom – speeldata.
Video:
Peeping Tom – Vader.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten