Beste Ayelet,
U schreef het beste boek van 2015.
Kritische geesten zouden mij de vraag voor de voeten kunnen werpen of ik
dan alle boeken van 2015 ook daadwerkelijk gelezen heb. Op die vraag zou ik ontkennend moeten
antwoorden. Om die kritische geesten ter
wille te zijn, moet ik die eerste zin aanpassen aan de werkelijkheid. U schreef het beste boek dat ik in 2015 las. Of nog zal lezen. Zo is het.
Dat is wat ik zonder enige overdrijving en met zin voor de werkelijkheid
durf beweren. Nu ik deze verwarring heb
rechtgezet, durf ik nog vranker te zijn.
U schreef het beste boek van de voorbije jaren.
U schreef het beste boek. Ik
schreef de kortste brief. Want
bovenstaande zou kunnen volstaan. U
kreeg een mooi compliment. Dat zou meer
dan voldoende moeten zijn. Maar we
moeten opletten met superlatieven.
Superlatieven moeten beargumenteerd worden. Kunnen niet zomaar vrijblijvend zijn. Noodgedwongen zal mijn kortste brief wat
langer worden. In de hoop zo te kunnen
overtuigen. Want deze brief zal niet
enkel door u gelezen worden. In de
eerste plaats wel. Omdat hij aan u
geadresseerd is. Maar u zal hem ook aan
anderen laten lezen. Heel waarschijnlijk
ook aan mensen, die uw boek nog niet lazen.
Dan kan het best wel handig zijn dat zij in deze brief voldoende argumenten
vinden om dat foutje in de heel nabije toekomst te herstellen.
U schreef het beste boek.
Waarom? Omdat ik het ontelbare keren zei. Luidop.
Tegen mezelf. Tegen mijn
vriendin. Tegen een onbekende in mijn
onmiddellijke nabijheid. Telkens ik het
boek dichtklapte, zei ik het luidop en met overtuiging. Het lijkt vreemd. Maar dat is wat een mens doet als hij wordt
geconfronteerd met pure schoonheid. Hij
lijkt zichzelf te moeten overtuigen. Een
mens lijkt niet te snappen waarom juist hem dergelijke schoonheid in de schoot
geworpen wordt. Een mens lijkt maar niet
te vatten waarom hij zo bevoorrecht is.
Daarom spreek ik die enkele woorden uit.
Telkenmale. Om mij zo te
overtuigen dat die schoonheid reëel is.
Echt en tastbaar. Enkel zo kan ik
mij overtuigen dat het geen droom is.
Dat ik in het werkelijke leven sta.
Dat ik in dat werkelijke leven dat ene prachtboek aan het lezen
ben. Als een bezweringsformule spreek ik
die woorden. Om te vermijden dat die
schoonheid mij zou ontsnappen.
U schreef het beste boek.
Waarom? Omdat ik elk moment aangreep in uw wereld te stappen. In uw boek te lezen. Het overkomt mij niet vaak maar met tegenzin
volbracht ik mijn dagelijkse plichten.
Met tegenzin ging ik werken. Met
tegenzin at ik mijn drie maaltijden.
Ontbijt, lunch, diner. Met
tegenzin ging ik slapen. Met tegenzin
stilde ik de honger in het sociale dier, dat ik ben. Niet omdat die taken mij zwaar vallen. Dat is het zeer zeker niet. Wel omdat al die dingen verhinderden dat ik
verder kon lezen. Dat ik aan uw hand kon
lopen. Uw boek werd een verslaving. Geen levensverwoestende verslaving. U hoeft niet te vrezen. Uw boek heeft mij niet in de riool doen
belanden. Heeft mij niet tot de
bedelstaf veroordeeld. Zo een verslaving
was het niet. Integendeel. Het was een heerlijke verslaving. Een verrukkelijke verslaving. Bijna zou ik zeggen dat het een
levensversterkende verslaving is. Dat
laatste zou een tikkeltje overdreven zijn.
Voor overdrijving dien ik mij te behoeden. Dat hoort thuis in een roman. Niet in een brief.
U schreef het beste boek.
Waarom? Omdat ik bijna weigerde de laatste bladzijde te lezen. Niet omdat ik twijfelde aan de literaire
kwaliteiten van die laatste pagina. Wel
omdat het lezen van de allerlaatste bladzijde mij zou veroordelen tot
verbanning uit uw boek. Uit uw wondere
wereld. Ik zou het boek moeten dichtklappen. Definitief.
Terugkeren zou niet meer mogelijk zijn.
Ik zou afscheid moeten nemen van Jacob, de onbeduidendheid in persoon. Ik zou afscheid moeten nemen van Zeëv, de
besnorde verhalenverteller. Ik zou
afscheid moeten nemen van Sonja, de vrouw die naar sinaasappels ruikt. Ik zou afscheid moeten nemen van Bella, de
mooiste vrouw op aarde. Dat wilde ik
niet. Zij waren mij dierbaar. Ik wilde hen niet verlaten. Die ene pagina verbond mij nog met hen. Maar die ene pagina niet lezen, zou uw boek
onaf maken. Onaf houden. Elk liefdesverhaal heeft een einde
nodig. Elk liefdesverhaal moet volledig
zijn. Ook het uwe. Ik las dus verder. Klapte het boek dicht. Met spijt.
Veel spijt.
U schreef het beste boek? Zijn er dan nog redenen? Jawel. U schrijft over de liefde. Kritische geesten zullen zich opnieuw in dit
debat mengen en zeggen dat elk verhaal wel over de liefde handelt. In meer of mindere mate. Dat kan best zijn. Maar de manier waarop u het doet, is
onnavolgbaar. Niet te evenaren. Op een manier, waarin een heerlijke
verbeeldingskracht wordt gekoppeld aan een historische werkelijkheid, toont u
alle kanten van de liefde. U toont de
helende kracht van de liefde. U toont de
vernietigende kracht. U toont een liefde,
die gelukkig maakt. Net zoals een
liefde, die ongelukkig maakt. U toont
ons dat vasthouden aan de liefde soms noodzakelijk kan zijn. Net zoals de liefde loslaten vaak even
noodzakelijk kan zijn. Liefde is
twijfelen. Is een constante
zoektocht. Liefde is werken. Is vasthouden. Niet opgeven.
Eén nacht, Markovitsj. Dat is
uw boek. Bij aanvang vond ik het een
vreemde titel. Niet echt passend bij een
boek. Die mening was niet echt gebaseerd
op iets. Eerder was het een indruk. Een aanvoelen. Na het lezen van het boek besef ik dat geen
betere titel kon gevonden worden. Want
nu weet ik wie die woorden sprak. Weet
ik wanneer hij of zij die woorden sprak.
In die titel zit het hele verhaal vervat. Toch kan ik drie woorden uit de titel nog niet echt benoemen. Is het vergevingsgezindheid? Is het
dankbaarheid? Is het medeleven? Of eerder medelijden? Is het een afscheid? Is het begrip? Is
het …? Het boek is gelezen. Maar die
titel loopt nog door mijn hoofd. Telkens
ik die enkele woorden stilletjes zeg of denk, krijg ik kippenvel. Want ik keer terug in dat verhaal. Dat prachtige verhaal. Dat unieke verhaal.
Beste Ayelet, uw debuut heb ik gelezen. Het doet mij nu al uitkijken naar uw
volgende. Want ik durf nu al te zeggen
dat u een groot schrijver wordt. Of
neen, op basis van uw debuut moet ik het anders formuleren. Voorgaande bewering moet ik lichtjes
bijsturen. Beste Ayelet, u bent een
groot schrijver. Als kleine lezer kan ik
u enkel danken.
Met vriendelijke groeten.
Wat een originele manier om een recensie te schrijven!
BeantwoordenVerwijderen