Revue Ravage. Reeds van bij de
aanvang werd duidelijk welke ravage de politiek aanricht in het leven van de
politicus. Politiek slorpt politici op. Politiek legt volledig beslag op het leven
van diezelfde politici. Met als eerste
slachtoffer de politicus zelf. In zijn
kielzog sleurt de politicus zijn familie mee.
In een neerwaartse spiraal.
Echtgenote en kinderen moeten hun lot aanvaarden. Moeten zich plooien naar de ambities van de
politicus. Nooit wordt hun mening
gevraagd. Het gebeurt. Bijna automatisch. Alsof het een klein, vervelend neveneffectje
is van de politiek. Een klein, te
verwaarlozen neveneffect. Het
huwelijksleven verengt zich tot de gsm.
De familiale agenda wordt voortdurend herschikt. In functie van het politieke leven. Dat politieke leven wikt en beschikt. Vragen worden hierbij niet gesteld. Toch niet door de politicus.
De voorstelling doet ons voortdurend heen en weer slingeren. Heen en weer tussen de twee gezichten van de
politiek. Tussen revue en ravage. Want dat is wat politiek is. Zowel theater als slagveld. Overtuigingskracht en overlevingsinstinct
gaan hand in hand. Het een kan niet
zonder het ander.
Politiek is revue. Theater. De politicus wordt gecoacht. Wordt gemanaged. Als een acteur wordt hij geregisseerd. In wat hij zegt. In wat hij doet. In hoe hij het doet. Door partijjongens. Door marketing boys en girls. De politieke boodschap geraakt
ondergesneeuwd. De verpakking wordt
belangrijker. De kiezer moet niet meer
overtuigd worden. De kiezer moet behaagd
worden. Daarom mag de taal niet te hard
klinken. Om niet af te schrikken. Om de potentiële kiezer niet weg te
jagen. Politiek wordt kleurloos. Wordt bijna uitwisselbaar. Boodschappen zijn slechts een
bijproduct. De politieke kop wordt het
hoofdproduct. De partij lijkt nauwelijks
nog te draaien om ideologie.
Personencultus neemt het over. In
dat circus wordt de politicus gedwongen mee te gaan. Hij moet meedraaien in die dolle
carrousel. Om te overleven. Hij moet zijn rolletje spelen. De rol van politicus.
Politiek is ravage. Slagveld. Op het politieke toneel vallen
slachtoffers. Een politicus moet steeds
bedacht zijn op dat spreekwoordelijke mes in de rug. Bondgenootschappen zijn nooit
definitief. Slechts tijdelijk worden zij
aangegaan. In een dergelijk klimaat
lijkt vriendschap niet te gedijen.
Vrienden worden niet gemaakt. Te
riskant. Te gevaarlijk. Een te groot vertrouwen kan zich tegen de
politicus keren. Hij schermt zich
af. Hij omringt zich door mannen en
vrouwen, aangeleverd door het partijapparaat.
Voor die mannen en vrouwen primeert enkel de partij. Personen zijn inwisselbaar. Personen leven bij gratie van de
peilingen. Bij tegenvallende peilingen
worden de messen geslepen. Worden andere
scenario’s uitgedacht. Andere scenario’s
met andere hoofdrolspelers. Spelers,
waarvan wordt gehoopt dat zij op de golven van succes zullen rijden.
Ondanks deze weinig fraaie schets van het politieke spel weet de
politicus in deze voorstelling zich overeind te houden. Hij kent de spelregels. Hij kent de zeden en de gewoontes. Die kennis laat hem toe datgene te doen wat
hij wil doen. Dat is de maatschappij
stapje voor stapje in de juiste richting duwen.
Hij beseft dat hervormingen slechts bij mondjesmaat kunnen doorgevoerd
worden. Coalities moeten gesmeed
worden. Compromissen moeten gemaakt
worden. In dat smeden en maken moet veel
tijd geïnvesteerd worden. Dat doet
hij. Zonder morren. Hij is overtuigd van zijn opdracht. Van zijn taak. Die overtuiging drijft hem vooruit. Doet hem niet twijfelen.
Die traagheid botst vaak met het verwachtingspatroon bij de
kiezer. Die kiezer wenst onmiddellijk
resultaat. Dat kan niet altijd geleverd
worden. Het politieke spel moet gespeeld
worden. Dat is een conditio sine qua
non. In die lange weg naar uiteindelijk
resultaat haakt de kiezer vaak af. Op
die weg verliest hij zijn geloof in deze of gene politicus. Op die hobbelige weg beslist de kiezer zijn
wagentje aan iemand anders te haken.
Iemand anders, de nieuwe hype.
Die afwezigheid van loyaliteit bij de kiezer belast evenzeer het werk
van de politicus.
Politiek. Een mijnenveld. Dat is wat ik denk bij het einde van de
voorstelling. Maar tegelijk denk ik dat
wij met de nodige zorg moeten omgaan met onze politici. Zorg, die onze zin voor kritiek niet mag
lamleggen. Dat mag niet gebeuren. Nooit.
Diezelfde zorg moet ons toelaten te oordelen, binnen de gegevens van de
politieke realiteit. Dat zou ons milder
moeten stemmen.
Aan het eind van deze brief realiseer ik mij plots dat ik nog niks
geschreven heb over de eigenlijke voorstelling.
Nergens heb ik nog geschreven wat ik precies vond van de
voorstelling. Ik kan kort zijn. Goede dingen behoeven geen grote
woorden. Ik wil dan ook niet zoeken naar
die grote woorden. Naar die
overtreffende trappen. De voorstelling
is één groot feest. Een feest met een
uitmuntend musicerend balorkest. Een
feest met op akelig hoog niveau spelende acteurs en actrices.
Niet enkel de musici schitteren.
Niet enkel de acteurs en actrices schitteren. Net zo schitterend is de theatertekst. Een politiek pamflet. In de woorden van de spelers lezen wij een
zekere maatschappijkritiek. Lezen wij
een visie op het politieke reilen en zeilen.
Met de woorden van Tom Lanoye lijken alle politici op het podium ware
redenaars. De monologen. De dialogen.
Jawel, ook die zijn een feest.
Revue Ravage op donderdagavond.
Die donderdagavond was ik op een bijzonder feestje. Ik heb genoten. Meer dan genoten.
Toen ik op weg naar huis voorbij de Vooruit fietste, zag ik dat het
debat tussen Bruno Tobback en John Crombez voorbij was. Revue Ravage, dat is wat ik dacht als ik aan
die twee kemphanen dacht. Een
toneelvoorstelling met een akelig realiteitsgehalte, ook dat dacht ik.
Met vriendelijke groeten.
Trailer:
Revue Ravage – Dood van een politicus.
Speellijst:
Revue Ravage – NTG.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten