vrijdag 22 mei 2015

Revue Ravage, gezien in NTG. Brief aan Josse De Pauw.

Beste Josse,

Revue Ravage.  Reeds van bij de aanvang werd duidelijk welke ravage de politiek aanricht in het leven van de politicus.  Politiek slorpt politici op.  Politiek legt volledig beslag op het leven van diezelfde politici.  Met als eerste slachtoffer de politicus zelf.  In zijn kielzog sleurt de politicus zijn familie mee.  In een neerwaartse spiraal.  Echtgenote en kinderen moeten hun lot aanvaarden.  Moeten zich plooien naar de ambities van de politicus.  Nooit wordt hun mening gevraagd.  Het gebeurt.  Bijna automatisch.  Alsof het een klein, vervelend neveneffectje is van de politiek.  Een klein, te verwaarlozen neveneffect.  Het huwelijksleven verengt zich tot de gsm.  De familiale agenda wordt voortdurend herschikt.  In functie van het politieke leven.  Dat politieke leven wikt en beschikt.  Vragen worden hierbij niet gesteld.  Toch niet door de politicus.

De voorstelling doet ons voortdurend heen en weer slingeren.  Heen en weer tussen de twee gezichten van de politiek.  Tussen revue en ravage.  Want dat is wat politiek is.  Zowel theater als slagveld.  Overtuigingskracht en overlevingsinstinct gaan hand in hand.  Het een kan niet zonder het ander.

Politiek is revue.  Theater.  De politicus wordt gecoacht.  Wordt gemanaged.  Als een acteur wordt hij geregisseerd.  In wat hij zegt.  In wat hij doet.  In hoe hij het doet.  Door partijjongens.  Door marketing boys en girls.  De politieke boodschap geraakt ondergesneeuwd.  De verpakking wordt belangrijker.  De kiezer moet niet meer overtuigd worden.  De kiezer moet behaagd worden.  Daarom mag de taal niet te hard klinken.  Om niet af te schrikken.  Om de potentiële kiezer niet weg te jagen.  Politiek wordt kleurloos.  Wordt bijna uitwisselbaar.  Boodschappen zijn slechts een bijproduct.  De politieke kop wordt het hoofdproduct.  De partij lijkt nauwelijks nog te draaien om ideologie.  Personencultus neemt het over.  In dat circus wordt de politicus gedwongen mee te gaan.  Hij moet meedraaien in die dolle carrousel.  Om te overleven.  Hij moet zijn rolletje spelen.  De rol van politicus.

Politiek is ravage.  Slagveld.  Op het politieke toneel vallen slachtoffers.  Een politicus moet steeds bedacht zijn op dat spreekwoordelijke mes in de rug.  Bondgenootschappen zijn nooit definitief.  Slechts tijdelijk worden zij aangegaan.  In een dergelijk klimaat lijkt vriendschap niet te gedijen.  Vrienden worden niet gemaakt.  Te riskant.  Te gevaarlijk.  Een te groot vertrouwen kan zich tegen de politicus keren.  Hij schermt zich af.  Hij omringt zich door mannen en vrouwen, aangeleverd door het partijapparaat.  Voor die mannen en vrouwen primeert enkel de partij.  Personen zijn inwisselbaar.  Personen leven bij gratie van de peilingen.  Bij tegenvallende peilingen worden de messen geslepen.  Worden andere scenario’s uitgedacht.  Andere scenario’s met andere hoofdrolspelers.  Spelers, waarvan wordt gehoopt dat zij op de golven van succes zullen rijden.

Ondanks deze weinig fraaie schets van het politieke spel weet de politicus in deze voorstelling zich overeind te houden.  Hij kent de spelregels.  Hij kent de zeden en de gewoontes.  Die kennis laat hem toe datgene te doen wat hij wil doen.  Dat is de maatschappij stapje voor stapje in de juiste richting duwen.  Hij beseft dat hervormingen slechts bij mondjesmaat kunnen doorgevoerd worden.  Coalities moeten gesmeed worden.  Compromissen moeten gemaakt worden.  In dat smeden en maken moet veel tijd geïnvesteerd worden.  Dat doet hij.  Zonder morren.  Hij is overtuigd van zijn opdracht.  Van zijn taak.  Die overtuiging drijft hem vooruit.  Doet hem niet twijfelen.

Die traagheid botst vaak met het verwachtingspatroon bij de kiezer.  Die kiezer wenst onmiddellijk resultaat.  Dat kan niet altijd geleverd worden.  Het politieke spel moet gespeeld worden.  Dat is een conditio sine qua non.  In die lange weg naar uiteindelijk resultaat haakt de kiezer vaak af.  Op die weg verliest hij zijn geloof in deze of gene politicus.  Op die hobbelige weg beslist de kiezer zijn wagentje aan iemand anders te haken.  Iemand anders, de nieuwe hype.  Die afwezigheid van loyaliteit bij de kiezer belast evenzeer het werk van de politicus.

Politiek.  Een mijnenveld.  Dat is wat ik denk bij het einde van de voorstelling.  Maar tegelijk denk ik dat wij met de nodige zorg moeten omgaan met onze politici.  Zorg, die onze zin voor kritiek niet mag lamleggen.  Dat mag niet gebeuren.  Nooit.  Diezelfde zorg moet ons toelaten te oordelen, binnen de gegevens van de politieke realiteit.  Dat zou ons milder moeten stemmen.

Aan het eind van deze brief realiseer ik mij plots dat ik nog niks geschreven heb over de eigenlijke voorstelling.  Nergens heb ik nog geschreven wat ik precies vond van de voorstelling.  Ik kan kort zijn.  Goede dingen behoeven geen grote woorden.  Ik wil dan ook niet zoeken naar die grote woorden.  Naar die overtreffende trappen.  De voorstelling is één groot feest.  Een feest met een uitmuntend musicerend balorkest.  Een feest met op akelig hoog niveau spelende acteurs en actrices.

Niet enkel de musici schitteren.  Niet enkel de acteurs en actrices schitteren.  Net zo schitterend is de theatertekst.  Een politiek pamflet.  In de woorden van de spelers lezen wij een zekere maatschappijkritiek.  Lezen wij een visie op het politieke reilen en zeilen.  Met de woorden van Tom Lanoye lijken alle politici op het podium ware redenaars.  De monologen.  De dialogen.  Jawel, ook die zijn een feest.

Revue Ravage op donderdagavond.  Die donderdagavond was ik op een bijzonder feestje.  Ik heb genoten.  Meer dan genoten.

Toen ik op weg naar huis voorbij de Vooruit fietste, zag ik dat het debat tussen Bruno Tobback en John Crombez voorbij was.  Revue Ravage, dat is wat ik dacht als ik aan die twee kemphanen dacht.  Een toneelvoorstelling met een akelig realiteitsgehalte, ook dat dacht ik.

Met vriendelijke groeten.

Trailer:
Revue Ravage – Dood van een politicus.

Speellijst:
Revue Ravage – NTG.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten