Over van alles en nog wat. Over de grote en de kleine dingen. Over verbazing en ontreddering. Over verwondering en bewondering. Over goede en slechte, mooie en lelijke dingen. Kortom, over het leven.
U kwam naar Gent.Niet
onmiddellijk het juiste moment.Politiek
gezien dan.Er is heel wat te doen.Omtrent intercommunales.Omtrent vergoedingen.Een kandidaat-burgemeester neemt
ontslag.Een schepen meent te mogen
aanblijven.De Gentse oppositie roept
luid maar vergeet in de spiegel te kijken.De kampioen onder de politieke grootverdieners voelt zich geenszins
geremd en roept het luidst.Dit alles om
maar te zeggen dat mijn stad deze dagen meer op een politiek circus lijkt.In dat circus heetten wij u welkom.
Dat zit ik allemaal te denken.Maar dan besef ik dat u met plezier moet afzakken naar onze geteisterde
stad.Dit moet gefundenes fressen zijn
voor een cabaretier.Materiaal voor een
avondvullend programma wordt u zomaar aangereikt.Bijna hoeft u niks meer te doen.Jawel, soms overtreft de werkelijkheid alle
fictie.
Wie had gedacht dat alles in de show om Gent zou draaien, kwam
bedrogen uit.Af en toe deelde u speldenprikken
uit.Naar Tom Balthazar.Naar Siegfried Bracke.Naar Christophe Peeters.Maar dat waren slechts kanttekeningen.De kern van uw betoog handelde over de
Belgische politiek.Daarover valt heel
wat te zeggen.Daarmee valt heel wat te
lachen.Iedereen passeert de revue.Niemand ontziet u.Van Overtveldt, Marghem, De Backer,
Schauvliege, De Block, Reynders, De Croo, Francken, De Crem, … U bent
vlijmscherp.U bent hard in uw
oordeel.Terwijl ik naar u zit te
luisteren, moet ik denken aan die eindejaarsconferences van Geert Hoste.Ik moet denken aan de politici, die lachten
met zijn ‘grapjes’.Met fluwelen
handschoenen werden zij tegemoet getreden door Hoste.Bij u is het ietwat anders.U trekt de bokshandschoenen aan.U deelt de ene uppercut na de andere uit.Bij u moet de politicus incasseren.Zwaar incasseren.Geen genade.Geen medelijden.
U bent boos.Heel boos.Ik kan u begrijpen.Ik deel eenzelfde boosheid.Heel af en toe durf ik die te uiten.Maar mijn bereik is beperkt.Ik ben een roepende in de woestijn.Door bijna niemand gehoord.Bij u is het anders.U hebt een publiek.Tot dat publiek richt u zich.Uiteraard.U roept hen op kritisch te zijn.Vol te houden.Niet te
vergeten.We hoeven foute beslissingen
niet weg te relativeren.Integendeel, die
beslissingen moeten we de verantwoordelijke politici ten kwade duiden.Bij de volgende verkiezingen moeten we
oordelen.Niet enkel het bolletje
kleuren omdat hij of zij toch zo sympathiek is.Niet omdat hij of zij iets heeft kunnen regelen.Niet omdat hij of zij zo goed scoorde in een
populaire televisiequiz.Neen, het
beleid.Het beleid moet centraal staan
in ons oordeel.Dat moet de enige
graadmeter zijn.Om ons de ogen te
openen fileert u het gevoerde beleid.U
komt tot een eindoordeel.Er wordt op
onze hoofden gekakt.Niet verdoken.Wel openlijk.Niet enkel wordt er op onze hoofden gekakt.Er wordt ook nog verwacht dat we dankuwel
zeggen.Er zou immers geen alternatief
zijn.Dat wordt ons steeds weer
gezet.Er is geen alternatief.Heel af en toe wordt er nog aan toegevoegd
dat we toch niet te klagen hebben.Dat
we het hier goed hebben.Berusten, dat
is wat we moeten doen.Alles komt
goed.Uiteindelijk.Dat laatste maakt mij nog het meest
kwaad.Nog meer dan het abominabele beleid.
Ik had vele redenen om toch niet te komen.Gisterenavond was de tweede aflevering van De
Mol.Dat wou ik eigenlijk niet missen. Bovendien was ik wat grieperig.Had ik overal pijn.Ik had dus in mijn zetel kunnen blijven
zitten.Maar ik had een kaartje.Ik moest gaan.Ik moest de koude trotseren.Moest op weg naar de Minard.Na anderhalf uur was ik De Mol vergeten.Na anderhalf uur leek mijn griep
genezen.U bent een wonderdokter.
Aan het eind van uw show vertelt u een parabel.Uit die parabel put ik hoop.Ik durf te hopen dat die bange wezels
eindelijk die arrogante buffels in hun kuiten zullen bijten.Bijten om nooit meer los te laten.Mijn kwaadheid staat mijn hoop niet in de
weg.Want pas als er geen hoop meer is,
is alles echt om zeep.Een dergelijke
zwartkijker ben ik niet.Nog niet.
Beste Stijn.U bent
journalist.U bent zanger.Nu bent u ook cabaretier.U hebt mij gisterenavond doen lachen.U hebt mij doen bulderen van het lachen.Doen gieren van het lachen.Uw analyse was juist.Was helder.Uw analyse overtuigde.Veel loopt
mis.U klaagt dat terecht aan.In een schitterende monoloog.
Ik ga naar huis.Na eerst nog
een pintje gedronken te hebben.Uiteraard.Er moet nagepraat
worden.Ik besef dat mijn kwaadheid
gedeeld wordt.Door u.Door velen.Dat leid ik af aan de reacties van het publiek.Ik besef dat mijn kwaadheid niet verward mag
verward worden met verbitterdheid.Want
dat ben ik niet.Geenszins.Ik ben kwaad omdat ik besef dat het wel degelijk
anders kan.Omdat ik besef dat het wel
degelijk beter kan.U leverde het
bewijs.
Beste Stijn.Ik wil u danken
voor een fantastische avond.Ik kijk al
uit naar onze volgende ontmoeting.Naar
uw volgende analyse.Naar uw volgende
kijk op het politieke gebeuren.Want dat
is wat ik wil u zeggen.In een misschien
te lange brief.Ik wil u zeggen dat u
hierin verder moet.Zonder enige
twijfel.Want u hebt een stem.Een aparte stem.Een luide stem.Met de juiste toon.
We worden wakker in
Tokyo.De verkenning van de stad hebben
we gisteren gehad.Nu weten we hoe het
werkt.Dat zou toch moeten.Alles zou duidelijk moeten zijn. Het openbaar vervoer heeft gisteren zijn
geheimen voor ons ontsluierd.Het in-,
op- en afstappen op de verschillende stations zou een automatisme moeten zijn.Vandaag nemen we de proef op de som.The proof of the pudding is in the eating.
We kunnen naar het
Metropolitan Art Museum.We kunnen naar
het National Museum of Western Art.We
kunnen zelfs naar het National Museum of Nature and Science.Dat alles hadden we kunnen doen. Maar we doen het niet.We willen buiten.We willen dieper in Tokyo binnendringen.Vandaag willen we een meer gedetailleerde
studie maken van enkele wijken in Tokyo.Dan lijkt het binnenstappen van een museum ons geen optie.Let op, we zijn geen cultuurbarbaren.We lijden niet aan een of ander museale
fobie.Dat is het niet.Alleen menen wij dat we een stad pas echt
goed leren kennen door er in rond te dolen.Door er in rond te dwalen.Dat
gaan we dus doen.Dat betekent dat we
ook de dierentuin van Tokyo voorbij wandelen.Geen panda’s voor ons.Zelfs al zou
een toegangsticket ons slechts zes euro kosten.We doen het niet.Wij laten ons
niet van de wijs brengen.We blijven
trouw aan ons vooropgezet plan.De
stad.De stad.De stad.
We verlaten Ueno, de wijk waar wij verblijven.We trekken naar de eerste wijk op ons
lijstje, Hajakuru.Daar willen we
‘gekke’ jongens en meisjes spotten.Jongeren,
die hun striphelden na-apen.Of neen,
het is meer.Zij kopiëren hun
helden.Zij lijken uit een stripverhaal
gestapt te zijn om hier in deze wijk rond te wandelen.Om hier in deze wijk de toeristen te verbazen
met hun soms wel extravagante verschijning.Stripfiguren ontmoeten we niet echt.De jongens en meisjes beseffen dat zij al te zeer een attractie geworden
zijn.Dat vertellen enkele Japanse
studenten, die zich aan de toerist aanbieden als gratis gids.Aan toeristen geven zij gratis advies.Geven zij antwoorden op de vele vragen.Die studenten wisten ons verder te vertellen
dat die jongens en meisjes achterna gezeten werden door fotograferende toeristen.Rustig en ongestoord slenteren doorheen de
straten van Harajuku leek plots niet meer mogelijk te zijn.Altijd kwam wel die vraag of ze even op de
foto wilden.Ze waren het beu.Hebben zich teruggetrokken.Hebben zichzelf verbannen.Weg uit het straatbeeld.In winkels en bars zien we wel nog enkele
survivors.Als werknemer oefenen zij een
bijzondere aantrekkingskracht uit op de toeristen.Die survivors hebben hun imago te gelde gemaakt.De charme van een spontane, toevallige
ontmoeting lijkt weg te zijn.
We worden dan ook dolenthousiast als wij tussen de menigte een
koppeltje spotten.Een ‘gek’
koppeltje.We gaan hen achterna.We zetten de achtervolging in.Op dergelijke momenten beseffen we weer dat
wij toeristen zijn.Toeristen, die uit
zijn op het vreemde.Op het andere.Toeristen, die van dat andere vreemde
absoluut een foto wensen.Want zonder
foto lijkt onze ervaring niet bestaan te hebben.Alles moet vastgelegd worden.Een verfoeilijke gewoonte, dat beseffen
we.Een verfoeilijke gewoonte, waaraan
wij telkens toch weer meedoen.We kunnen
het anders willen.We kunnen het anders
wensen.Tot het zo ver is.Dan buigen wij.Dan plooien we.Dan komt de camera naar boven.Voor die ene foto.Voor die reeks van foto’s.Want één foto volstaat niet meer.Want het zou maar eens een slechte foto
moeten zijn.De kadrering zou maar eens
slecht moeten zijn.De belichting zou
maar eens slecht moeten zijn.Daarom
meerdere foto’s dus.
Het ‘gekke’ koppeltje merkt al snel dat ze gevolgd worden.Ze draaien zich om.Kwaad kijken zij naar ons.Omdat ze alweer achterna gezeten worden door
opdringerige toeristen.Stamelend vragen
we toch om die ene foto.Zo dicht bij
ons doel willen we niet verzaken.Willen
we niet opgeven.Onze vraag wordt wild
weg gegesticuleerd.Woorden zijn niet
nodig.Uit hun houding kunnen wij het
juiste antwoord aflezen.Geen foto.Zoveel is ons duidelijk.Zelfs in het geniep durven we het niet
aan.We beseffen dat wij een grens
hebben overschreden.Dat we met onze
camera ongevraagd die comfort zone binnendrongen.We druipen af.Alweer die ene les wijzer.
We stoppen onze jacht op extravagantie en gekheid.We lopen de winkelstraten in Harajuku
af.Dat op zich is ook al een
ervaring.We beginnen in Omotesando en
eindigen in Takeshita Street.In
Omotesando gaan we even het dak op.Op
het dak van Tokyu Plaza, een groot winkelcentrum, gaan we een koffietje
drinken.Dat koffietje wordt een
totaalervaring.Het wordt meer dan enkel
een koffietje.Vooreerst is er het
uitzicht.We kijken uit over een groot
deel van Harajuku.Vanuit de hoogte
kijken wij neer op de shoppende chaos.Maar hierboven kunnen we die chaos van beneden ontvluchten.In een stadstuin kunnen we rustig achterover
leunen.In een comfortabele
ligzetel.In een gemakkelijk
zeteltje.Jawel, hier op het dak krijgt
dat simpele koffietje een belevingsmeerwaarde.
We verlaten Harajuku.Rijden
naar de volgende wijk.Shibuya.Nog één keer willen we die bijzondere
choreografie aanschouwen.Het oversteken
van een kruispunt zou niks bijzonders zijn.Dat is wat ik denk.Dat is wat ik
denk in het rustige België.Maar die
gedachte moet ik heroverwegen.Toch als
ik op het drukste kruispunt ter wereld sta.Hier in Shibuya.Wat we hier te
zien krijgen, is een massaal dansspektakel.Elke voetganger draagt zijn steentje bij tot dit spektakel.Spontaan ontrolt de dans zich als de
verkeerlichten voor de voetgangers op groen springen.Een niet ingestudeerde choreografie
ontwikkelt zich.Voor enkele minuten
wordt het kruispunt een dansvloer.Er
zijn verschillende mogelijkheden om dit schouwspel te beleven.Je kan in de kern van het kruispunt gaan
staan.Stilstaan.Niet bewegen.De massa langs jou laten voorbij glijden.Langs alle kanten bestormd worden.Langs alle kanten overrompeld worden.Maar het kan ook anders.Je kan aan de kant gaan staan.Toekijken vanuit de hoogte.Een mooi uitkijkpunt is Starbucks aan het
kruispunt.Van daaruit kan je
uitkijken.Kan je alles rustiger
beleven.Terwijl je in die kern op het
kruispunt de wervelwind voelt, zie je van hieruit hoe die menselijke storm zich
uitrolt over het kruispunt.Wij doen
beide.Beide zijn een ervaring.Een belevenis.Na Shibuya kijk je met andere ogen naar een
kruispunt.
Vandaag doen we de meeste verplaatsingen met de metro.Die metro lijkt een vergaarbak van informatie
te zijn.Een vergaarbak van informatie
en goed advies.Zo lees ik in de metro
dat de stad in ‘high alert’ verkeert.De
hoogste alarmfase.Passagiers worden
aangemaand verdachte pakjes en/of individuen te melden.De verhoogde terrorismedreiging, die vele
landen in zijn greep heeft, lijkt ook Japan aangetast te hebben.Heeft zelfs Japan doen buigen.Ook hier houdt men rekening met mogelijke
aanslagen.Want ooit waren de Japanse
zelfverdedigingstroepen actief in Irak.Tot 2006.Die aanwezigheid maakt
hen tot mogelijk doelwit.Daarom wordt
de bevolking aangemaand tot voorzichtigheid.Tot alertheid.Want wie
weet.Ooit.
De reiziger wordt niet enkel angst aangejaagd.Goed advies wordt ook aan diezelfde reiziger
meegegeven.Goed advies betreffende het
gebruik van de smartphone.Die mag niet
gebruikt worden tijdens het wandelen.Indien
men dat wel zou doen, kan men struikelen op de roltrap.Kan men tegen obstakels aanknallen.Daarom wordt het ontraden.In heerlijke pictogrammen.
Aan de gebruiker van het openbaar vervoer wordt gevraagd de smartphone
stil te zetten.Er wordt zelfs meer
gevraagd.Er wordt tevens gevraagd het
gebruik op het openbaar vervoer tot het strikte minimum te beperken.Dat laatste zou in deze tijden onmogelijk
zijn.Dat zouden wij denken.Maar het tegendeel is waar.Ik zie niemand bellen.Ik hoor niemand bellen.De smartphone wordt wel volop gebruikt.Om een spelletje te spelen.Om een filmpje te kijken.Om ontvangen berichten te lezen.Om een boek te lezen.Maar dat gebruik stoort de medereiziger
niet.Het blijft stil.Oorverdovend stil.Gewoonweg heerlijk.Ondanks alle drukte op het openbaar vervoer
kan men hier tot rust komen.Tot
absolute rust.Verbazingwekkend.
Dan zie ik nog die laatste, vreemde tip.Er wordt gevraagd de handen niet in de
broekzakken te stoppen.Aan de reiziger
wordt gevraagd diezelfde handen netjes te kruisen.De handen kruisen en voor u houden.Naar de beweegredenen van dit verzoek kan
lang gezocht worden.Ik heb slechts een
vermoeden.Als men de handen voor zich
kruist, eist men minder plaats op.Misschien kan dat een reden zijn.Een bezorgdheid om voldoende ruimte.Een middeltje in de strijd tegen plaatsgebrek op de metro.Of misschien wordt het gewoon als netter
beschouwd.Misschien eist de Japanse
etiquette dit.Ik moet denken aan mijn
moeder.Vaak vroeg ze mij de handen uit
mijn broekzakken te halen.Even zo vaak
voegde zij aan die opmerking toe dat ik toch geen boer was.Ook bij ons hoort men dus die ontrading.Maar het blijft beperkt tot de ouders.Ouders maken dit tot deel van de opvoeding.Hier lijkt de overheid die terechtwijzing op
zich te nemen.Hier lijkt de overheid de
nood te hebben hun burgers op te voeden tot nette, voorbeeldige mensen.
Twee wijken doen we deze avond nog aan.Snel gaan we naar Roppongi.Dat moeten we doen.Daar kunnen we niet om heen.In die wijk staat één van de twee Hard Rock
Cafés in Tokyo.In de eerste sprongen we
deze morgen binnen.Die staat in
Ueno.Bijna aan ons hotel.Nu moeten we wat verder.Maar dat houdt ons niet tegen.Waarom toch altijd weer die Hard Rock Cafés
binnenstappen? Ik kan het niet verklaren.Maar dat is eigen aan een verslaving.Dat is eigen aan een afwijking.Dat kan niet verklaard worden.Ondanks die afwezigheid van een mogelijke verklaring stappen we het Café
binnen.Genieten we van de Original
Legendary Burger.Genieten we van de
muziek.Onder dat vele genieten, bekomen
we van de voorbije indrukken.Laten we
diezelfde indrukken bezinken.
Vóór we naar ons hotel stappen, passeren we nog heel even langs
Akihabara.De mangawijk.Gisteren hadden we hier ook al halt
gehouden.Maar we willen terug.We waren al te zeer onder de indruk.Door die schreeuwerige reclameborden.Door die megawinkel vol manga en anime.Door die Akihabara maids.Gisteren was het druk.In die drukte vergaapten we ons aan die vele
strips.De keuze was onbeperkt.Ongelimiteerd.We keken niet enkel naar de brave, gekuiste
strips.We gingen ook enkele
verdiepingen hoger.Om de versies voor
meerderjarigen te zien.In die versies
hebben de figuurtjes niet enkel grote oogjes.Ze hebben ook grote … Sorry.Laten we het netjes houden.
Vandaag is het minder druk in Akihabara.Veel winkels zijn al gesloten.Minder kijk- en kooplustigen is dan het
logische gevolg.De wijk verliest op die
manier een groot deel van zijn charme.Van zijn aantrekkingskracht.We
blijven dan ook niet lang.Het slenteren
doorheen Tokyo begint zijn tol te eisen.We zijn moe.
We keren terug naar het hotel.Ik ga slapen.Het lijkt vreemd
maar die avond droom ik van Paul Stanley.De gitarist van Kiss.Ik had hem
vandaag zien lopen.Of was het toch een
lookalike? In Omotesando zag ik die jongen.Geschminkt als ‘the starchild’.Ongegeneerd liep die jongen doorheen de winkelstraat.Zich niet bewust dat hij een curiosum was.Want voor hem was die outfit
doodnormaal.Voor mij ligt dat enigszins
anders.I was made for lovin’ you.Het is al een hele tijd geleden.Eind jaren zeventig.Van de vorige eeuw.Toch val ik op dat deuntje in een diepe
slaap.Rock ’n roll never dies.
Mijn reisverhaal Japan. Dag 14: Tokyo. Te lezen op dinsdag 21/02/2017.
Ik had het graag anders gehad.Liever had ik een brief geschreven aan Svetlana Alliloejeva.Dat kan niet meer.Zij stierf.Op 22 november 2011.Doden lezen
geen brieven.Zelfs voor gebeden blijven
zij doof.Ik zou daarom kunnen stoppen
met deze brief.Waarom zou ik mij de
moeite getroosten een brief te schrijven als ik met zekerheid weet dat deze
nooit gelezen zal worden? Met die tijd kan ik wel wat anders.Time is money, wordt wel eens gezegd.We moeten dus zuinig zijn met diezelfde
tijd.Niet zomaar vergooien.Wel nuttig gebruiken.
Ondanks voorgaande schrijf ik toch die brief.Omdat ik weet dat deze tijd wel besteed
is.Ik richt mij niet tot Svetlana.Ik richt mij tot u.U bent de biografe.U vertelt haar verhaal.Het verhaal van de dochter van Stalin.Het lijkt alsof u haar gekend hebt.Dat is wat ik voel als ik het boek lees.Ik weet niet of u een vriendin zou kunnen zijn
van Svetlana.Op die vraag antwoorden is
bijna onmogelijk.Svetlana was eerder
het voorwerp van een studie.Niet van
een vriendschap.Bovendien weet ik niet
of het mogelijk zou geweest zijn.Of het
mogelijk zou geweest zijn vriendin te worden van Svetlana. Zij was niet gemakkelijk in de omgang.Had een temperament.Een vurig temperament.In uw verhaal lees ik dat vele vriendschappen
stukliepen op haar driftbuien.Op haar
woedeuitbarstingen.Zij kon zomaar
ontvlammen.Uit haar krammen schieten.Om de kleinste en minste reden.Veel had ze niet nodig.Vriendschap met Svetlana? Niet evident.
U zou nu kunnen denken dat ik na het lezen van uw boek tot het besluit
ben gekomen dat Svetlana een koud iemand is.Een vrouw, waarvoor ik weinig of geen sympathie heb.Indien u dat zou denken, kan ik enkel zeggen
dat u dwaalt.Net door het lezen van uw
boek durf ik besluiten dat de realiteit eerder complex is.Dat niet alles enkel zwart is.Dat niet alles enkel wit is.Grijs, dat is de juiste tint waarin dit boek
moet gelezen worden.Die grijze tint
moet tot begrip leiden.Tot begrip voor
die uitzonderlijke omstandigheden, waarin het leven van Svetlana zich
afspeelde.
Op jonge leeftijd verloor zij haar moeder.Zij was amper zes jaar toen haar moeder
zelfmoord pleegde.Lange tijd was zij
onwetend over de juiste doodsoorzaak van haar moeder.Over de juiste beweegredenen.Zelfs tegenover familieleden was de
Sovjetcensuur onverbiddelijk.Uit die
onwetendheid groeide een groot schuldbesef.Zij dacht dat zij de oorzaak was.Dat zij haar moeder tot die wanhoopsdaad gebracht had.Die gekke gedachte doet wat met een
opgroeiend kind.Met een zoekend kind.
Op zesjarige leeftijd blijft zij achter met een vader.Met enkel een vader.De geschiedenis heeft ons leren kennen wie
die man is.Intussen weten we alles van
zijn misdaden.Misdaden, die niet buiten
de deur van de eigen woning blijven.Die
misdaden dringen binnen in de huiselijke sfeer.In het leven van Svetlana.Familieleden verdwijnen.Worden
gevangen genomen.Worden geëxecuteerd.Heel geleidelijk wordt Svetlana zich hiervan
bewust.Aanvankelijk wordt getracht de
schuld voor deze misdaden in de schoenen te schuiven van andere medestanders
van Stalin.Lange tijd werd door de
familie met een beschuldigende vinger naar Lavrenti Beria, het hoofd van de
geheime diensten, gewezen.Om zo Stalin
uit de wind te zetten.Per slot van
rekening was hij toch familie.Zulke
misdaden kon hij toch niet begaan.Een
zelfbeschermende gedachte, die heel geleidelijk verbrokkelde.Zowel bij de familie als bij de dochter.Met die verbrokkelende gedachte verdween voor
Svetlana ook Stalin als vaderfiguur.Plots bleek zij bij leven geen vader meer te hebben.Svetlana was een weeskind geworden.Stalin was geen vader meer.Hij was het idee van Stalin geworden.Het symbool van de Sovjetmacht.Zelfs voor de eigen familie.Zelfs voor de eigen dochter.Weg was alle vaderlijke warmte.
In uw boek schrijft u dat Svetlana een emotioneel weeskind is met een
tragische kwetsbaarheid.Ik kan het
enkel beamen.Zij is emotioneel dakloos.Zij weet niet waar zij met haar emoties heen
moet.Die dakloosheid doet haar
vluchten.In liefdes.In huwelijken.Zij meent dat zij in die huwelijken
bescherming kan vinden.Soms werkt
het.Voor een tijdje.Maar dan gaat zij opnieuw twijfelen.Zoals zij altijd al gedaan heeft.Net zoals zij twijfelde over haar moeder en
vader, gaat zij twijfelen over haar liefdes.Die twijfel vreet die liefde aan.Telkens opnieuw.Die twijfel doet
de liefde stuklopen.Telkens opnieuw.Telkens opnieuw blijft Svetlana alleen
achter.Telkens opnieuw moet zij opnieuw
beginnen.Vanaf nul.
Zij is ook rusteloos.Een
rusteloosheid, gevoed door paranoia.Dat
hoeft niet te verbazen.Zij komt uit
Rusland.Zij is de dochter van
Stalin.Van dichtbij heeft zij
meegemaakt tot wat een dictatuur in staat is.Zij weet dat alles mogelijk is.Dat alles slechts tijdelijk is.Die paranoia jaagt haar rond.Over de hele wereld. Rusland. India. Italië. Zwitserland. Verenigde Staten. Engeland. Frankrijk. Opnieuw Rusland. Opnieuw Engeland. Opnieuw Verenigde Staten. Nooit zal
zij een plekje vinden, dat zij haar thuis kan noemen.Ontelbare keren verhuist zij.Nooit vindt zij rust.
Svetlana beseft dat zij een speelbal is geworden.Een speelbal op het toneel van de
wereldpolitiek.Zij beseft dat zij nooit
een eigen leven zal kunnen leiden.Dat
schrijft u.Zij zal geen enkel leven
kunnen leiden.Tot haar eigen scha en
schande beseft zij dat zij enkel een verwijzing is naar een naam.Een verwijzing, die haar dwingt tot
stellingname.Als zij in het Oosten
woont, wordt van haar verwacht dat zij het Westen veroordeelt.Als zij in het Westen woont, moet zij het
Oosten veroordelen.Dat wordt van haar
verwacht.In dat spelletje weigert zij
mee te spelen.Zij is het oneens met
radicaal links in hun lofzang op het communisme.Vrijheid, zegt zij, is het
allerbelangrijkste.Die vrijheid heeft
zij moeten missen in het systeem van haar vader.Maar zij veroordeelt ook de machthebbers in
het Westen in hun eenduidige visie op haar land.Want die visie negeert het raadselachtige
Rusland.Het land van de paradoxen.Zij weet dat tegenover de politiestaat die
kleine gemeenschap van intellectuelen kan geplaatst worden.Net die kleine gemeenschap mist zij.Naar die kleine gemeenschap heeft zij
heimwee.Niets is eenduidig.Alles is grijs.
U vertelt het verhaal van Svetlana.Dat is niet alles.Dat te denken
zou fout zijn.U vertelt het verhaal van
een tijd.Een tijd, waarin Svetlana
leefde.De tijd van de Koude
Oorlog.Die tijden doet u ons
herbeleven.Doet u ons herbekijken.Door de ogen van Svetlana.Door haar ogen kijken we naar die voorbije
tijden.Door haar ogen ook kijken wij
naar haar land.Een land waarover zij
bijzonder kritisch is.Haar zin voor
kritiek wordt gevoed door haar liefde voor het land.Door haar hoop dat het ooit goed zal komen
met haar land.Dat hoopt zij vurig.Zal dat mogelijk zijn onder Poetin? Ik vrees
van niet.In gesprekken laat zij duidelijk
verstaan dat zij vreest dat Rusland terugglijdt naar het verleden.Dat de tijden van de zogenaamde democratie
voorbij zijn.Ze zegt zelfs dat Poetin
de persoonlijkheidscultus van haar vader doet herleven.Dat alles lezen wij aan het einde van het
boek.Een einde, dat een waar
aanknopingspunt blijkt te zijn met de huidige tijden.Svetlana blikt vooruit en blijkt wonderwel de
toekomst te kunnen lezen.
Beste Rosemary.Uw boek is een
dik boek.Tegenover dikke boeken sta ik
weigerachtig.Omdat de tijd van het
lezen mij de kans ontneemt andere boeken te lezen.Ik wil niet al te lang in één boek blijven
vasthangen.Time is money, zoals ik al
zei.Toch ben ik blij dat ik mijn huiver
aan de kant gezet heb.Dat ik toch aan
uw boek begonnen ben.Niet enkel heb ik
Svetlana leren kennen.Ik heb ook haar
strijd kunnen volgen.Haar strijd om
aanvaarding.Niet als symbool.Wel als persoon.Ik heb een tijd herbeleefd.Een koude tijd.Een gevaarlijke tijd.Een persoonlijk verhaal werd een les in
geschiedenis.Van een volk.Van een periode.Van één persoon.Van een dochter. Van gemaakte keuzes. Van achtergelaten kinderen. Ik heb genoten.Dit dikke boek was een ontdekking.Nooit nog zal ik mij laten afschrikken.
Deze morgen vertrekken we naar de laatste halte op onze reis.Tokyo.De hoofdstad van het land.We
weten niet wat te verwachten.Wel hopen
we dat ene ding.Dat de rust, die we al
de hele reis mogen ervaren, met ons zal meereizen.Dat ook in de hoofdstad diezelfde rust
aanwezig zal zijn.We weten het
niet.We hopen het.
Deze morgen moet ik mij buigen over een moeilijk vraagstuk.Vóór ik afreis, moet ik een antwoord vinden
op een dilemma.Al enkele dagen verdiep
ik mij in de leer van Boeddha.Het is
begonnen in Kyoto.Elke avond lees ik op
mijn hotelkamer enkele bladzijden uit het boek van Boeddha.Lezen met de uiteindelijke bedoeling zachtjes
aan in te slapen.Het hielp.Ik genoot van zorgeloze nachten.Nu verlaat ik Kyoto.Terwijl ik mijn koffers pak, stel ik mij die
ene vraag.Zal ik dat boek in mijn
koffer wegbergen of zal ik het toch op mijn kamer achterlaten.Ik aarzel.Ik twijfel.Het boek gaat de
koffer in.Gaat de koffer uit.Dan weer in.Dan weer uit.Als ik het boek zou
meenemen, zou ik mij bezondigen aan diefstal.Stelen mag niet.Dat weet
ik.Dat besef ik.Ik herinner mij wat ik de voorbije nachten
heb gelezen.Daarbij zegt Boeddha dat
stelen niet mag.Hij ontraadt het
mij.Ik luister.Ik laat het boek achter.Op de juiste plaats.Op de enig mogelijke plaats.Op mijn hotelkamer.Want hoe zou ik mij verder kunnen verdiepen
in het boeddhisme als alles wat ik lees gebouwd is op diefstal.Al van bij de start zou ik zwaar uit de bocht
gaan.Dat kan niet.Dat mag niet.
Bij het ontbijt kijk ik nog snel even naar het nieuws.Het is sterker dan mijzelf.Maar het televisiescherm eist mijn aandacht
op.Ik wil contact houden met de wereld.Zelfs op reis besef ik dat de wereld groter
is dan mijn tijdelijke gastland.Diezelfde grote wereld beweegt.Terwijl ik eet, voel ik de schokgolven van die continue beweging.Ik hoor van die uitzonderlijke
prestatie.Van die unieke
prestatie.Een zanger wint de Nobelprijs
voor Literatuur.Het is niet zomaar een
zanger.Bob Dylan wint de prijs.De neuzelaar.De protestzanger.De winnaar is
nog maar net bekendgemaakt maar het debat is al springlevend.Er zijn pro’s.Er zijn contra’s.Zo is het altijd al geweest.Eén ding is evenwel zeker.Songschrijven zal nooit meer hetzelfde
zijn.Deze prijs tilt de stiel van
songschrijven op een hoger niveau.Voortaan zal iets meer mogen verwacht worden dan enkel het rijmen en
dichten.In tijden van tienduizend
luchtballonnen kan deze vaststelling een verademing genoemd worden.
Er is nog ander nieuws.Een
echte verrassing is het niet.Het stond
te gebeuren.Deze morgen is het dan
gebeurd.De achtentachtigjarige
Bhumibol, president van Thailand, is overleden.Een overlijden met grote politieke gevolgen.Deze president wist het land te
verenigen.Hoge leeftijd dwingt respect
af.Hoge leeftijd verbindt.Vandaag dreigen instabiliteit en onrust.Thailand gaat een onzekere toekomst tegemoet.Niemand durft te voorspellen wat het zal
worden.Welke richting het zal uitgaan.
Het rommelt nog in de wereld.Niet figuurlijk.Wel
letterlijk.Ergens op de wereld heeft de
aarde gebeefd.Getrild.Op televisie zie ik de gevolgen.Ik kan niet achterhalen waar het zich
afspeelt.Het is alleszins niet in
Tokyo.Dat kan ik wel achterhalen.Het zou nochtans kunnen.De stad ligt op een breuklijn.De Pacific Ring of Fire.Alleen al in de naam van die breuklijn
schuilt een potentiële verwoesting.Veel
wetenschappers denken dat de stad in de komende honderd jaar opnieuw zal
getroffen worden door een grote aardbeving.De stad is hierop voorbereid.Via
allerhande campagnes en oefeningen houdt men de bevolking alert.Een verwittigd man is er twee waard.Dat moet men denken in Japan.Toch oordeelde het Japanse Central Disaster
Management Council in 2008 dat enkel chaos zal overblijven als de stad
getroffen wordt door een aardbeving met een kracht van zeven op de schaal van
Richter.Niet de aardbeving zelf zal
dodelijk zijn.Wel de paniek die
uitbreekt.Mensen zullen vertrapt worden.Het dagelijkse leven zal lang verstoord
zijn.Ik geloof niet in
rampscenario’s.Rampenfilms zijn niet
aan mij besteed.Maar dat ene rapport
doet mij heel even stilstaan.Maakt mij
heel even stil.Maar dat duurt niet
lang.Het zou toch moeten lukken dat de
aarde in Tokyo in die periode van honderd jaar beslist net deze week te gaan
beven.Ik geloof het niet.Met een gerust gemoed neem ik afscheid van
Kyoto.Met datzelfde gemoed neem ik de
trein naar Tokyo.
We nemen niet zomaar de trein.We gaan met de Shinkansen.De
Japanse hogesnelheidstrein.We konden
ook kiezen de verplaatsing te maken met de bus.Maar dan zouden wij acht uur onderweg zijn.Zouden wij pas laat arriveren in Tokyo.Dat scenario willen wij vermijden.We willen zo lang mogelijk in Tokyo
verblijven.Alle kleine beetjes helpen
dan.
Wij reizen comfortabel.Hebben
een gereserveerd zitje.We hebben meer
dan genoeg beenruimte.We kunnen onze
beentjes uitstrekken.Zonder tegen de
zetel vóór ons te stoten.Op deze trein
zijn burenruzies onbestaande.Op deze
trein geldt die ene stelregel: sit back and enjoy.Wij zijn nog maar net opgestapt en toch
beseffen we het meteen.Dit wordt geen
gewoon treinreisje.Dit wordt een
luxecruise.Op sporen.
We zitten op de hoge snelheidstrein.Dan nestelt zich automatisch die ene vraag in mijn hoofd.Hoe snel gaat die trein? Op een meldingsbord
in onze wagon zie ik tussen allerlei Japanse tekens een melding verschijnen van
443 km./u.Ik vermoed dat zij hiermee de
topsnelheid van deze trein willen weergeven.Is dit de snelheid waarmee wij naar Tokyo razen? Of is het enkel de
snelheid, die slechts onder optimale omstandigheden en daarom nooit kan gehaald
worden? Het laatste blijkt het geval te zijn.In 1996 werd deze snelheid gemeten in een testrit.Daarna werd die snelheid nooit meer
gehaald.In functie haalt de trein een
maximale snelheid van driehonderd kilometer per uur.Daarmee blijft de Shinkansen onder de topsnelheid
van de Europese TGV.
Vol lof ben ik over de Shinkansen.Dat maakt dat ik dat ene extraatje zou vergeten.Bijna zou ik vergeten te schrijven dat we op
deze treinrit passeren langs de hoogste berg van Japan.Fuji-san.Wij zijn alert.Ik vrees tegen
deze hoge snelheid slechts een flits te zien van deze berg.Maar een flits wordt het niet.We zien de berg duidelijk.Lange tijd hebben we één van de drie heilige
bergen in het vizier.We stoppen niet.We stappen niet uit.We gaan niet naar de top.Dat zou nochtans een mogelijkheid zijn.Maar niet in deze periode.Enkel in juli en augustus is de top van de
krater te voet bereikbaar.Niet in de
andere maanden.In de andere maanden
moet Zijne Heiligheid rusten.We zijn
niet tot bij de krater geraakt.Wel
waren wij getuige van de uitzonderlijke pracht.Vanuit ons passagierszitje kijken wij lui naar deze schoonheid.Schoonheid hoeft niet altijd te vermoeien.
Kort op de middag komen wij aan in Tokyo.De eindhalte van de Shinkansen.De eindhalte van onze reis.Thuis heb ik nachten lang wakker gelegen als ik
dacht aan Tokyo.Die stad leek mij te
groot.Leek mij niet te bevatten.Het angstzweet brak mij uit.Ik wist niet waar te beginnen.Ik wist niet waar te eindigen.Om toch optimaal te kunnen genieten van het
bezoek aan deze stad, was ik thuis al begonnen met enig voorbereidend
werk.Hoe kon ik inschatten wat op één
dag haalbaar zou zijn? Hoe kon ik de wens om alles in deze stad te zien
combineren met een verblijf van slechts twee dagen? Een antwoord op die vragen
werd mij aangereikt door Soulwax.Op de
boekvoorstelling van het laatste boek van Zaki (Ondeugender Ouder Worden)
raakten wij aan de praat met de zoons van Zaki.De Dewaele broertjes wisten ons gerust te stellen.Zij gaven ons de raad gewoon buiten te komen
en rond te kijken.Zonder al te veel
voorbereiding.Tokyo verbaast en verrast
op elk moment.Maar die broertjes hadden
gemakkelijk praten.Zij waren al
meerdere malen te gast in Tokyo.Voor
ons is het de eerste keer.Een eerste
keer houdt altijd risico’s en gevaren in.Daarvan zijn wij ons bewust als wij het treinstation buitenstappen.
Ondanks eerdere geruststellingen doet de eerste kennismaking met Tokyo
mij toch weer twijfelen.Ik voel mij
onzeker.Nog niet begonnen en ik weet
het niet meer.Nog niet aan de start
gekomen en toch voel ik mij al verloren.Dat is wat Tokyo doet met een reiziger, denk ik dan.Die twijfel blijft niet lang hangen.Ik weet mij te herpakken.Ik moet vooruit.Dat besef ik.Een eerste verkennende ronde doorheen de stad lijkt mij op zijn plaats. Ik zal moeten te werk gaan zoals ik dat doe
bij een zwempartijtje.Eerst met de voet
de temperatuur van het water meten.Om
daarna in het water te springen.Met het
volle geweld.Dat zullen we ook met
Tokyo moeten doen.Zachtjes
aftasten.Afwachten.Rondkijken en zien.De stad de gelegenheid geven aan ons te
wennen.En andersom.Uiteraard.
De beste manier om de stad te leren kennen is het openbaar
vervoer.Voor deze eerste kennismaking
maar ook voor de volgende dagen zullen wij gebruik maken van de SUICA kaart.Deze kaart kan in Tokyo gebruikt worden
op alle lijnen van JR East (in de metro, in de bussen en in de Tokyo Monorail
die het vliegveld Haneda verbindt met het centrum van Tokyo).
Voor onze rondrit zullen wij ons beperken tot de Yamanote-lijn.Deze lijn is één van de drukste en
belangrijkste spoorlijnen van Tokyo.De
ringlijn vormt een cirkel rond het stadscentrum en bevat alle belangrijke
wijken.Yamanote bedient alle belangrijke stations van Tokyo. Op twee na hebben alle negenentwintig stations
van Yamanote een verbinding met andere spoor- of metrolijnen.
Genoeg over de lijnen.Genoeg over de sporen.We vertrekken.We stappen uit in Akibara.In Tokyo.In Shibuya.In Shinjuku.Wij rijden rond.Stappen uit als wij het nodig achten.Dit werkt makkelijk.Terwijl wij op de metro rondrijden smelt onze
angst voor deze grootstad.Niet langer
zijn wij bang.Integendeel.We popelen om morgen opnieuw de stad in te
duiken.We hebben kennisgemaakt. Op één dag hebben we Tokyo gezien. Snel. Oppervlakkig. We hebben kennisgemaakt met een stad, die gemakkelijk vergeleken
kan worden met New York.Enkel met dat
kleine verschil.Deze stad is nog
overdadiger.Nog overweldigender.Nog bruisender.Maar New York is dan weer de ‘city that never
sleeps’.Dat doet Tokyo wel.Tokyo gaat wel slapen.Deze stad heeft rust nodig.Dat zullen we de volgende dagen ondervinden.
Mijn reisverhaal Japan. Dag 13: Tokyo.
Te lezen op dinsdag 14/02/2017.
As in tas.Ik wist niet wat te
verwachten.Ik kon mij niks voorstellen
bij de titel van het boek.Ik heb
nochtans een grote fantasie.Een nooit
stoppende verbeelding.Toch lukte het
mij niet bij die titel een verhaal te verzinnen.De achterflap van uw boek bracht
redding.Daarin werd kort uiteengezet
wat het zou worden.Twee maanden na het
overlijden van uw vader stapt u op de fiets.Voor een fietstocht naar de Middellandse Zee.Naar Saintes-Maries-De-La-Mer.Door de Alpen.U bent bepakt en gezakt.In die bagage zit één tasje.Daarin zit een deel van uw vaders as.Dat zal u uitstrooien.In zee.
Ik verwachtte een reisverslag.Dat is het ook. U vertelt over uw
fiets.Over het worstelen met de
klikpedalen.Over het feit dat u nog
nooit een band herstelde.U bekent zelfs
het niet te kunnen.U worstelt niet
enkel met de fiets.Meer nog hebt u het
moeilijk met het aantal kilometers.Met
de bergen.Nochtans bent u niet aan uw
proefstuk toe.Met uw vader ondernam u
elk voorjaar een fietstocht.Maar die
tochtjes waren bescheiden.Nu gaat u
extra large.In het begin gaat het
moeilijk.Maar heel geleidelijk vervelt
u tot een ware wielertoerist.Heel
geleidelijk vloeit de pijn over in genot.U geniet op de fiets.Als het dan
toch even moeilijk gaat, doet u beroep op een imaginair publiek.Een ingebeeld publiek dat u langs de weg
vooruit schreeuwt.
U geniet van de omgeving.Van
de leegte.Wat in Nederland en België
niet mogelijk is, ervaart u wel in Frankrijk.U geniet van de wildernis om u heen.Van de vergezichten.Van het
gevoel niet continu tegen een gevel aan te staren.Nederland en België zijn volgebouwd.Frankrijk niet.U geniet ook van de bergen.U ontwikkelt een liefdesrelatie met de
bergen.U leert de bergen te lezen.Dat is noodzakelijk.Om uw beklimming juist in te delen.U begrijpt de bergen.Begrip is noodzakelijk om tot liefde te
komen.
U vertelt over uw ontmoetingen.Met vreemde figuren.Met
Nederlanders, die telkens weer dezelfde opmerking lijken te maken.Dat Rusland de andere richting uit is.Daarmee verwijzen zij naar de documentaires,
die u maakte voor VPRO.Telkens weer
diezelfde opmerking.U moet iets
achtergelaten hebben in de hoofden van de Nederlanders.Dat denk ik dan weer.U vertelt over het zoeken naar een geschikte
slaapplaats.Een juiste eetplaats.Over die ene keer dat het restaurant dan toch
een bordeel blijkt te zijn.Hilarisch.
Bij het bovenstaande zou een lezer kunnen denken dat uw boek een licht
boek is.Licht naar inhoud.Niet al te zwaar.Gemakkelijk te verteren.Dat is het niet.Dat te denken zou fout zijn.In die lichtheid schemert een zekere zwaarte
door.Want doorheen uw boek weeft u
herinneringen aan uw vader.Uw vader zou
ik een speelvogel noemen.Zelfs op een
leeftijd, waarop het niet meer mag verwacht worden, blijft hij een rebel.Die rebellie uit zich in de te luide
opmerkingen over het te dikke achterwerk van serveersters.In het negeren van verkeerslichten.In het wild dansen op rustige feestjes.Ik lees die verhalen.Ik kan enkel sympathie voelen voor die
man.Uw vader.Een diepe sympathie.Een man, die buiten de uitgetekende paadjes
stapt, verdient enkel bewondering.
Maar u gaat verder dan enkel die vaderverhalen.U vertelt over het rouwen.Over het rouwproces.U vertelt over het afscheid van uw vader.Dat was niet op de begrafenis.Dat was vroeger.Heel vroeger nam u al afscheid.Bij het begin van zijn dementie.Want op dat moment verloor u uw vader.Uw vader zoals u hem altijd kende.Op de begrafenis leken uw tranen op te
zijn.Want u had al getreurd.Getreurd om een levende vader, die toch al afwezig
was.
Wat bij mij het meest blijft hangen, is die ene opmerking.Die terloopse opmerking.U vraagt zich af of u alles hebt kunnen
zeggen.Of u alles hebt kunnen
vragen.Dat komt hard binnen.Want ook ik stel mij vaak die vragen.Alhoewel mijn beide ouders nog leven, stel ik
mij vaak die ene vraag.Of zij weten dat
ik van hen hou.Of zij weten dat ik hen
de beste ouders vind.Soms twijfel
ik.Die twijfel kleurt soms mijn
stemmingen.Op die momenten spreek ik
mijzelf moed in.Troost ik mijzelf.Ik zeg dat zij het heus wel weten.Die bemoedigende terechtwijzing helpt.Zet mij terug op het juiste spoor.Tot dat volgende moment.Dat moment van twijfel.Zo gaat het maar door.Op en neer.Op en neer.Op en neer.
Is uw boek een goed boek? Ik zou kunnen antwoorden met dat ene
woord.Pirelli.Dat zou ik kunnen zeggen.Maar dan zou ik u in het ongewisse
laten.Dat wil ik niet.Zo wil ik mijn brief niet eindigen.Ik zal dus duidelijk zijn.To the point.Uw boek is een prachtboek.Omwille van die lichtheid.Omwille van die zwaarte.Omwille
van die goedwerkende afwisseling.Het
ene moment deed u mij lachen.Het andere
moment deed u mij bijna huilen.Een lach
en een traan, dat is het leven.Dat is
ook uw boek.
Beste Jelle, ik wil u danken voor de prachtige reis.De prachtige reis, die ik mocht maken in het
gezelschap van u en uw vader.Ik
beleefde een heerlijke tijd.