Beste Dirk,
Beste Nelson,
Beste Guy,
Beste Bart,
Beste Wim,
Beste Francois-Xavier,
Wij gaan al eens op café. Dat
gebeurt wel eens. Op café met
vrienden. Dan praten we bij. Vriendschap vraagt een geïnteresseerde en
welgemeende betrokkenheid. Om dat te
kunnen realiseren, moet er bijgepraat worden.
Op café of elders. Dat deden wij
onlangs. Onze babbel ging vlotjes. Dat is zo met vrienden. Nooit een stil moment. Nooit een saai moment. Nooit een moeilijke zoektocht naar
gespreksonderwerpen, die het gesprek gaande kunnen houden. Het gaat als vanzelf. Nu moet ik u bekennen dat wij nogal gek zijn
van muziek. Net zoals veel van onze
vrienden. U kan dus begrijpen dat er ook
wel eens over muziek gepraat wordt. Zo
durf ik al eens te informeren of er nog concerten gepland staan. Die vraag stelde ik ook onlangs. Op die vraag werd positief geantwoord. Onze vrienden gingen naar A Slice of Life. Ik had het niet meteen
begrepen. Ik vroeg nog even te
herhalen. A Slice of Life. Nu had ik het begrepen. Toch deed de naam geen belletje
rinkelen. Mij was die naam onbekend.
Nu zou u kunnen denken dat wij onmiddellijk zouden overschakelen naar
een ander gespreksonderwerp. Omdat ik op
ongekend terrein kwam. Uit angst voor
verder gezichtsverlies zou ik kunnen uitwijken naar meer gekend terrein. Toch deed ik het niet. Integendeel.
Ik ben altijd bereid nieuwe dingen te leren kennen. Zelfs op vijftigjarige leeftijd dooft dat
vuur niet. Ik vroeg dus mij even terug
bij de tijd te brengen. Een Belgische
postpunkband, zei hij. De muziek
omschreef hij als donker. Zwart. Ik moet bekennen, bij die omschrijving kon ik
mij niks voorstellen. Het bleef
vaag. Ik moest op onderzoek.
Bij dat onderzoek kwam ik uit bij uw debuutalbum Restless. Dat album beluisterde ik. Niet één enkele maal. Wel vele meerdere keren. Ik hoorde Sisters of Mercy. Ik hoorde Joy Division. Ik hoorde The Cure. Ik keerde terug naar vroegere tijden. Een zekere nostalgie nestelde zich in
mij. Want die vroegere tijden waren
mooie tijden. Ik haal mij de soundtrack
bij die mooie tijden voor de geest. In
die soundtrack speelden vermelde groepen een prominente rol. Ik luisterde vaak en veel naar die
muziek. Nochtans, ik was een brave
jongen. De vestimentaire codes, passend
bij die muziek, volgde ik niet. Ik
kleurde binnen de lijntjes. Enkel die
muziek liet mij toe mijn rebelsheid enigszins de vrije loop te laten. Opnieuw dat beroep op mijn rebelse karakter
voelen en beleven, dat kan ik enkel als heerlijk omschrijven.
Nu zou u kunnen denken dat ik u weinig respectvol beschouw als slechts
een afkooksel. Indien u dat zou denken,
wil ik u meteen geruststellen. U
beschouwen als een afkooksel wil ik geenszins doen. Omdat u beter verdient. Veel beter.
Het is alleen dat ik bij een eerste luisterbeurt telkens weer die
neiging heb om de muziek te kunnen kaderen.
Dat lukt mij het best als ik teruggrijp naar bands, die sterk aanleunen
bij datgene waarnaar ik luister. U moet
het mij vergeven. Dat is de aard van het
beestje. Nieuwe dingen moeten eerst
geplaatst worden. Gekaderd worden. Eens dat stadium voorbij is, kan ik pas echt
luisteren. Vrij luisteren. Ongestoord luisteren. Ongeremd luisteren.
Dat vrij, ongestoord en ongeremd luisteren naar Restless is telkens
weer een feest. Elke keer weer laat ik
mij wegzinken in die melancholie. Ik
zink weg. Diep. Heel diep.
Dat hoeft niet erg te zijn.
Helemaal niet. Ik zei al, ik ben
een brave jongen. Maar bovenal ben ik
een gelukkige jongen. Dat laat mij toe
ongedeerd weg te zakken in die somberheid.
Zonder mogelijke repercussies. Dat
geluk staat mij toe mij intens te wentelen in die melancholie. In die mate zelfs dat ik telkens weer die
neiging heb te gaan dansen. Het lijkt
contradictorisch. Toch is het dat
niet. Dansbare melancholie bestaat. U bewijst het. Ik dans.
Soms in mijn hoofd. Maar even zo
vele keren niet enkel in mijn hoofd.
Even zo vele keren gaan mijn voeten bewegen. Mijn voeten nodigen ook mijn benen ten dans
uit. Mijn voeten en benen bewegen in die
mate dat die bewegingen kunnen geïnterpreteerd worden als dansen.
A Slice of Life? Lange tijd was u mij onbekend. Uw naamloze demo-EP ging aan mij
voorbij. Bijna was dat ook gebeurd met
uw debuutalbum. Een cafébezoek besliste
anders. Uw debuutalbum werd onder mijn
aandacht gebracht. Ik kan er alleen maar
blij om zijn. Intussen staat uw album op
mijn lijstje van topfavorieten. Een
lijstje waarnaar ik vaak teruggrijp als ik weer eens naar goede muziek wens te
luisteren. Terwijl ik naar uw muziek
luister, denk ik dat ik nog vaker op café moet.
Omdat het tot goede dingen leidt.
Omdat het mij nieuwe ontdekkingen aanreikt.
Beste Dirk. Beste Nelson. Beste Guy.
Beste Bart. Beste Wim. Beste Francois-Xavier. Wij hebben elkaar nog niet ontmoet. Maar heel misschien is dat de volgende
stap. Daar ben ik klaar voor. Uw muziek is mij nu vertrouwd. Ik wil niet meer enkel naar jullie luisteren in
de wagen. Op het werk. Thuis.
Ik wil naar jullie luisteren in een concertzaal. Zoals het eigenlijk hoort. Zoals het eigenlijk moet. Muziek moet gevoeld worden. Muziek moet beleefd worden. Dus, jawel, een concert lijkt de volgende en
logische stap. Ik kom naar u toe.
Nu rest mij enkel nog dat ene.
Ik wens u alle succes toe. Succes
op de podia. Succes in de studio. Het gaat jullie goed.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten