Beste Arnout,
Beste Lander,
De zoo? De Antwerpse zoo? U zal het misschien vreemd vinden maar bij
de zoo denk ik niet meteen aan dieren.
Ik denk aan andere dingen. Ik
herinner mij mijn schoolgaande jaren. Ik
denk terug aan mijn lagere schooljaren. Aan
de schoolreizen. Ik denk aan
boterhammen. Met choco. Met ei.
Ik denk aan zakgeld en aan de souvenirs die ik met dat zakgeld
kocht. Nutteloze dingen, zo leek het
wel. Monsters zonder waarde. Voor mij waren het evenwel dierbare schatten. U ziet, de zoo maakt wat wakker in mij. Heimwee naar vroegere jaren. Maar dieren? Neen, dat niet. Daaraan denk ik niet.
Terwijl ik bovenstaande schrijf, moet ook ik erkennen dat het toch wel
een raar verband is. Zoo en
boterhammen. Het moet beter kunnen. Andere verbanden moeten kunnen gelegd
worden. Dat doet u met uw boek. U plaatst alles opnieuw in een juiste
context.
Vooreerst doet u mij de betekenis en de waarde van de Antwerpse zoo
opnieuw beseffen. U vertelt de
geschiedenis. Een geschiedenis die
teruggaat tot 1843. Een geschiedenis die
samenvalt met die van België. Jawel, de
zoo wordt getroffen door dezelfde rampen.
De Eerste en Tweede Wereldoorlog.
Het oorlogsgeweld maakt ook onder de dieren veel slachtoffers. Het oorlogsgeweld vernielt vele
gebouwen. Maar telkens kruipt de zoo
overeind. Verrijst de zoo uit haar as. U vertelt het verhaal van een ongekende
veerkracht.
Ik ontdek dingen. Zo weet ik nu
dat Antwerpen in 1843 de zevende stad in de wereld is met een dierentuin. Dat de zoo de best bewaarde 19de-eeuwse
dierentuin ter wereld is. Zo weet ik nu
dat het Feestpaleis in de Eerste Wereldoorlog een noodhospitaal was. Dat de zoo eind 1944 dienst doet als
legerbasis. Zo weet ik nu dat de zoo
ooit nog een eigen harmonie had. Zo weet
ik nu dat de zoo ooit een ontmoetingsplaats was voor de beau monde. Voor de Franstalige bourgeoisie. Dat die sociale exclusiviteit doorheen de
geschiedenis werd gesloopt.
Geschiedenis kan droog zijn.
Saai. U vermijdt die
valkuil. U linkt de verhalen aan
personen. Personen, die een grote impact
hadden op de ontwikkeling van de Antwerpse zoo.
U vertelt hun levensverhaal. U
laat ons hun gedrevenheid voelen. Hun passie. Het lijkt alsof zij naast mij komen
zitten. Het lijkt alsof zij persoonlijk
hun verhaal vertellen aan mij. Het lijkt
alsof ik hun stem hoor. Alsof ik hen
hoor ademen. Jawel, als een goochelaar
wekt u de geschiedenis tot leven.
Maar de Antwerpse zoo is meer dan enkel geschiedenis. Dat beseft u.
U vertelt het verhaal van de dieren.
Ik maak kennis met chimpansee Judy.
Met olifant Jacqueline. Met
leeuwin Selma. Met gorilla Gust. Via de dieren leer ik hun omgeving
kennen. Leer ik hun verzorgers
kennen. U toont hun engagement naar die
dieren. Hun bezorgdheid. Hun toewijding. Die band tussen mens en dier maakt van de zoo
een warme plek. Een intense plek. U legt dat unieke karakter bloot.
Een boek over de Antwerpse zoo zou doen vermoeden dat het verhaal zich
beperkt tot Antwerpen. Dat doet uw boek
niet. U treedt buiten de grenzen van
Antwerpen. U neemt mij mee naar
Edinburgh. Naar Dublin. U neemt mij mee naar Planckendael. Naar het Brusselse Leopoldpark. U neemt mij mee naar Mulhouse. Naar het Centraal Massief. U doet dat omdat u het volledige verhaal
wenst te vertellen. Het verleden. Het heden.
De toekomst. U laat zien hoe de
zoo vervelt van louter dierenverzameling tot wetenschappelijk instituut. De zoo is een kans om uitstervende
dierenpopulaties te beschermen. Dat
vereist internationale samenwerking.
Internationale uitwisseling. Jawel,
wij krijgen zicht op het volledige plaatje.
Ik had een eendimensionale kijk op de Antwerpse zoo. Boterhammen met choco. Boterhammen met eieren. Verder kwam ik niet. U brak die eenzijdige blik open. U maakte mijn visie multidimensionaal. Wat een geluk. Ik was mij te weinig bewust van de ontzettende
rijkdom, die heerst in de Antwerpse zoo.
Uw enthousiasme sloeg over op mij.
Ik werd aangestoken door uw enthousiasme. Ik wil naar Antwerpen. Naar de zoo.
Ik wil de verhalen, die u vertelde, gaan zien. Ik wil die verhalen voelen. Ik wil die verhalen ruiken. Jawel, ik zal boterhammen meenemen. Maar mijn herinneringen zullen zich nu niet
tot dat culinaire pakketje beperken. Het
zal ruimer gaan. Ik zal die dieren
opnemen in mijn hoofd. Op mijn harde
schijf.
Op Eén zag ik het programma. Nu
las ik het boek. Ik wil mij niet
focussen op de verschillen. Ik wil niet
antwoorden op de vraag of het boek nu beter was dan de film. Ik wil mij richten op het
gemeenschappelijke. Op dat wat boek en
programma verbindt. In beiden voel ik
die geestdrift. Die oprechte liefde voor
het onderwerp. Voor de mensen en de
dieren, die in uw vertelde verhaal figureren.
Dat is een uniek en krachtig gegeven.
In die geestdrift te mogen vertoeven voel ik als een voorrecht.
Beste Arnout. Beste Lander. Met uw boek
keerde ik na het programma nogmaals terug naar de Antwerpse zoo. Het werd geen herhaling. Het werd een herbeleving. Dat is zo veel intenser. Zo veel sterker. Ik zag de foto’s. Ik las de verhalen. Ik genoot.
Opnieuw. Voor dat genot wil ik u uitermate
danken.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten