Beste Thomas,
U keerde terug. Naar het
vakantiehuis, gebouwd door uw overgrootvader.
In Groβ Glienicke, bij Berlijn.
Ooit was het een dierbare plaats voor uw familie. De hemel op aarde. Die bescheiden hemel was uw familie afgenomen
door de nazi’s en lag nu in een achterlijk land. Dit zijn niet mijn woorden. In die termen sprak uw familie over het
huidige Duitsland. Ik durf te beweren
dat hun oordeel getekend werd door wat zij in dat land meemaakten. Door wat de geschiedenis met uw familie
deed. U was benieuwd naar die
geschiedenis. Meer nog, u wou die
geschiedenis vertellen. De geschiedenis
van het huis aan het meer.
Het verhaal van een huis. Dat
was uw uitgangspunt. Maar u weet hoe dat
gaat met uitgangspunten. Het wordt
ruimer. Breder. Terwijl het verhaal groeit, wordt dat
oorspronkelijke uitgangspunt slechts een vage herinnering. Zoals ik al zei, u gaat breder. Het verhaal van een huis wordt het verhaal
van een stad. Van een land. Het verhaal van een huis wordt het verhaal
van één familie. Van vele families. Het huis aan het meer wordt een figuurlijke
kapstok waaraan verschillende verhaallijnen worden opgehangen.
U voert ons terug naar het Duitse Keizerrijk. Aan het einde van de negentiende eeuw. Dat is uw beginpunt. Aan dat punt starten wij onze reis doorheen
de Duitse geschiedenis. Op bepaalde
punten op die reis houden wij halt. De
Weimarrepubliek. Het Verdrag van
Versailles. De Wall Street Crash. De opkomst en het kanselierschap van
Hitler. De Nacht van de Lange
Messen. De Olympische Spelen in
Berlijn. De Kristallnacht. De Wannsee-Conferentie. Het luchtbombardement op Berlijn. De conferentie van Potsdam. De verdeling van Duitsland in Oost en
West. De Berlijnse luchtbrug. De Stasi terreur. De Ostpolitik van Willy Brandt. Het dopinggebruik bij Oost-Duitse atleten. Het aftreden van Honecker. Het slopen van de Muur. De hereniging van Duitsland.
Een lezer van deze brief zou nu kunnen denken dat het enkel gaat om
een droge opsomming van historische, gekende feiten. Die lezer zou zich kunnen afkeren van het
boek omwille van een vermoede te verwachten verveling. Dat zou jammer zijn. Want vervelen doet het boek geenszins. Integendeel.
U slaagt er op een fantastische wijze in de lezer van het boek bij de
les te houden. U toont wat de effecten
van de gebeurtenissen zijn voor de bewoners van dat ene huis. Van dat ene, specifieke dorp. U toont hoe de geschiedenis de woningen
binnensluipt en zijn sporen nalaat. De
grote geschiedenis wordt op die manier vele, kleine geschiedenissen.
Wij zien hoe sommigen op de golven van de geschiedenis meesurfen. Zij laten zich meedrijven. Zij nemen de pen van de geschiedenis ter hand
en schrijven mee aan die geschiedenis.
Zij schrijven ten bate van zichzelf.
In hun voordeel. Anderen worden
dan weer door diezelfde golven overspoeld.
Door de kracht van het water worden zij meegevoerd. Verpletterd.
Van voordeel is geen sprake.
Integendeel. U toont de
opportunisten. U toont de
slachtoffers. In dat dorpje bij Berlijn
vinden wij beide. Zelfs in dat ene huis
aan het meer vinden wij beide.
U zelf blijft niet buiten het boek.
U zelf stapt in het boek.
Doorheen het boek weeft u het verhaal van uw eigen persoonlijke
queeste. U hebt het huis aan het meer
gevonden. Een huis, dat op het punt
staat gesloopt te worden. Tegen die
plannen gaat u in verzet. U smeedt een
coalitie. Een niet evidente
coalitie. U brengt uw familie terug naar
het huis. Uw familie gaat samenwerken
met de bewoners van het dorp. Door uw
overtuigingskracht staat uw familie plots in dat ‘achterlijke land’. Meer nog, zij werken samen. Die bereidheid getuigt van een emotionele
schoonheid. Beide partijen wensen van
het huis een Denkmal te maken. Een
plaats van herinnering, verzoening, ontspanning en vreugde. Dat lukt.
Het huis wordt van de sloophamer gered.
Maar tussen plan en uiteindelijke realisatie ligt een hele weg. Die afgelegde weg maakt u tot deel van het
boek.
Hoe moet geschiedenis gebracht worden? Hoe moet geschiedenis verteld
worden? Op die vragen bestaan heel waarschijnlijk vele antwoorden. Heel waarschijnlijk hebt u zich die vraag ook
gesteld. Met uw boek geeft u een
overtuigend antwoord. U neemt de lezer
mee op sleeptouw. U nodigt die lezer uit
op het landgoed. U vraagt diezelfde
lezer tijdelijk zijn tenten op te slaan op dat landgoed en te zien en te voelen
wat er gebeurt. De lezer wordt betrokken
partij. Geen buitenstaander. Diezelfde lezer blijft niet aan de poorten
staan van de geschiedenis. Hij of zij gaat
die poorten voorbij en stapt in de geschiedenis. U leidt.
De lezer volgt.
Beste Thomas. U schreef een
boek. Een boek waaruit ik hoop put. Want op voortreffelijke en wonderlijke wijze
toont u aan dat het, ondanks alle tegenstellingen, toch steeds weer mogelijk is
te verenigen. Afstanden (zowel
letterlijk als figuurlijk) kunnen overbrugd worden. Dat bewijst uw verhaal. Dat bewijst uw huis. Voor dat onweerlegbare bewijs wil ik u van
harte danken.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten