donderdag 19 april 2018

Uitgelezen: De kiezers. Brief aan Jonathan Dee.

Beste Jonathan,
 
Geen aanpassing.  Geen gewenning.  U plaatst de lezer onmiddellijk met beide voeten in het verhaal.  Geen korte voorstelling dus.  Geen korte situatieschets.  Het had nochtans gekund.  Vele auteurs kiezen voor die benadering.  Om hun lezers zo zachtjes aan het verhaal in te trekken.  U doet dat niet.  Onmiddellijk staat de lezer in New York.  Op een memorabel moment.  De aanslagen op de Twin Towers zijn net gebeurd.  Wij zouden een lofzang op de helden van toen kunnen verwachten.  Dat was een mogelijkheid.  U vermijdt die al te gemakkelijke benadering.  U kiest een andere weg.  U formuleert een aanklacht.  U hekelt de kumbaya-sfeer in de stad.  In het land.  U fulmineert tegen het valse broederschapsgevoel.  De Twin Towers zijn net ingestort en plots zijn iedereen broeders en zusters.  U gelooft dat niet.  In die eerste bladzijden schemert uw kritiek door.  Kritiek op de genomen maatregelen.  Kritiek op de reacties van het publiek, de inwoners.  Absolute veiligheid wordt gevraagd.  Wordt geëist.  Met die eis hebt u het moeilijk.  Heel moeilijk.  Omdat u ten volle beseft dat een dergelijk garantiebewijs niet kan afgeleverd worden.
 
Na die inleiding verlaten we New York.  We verhuizen naar Howland.  In Massachusetts.  Een ingeslapen dorpje, waar iedereen alles weet van iedereen.  Een rustig dorpje, zouden wij kunnen denken.  Maar ook hier dringt de bezorgdheid om de veiligheid binnen.  Het dorpje is tijdens de zomer een pleisterplaats voor de rijkere elite.  Die hebben daar hun buitenverblijf.  Dat moet beschermd worden.  Tegen vijanden.  Tegen terroristen.  Alle middelen, hoe ridicuul ook, zijn toegestaan.  Terecht beschuldigt u die persoontjes van een lichte vorm van arrogantie.  Want waarom zou hun persoontje een mogelijk doelwit kunnen zijn.  Hun arrogantie doet hen naar enige vorm van zelfoverschatting overhellen.
 
Iemand (Philip Hadi) verhuist van Manhattan naar Howland.  Hij importeert die bezorgdheid inzake veiligheid naar het dorpje.  Aanvankelijk beperkt hij zich tot zijn eigen stekje.  Zijn eigen huisje wordt een versterkte burcht.  Maar alles verandert.  Wanneer Hadi burgemeester van het dorpje wordt, breidt die bezorgdheid zich uit tot het gehele dorpje.  Er is nauwelijks enige vorm van protest.  Zelfs hier worden die veiligheidsmaatregelen aanvaard.  Het excuus dat deze ‘hoogdringende’ maatregelen een noodzakelijkheid zijn, wordt voor waar aangenomen.  Het recht op privacy wordt ook hier stelselmatig ingeperkt.  De ridiculiteit regeert het land, zo blijkt.
 
Uw boek beperkt zich niet tot dat ene thema.  Dat zou te beperkt zijn als fundament voor een roman.  U nodigt de lezer uit tot een wandeling doorheen het dorpje.  U voert ons binnen bij de inwoners van het dorpje.  U laat ons achter de gevel kijken.  Zo krijgen wij een inkijk in het Amerikaanse leven.  In de Amerikaanse droom.  Wij zien hoe dat geobsedeerd nastreven van die droom mensen ten gronde kan richten.  Maar niet enkel zien wij dat.  Ook dat zou alweer te beperkt zijn.  De Amerikaanse samenleving blijkt een uitstekende voedingsbron voor discussie te zijn.  Die voedingsbronnen sijpelen door in uw boek.  De rol van de overheid.  Het nut van belastingen.  De gezondheidszorg.  Het huwelijkse bestaan.  De opvoeding van de kinderen.  De alomtegenwoordigheid van televisie.  De democratie.  De verkiezingen.  Zin of onzin van politieke correctheid.  Al de bewoners laten in hun handelen vele mogelijke standpunten over deze thema’s doorschemeren.  De situatie is complex.  Dat is het minste wat kan gezegd worden.  
 
Ik had mij voorgenomen het niet te zeggen.  Toch doe ik het.  Heel dikwijls komt bij het lezen van uw boek dat ene woord doorheen mijn hoofd spoken.  Die ene persoon.  Trump.  Trump.  Trump.  Howland doet mij begrijpen hoe bij complexiteit vaak naar simpliciteit wordt gegrepen.  Mensen lijken zo het ingewikkelde te willen omzeilen.  Te willen negeren.  Dan komt een mens vaak tot onthutsende en verrassende oplossingen.  Zoals onlangs gebeurde.  Bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen.  Dat maakt uw boek mij duidelijk.
 
Niet enkel lees ik Trump in uw boek.  Ik ontwar in uw boek een zekere ergernis.  U stoort zich aan de passiviteit.  Er is geen oppositie.  Geen verzet.  Alles wordt geslikt.  In het uiten van terecht protest is de mens lui geworden.  Als wij het maar goed hebben.  De rest? Dat lijkt ons niet wakker te houden.  U vraagt aan de lezer een zekere betrokkenheid.  Als lid van een maatschappij hebben wij die plicht.  Zoals de dochter van Mark, het hoofdpersonage uit uw boek.  Zij toont ons hoe het moet.  Tussen alle slapende geesten in het dorp staat zij rechtop.  Zij laat ons zien wat het nut van politiek protest kan zijn.  Politiek protest moet de machtigen de macht ontnemen ons iets te weigeren.  Dat lijkt mij een mooie gedachte.  Een hoopgevende gedachte.  Met dat helder en duidelijk politiek statement sluit u uw boek af.  Dat statement blijft hangen bij mij.  
 
Beste Jonathan.  Ik ben blij uw uitnodiging geaccepteerd te hebben.  Ik ben blij aan uw hand door Howland gewandeld te hebben.  Ik ben blij met u op bezoek gegaan te zijn bij die enkele inwoners.  Bij Glenn, de postmeester.  Bij Penny, de assistente bij een dokterspraktijk.  Bij Abigail, uitgever van The Howland Gazette.  Bij Joanna, een leerkracht.  Bij Jack, een biologische boer.  Bij Joe en Vivian, gepensioneerden.  Bij Todd, sterrenchef.  Bij Candace, onderdirectrice van een school.  Hun levens maakten mij veel duidelijk.  Via die kleine levens kreeg ik een beter zicht op het grotere geheel.  Een vollediger zicht op het grotere geheel.  U gaf mij die duidelijkheid.  U schonk mij die volledigheid.  U maakte mij een rijker mens.  Daarvoor wil ik u danken.  
 
Met vriendelijke groeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten