Beste Jonathan,
Geen aanpassing. Geen
gewenning. U plaatst de lezer
onmiddellijk met beide voeten in het verhaal.
Geen korte voorstelling dus. Geen
korte situatieschets. Het had nochtans gekund. Vele auteurs kiezen voor die benadering. Om hun lezers zo zachtjes aan het verhaal in
te trekken. U doet dat niet. Onmiddellijk staat de lezer in New York. Op een memorabel moment. De aanslagen op de Twin Towers zijn net gebeurd. Wij zouden een lofzang op de helden van toen
kunnen verwachten. Dat was een
mogelijkheid. U vermijdt die al te
gemakkelijke benadering. U kiest een
andere weg. U formuleert een
aanklacht. U hekelt de kumbaya-sfeer in
de stad. In het land. U fulmineert tegen het valse broederschapsgevoel. De Twin Towers zijn net ingestort en plots
zijn iedereen broeders en zusters. U
gelooft dat niet. In die eerste
bladzijden schemert uw kritiek door. Kritiek
op de genomen maatregelen. Kritiek op de
reacties van het publiek, de inwoners. Absolute
veiligheid wordt gevraagd. Wordt
geëist. Met die eis hebt u het
moeilijk. Heel moeilijk. Omdat u ten volle beseft dat een dergelijk
garantiebewijs niet kan afgeleverd worden.
Na die inleiding verlaten we New York.
We verhuizen naar Howland. In
Massachusetts. Een ingeslapen dorpje,
waar iedereen alles weet van iedereen.
Een rustig dorpje, zouden wij kunnen denken. Maar ook hier dringt de bezorgdheid om de
veiligheid binnen. Het dorpje is tijdens
de zomer een pleisterplaats voor de rijkere elite. Die hebben daar hun buitenverblijf. Dat moet beschermd worden. Tegen vijanden. Tegen terroristen. Alle middelen, hoe ridicuul ook, zijn
toegestaan. Terecht beschuldigt u die
persoontjes van een lichte vorm van arrogantie.
Want waarom zou hun persoontje een mogelijk doelwit kunnen zijn. Hun arrogantie doet hen naar enige vorm van
zelfoverschatting overhellen.
Iemand (Philip Hadi) verhuist van Manhattan naar Howland. Hij importeert die bezorgdheid inzake veiligheid
naar het dorpje. Aanvankelijk beperkt
hij zich tot zijn eigen stekje. Zijn
eigen huisje wordt een versterkte burcht.
Maar alles verandert. Wanneer Hadi
burgemeester van het dorpje wordt, breidt die bezorgdheid zich uit tot het
gehele dorpje. Er is nauwelijks enige
vorm van protest. Zelfs hier worden die
veiligheidsmaatregelen aanvaard. Het
excuus dat deze ‘hoogdringende’ maatregelen een noodzakelijkheid zijn, wordt
voor waar aangenomen. Het recht op
privacy wordt ook hier stelselmatig ingeperkt.
De ridiculiteit regeert het land, zo blijkt.
Uw boek beperkt zich niet tot dat ene thema. Dat zou te beperkt zijn als fundament voor
een roman. U nodigt de lezer uit tot een
wandeling doorheen het dorpje. U voert
ons binnen bij de inwoners van het dorpje.
U laat ons achter de gevel kijken.
Zo krijgen wij een inkijk in het Amerikaanse leven. In de Amerikaanse droom. Wij zien hoe dat geobsedeerd nastreven van
die droom mensen ten gronde kan richten.
Maar niet enkel zien wij dat. Ook
dat zou alweer te beperkt zijn. De
Amerikaanse samenleving blijkt een uitstekende voedingsbron voor discussie te
zijn. Die voedingsbronnen sijpelen door
in uw boek. De rol van de overheid. Het nut van belastingen. De gezondheidszorg. Het huwelijkse bestaan. De opvoeding van de kinderen. De alomtegenwoordigheid van televisie. De democratie. De verkiezingen. Zin of onzin van politieke correctheid. Al de bewoners laten in hun handelen vele mogelijke
standpunten over deze thema’s doorschemeren.
De situatie is complex. Dat is
het minste wat kan gezegd worden.
Ik had mij voorgenomen het niet te zeggen. Toch doe ik het. Heel dikwijls komt bij het lezen van uw boek
dat ene woord doorheen mijn hoofd spoken.
Die ene persoon. Trump. Trump.
Trump. Howland doet mij begrijpen
hoe bij complexiteit vaak naar simpliciteit wordt gegrepen. Mensen lijken zo het ingewikkelde te willen
omzeilen. Te willen negeren. Dan komt een mens vaak tot onthutsende en
verrassende oplossingen. Zoals onlangs
gebeurde. Bij de Amerikaanse
presidentsverkiezingen. Dat maakt uw
boek mij duidelijk.
Niet enkel lees ik Trump in uw boek.
Ik ontwar in uw boek een zekere ergernis. U stoort zich aan de passiviteit. Er is geen oppositie. Geen verzet.
Alles wordt geslikt. In het uiten
van terecht protest is de mens lui geworden.
Als wij het maar goed hebben. De
rest? Dat lijkt ons niet wakker te houden.
U vraagt aan de lezer een zekere betrokkenheid. Als lid van een maatschappij hebben wij die
plicht. Zoals de dochter van Mark, het
hoofdpersonage uit uw boek. Zij toont
ons hoe het moet. Tussen alle slapende
geesten in het dorp staat zij rechtop. Zij
laat ons zien wat het nut van politiek protest kan zijn. Politiek protest moet de machtigen de macht
ontnemen ons iets te weigeren. Dat lijkt
mij een mooie gedachte. Een hoopgevende gedachte. Met dat helder en duidelijk politiek
statement sluit u uw boek af. Dat statement
blijft hangen bij mij.
Beste Jonathan. Ik ben blij uw
uitnodiging geaccepteerd te hebben. Ik
ben blij aan uw hand door Howland gewandeld te hebben. Ik ben blij met u op bezoek gegaan te zijn
bij die enkele inwoners. Bij Glenn, de
postmeester. Bij Penny, de assistente
bij een dokterspraktijk. Bij Abigail,
uitgever van The Howland Gazette. Bij
Joanna, een leerkracht. Bij Jack, een
biologische boer. Bij Joe en Vivian,
gepensioneerden. Bij Todd,
sterrenchef. Bij Candace,
onderdirectrice van een school. Hun
levens maakten mij veel duidelijk. Via
die kleine levens kreeg ik een beter zicht op het grotere geheel. Een vollediger zicht op het grotere geheel. U gaf mij die duidelijkheid. U schonk mij die volledigheid. U maakte mij een rijker mens. Daarvoor wil ik u danken.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten