Beste Wim,
Ik keek naar uw nieuwste programma.
De Columbus. Ik keek heel
bewust. Ik keek niet omdat ik bij het
zappen toevallig bij u uitkwam. Dat was
het niet. Heel bewust stemde ik af op
Eén. Ik had daarvoor zo mijn
redenen. Een doelbewuste kijker. Een kijker met redenen. Het is eens wat anders. Wat zijn dan die redenen? Dat zal ik even
moeten uitklaren. Het zou immers te
gemakkelijk zijn te beweren dat ik zo mijn redenen heb en daar dan verder
helemaal niks mee doe. Het zou fout zijn
mij vervolgens in stilzwijgen te hullen.
Ik zal daarom mijn kaarten op tafel leggen. Open communicatie, zo noemen ze dat. Een verklaring, dus.
Vooreerst delen wij dezelfde voornaam.
Wim, de gewilde beschermer. Die
betekenis van onze voornaam delen wij. Dat
zou als reden onvoldoende kunnen lijken.
Een beetje magertjes. Die opmerking
zou terecht kunnen zijn. Ik kan enkel
zeggen dat een mens getriggerd wordt om bepaalde handelingen te stellen. Diezelfde mens moet aangepord worden. Die gedeelde voornaam was voor mij een
trigger. Een heel kleine trigger, dat
kan en wil ik niet ontkennen. Maar vaal
volstaat één vonkje. Eén klein vonkje. Ik moet denken aan dat ene liedje. Biko van Peter Gabriel. Daarin zingt de man: once the flames begins
to catch, the wind will blow it higher. Het
begint dus met een vonkje. Eerst een
vonkje, dan pas de grote vlammen.
Die grote vlammen worden gestuurd door het thema van uw
programma. Reizen. Mijn grootste passie. Dat thema doet de vlammen tot onmeetbare
hoogten klimmen. Niks anders kan mij zo
enthousiast maken. Niks anders kan mij
zo doen dromen. Of toch wel, de
liefde. De liefde overtreft alles. Daar kan niks tegen op. Zelfs reizen niet. Ik moet mijzelf dus corrigeren. Reizen is mijn op één na grootste
passie. Voilà, dit is dan rechtgezet. Wij kunnen door.
U reist zoals het hoort. U hebt
een bestemming. Die bestemming mag uw
gast of gaste kiezen. Een keuze, waarin
het lot een grote hand heeft. Eens die
bestemming gekend is, kan het reizen beginnen.
Die reis begint onmiddellijk.
Begint bij de voordeur van uw gast(e).
U wacht niet tot de eigenlijke bestemming. De weg daarheen maakt wezenlijk deel uit van
het avontuur. Van de reis. U stapt niet in de wagen om u te spoeden naar
die eindbestemming. Het door u gekozen
vervoermiddel biedt daar ook de gelegenheid niet toe. De door u tot mobilhome omgebouwde bus dwingt
tot traagheid. Die traagheid
transformeert uw reis. Niet de
bestemming maar de rit daarheen wordt het uiteindelijke doel van de reis. Het reizen zelf wordt hoofddoel. Het onderweg zijn bepaalt de sfeer.
Dat onderweg zijn als doel op zich dwingt de reiziger tot een
noodzakelijke aanpassing. Hij of zij moet
die eindbestemming uit het hoofd bannen.
Hij of zij moet verder met de wetenschap dat de eindbestemming in die
korte tijdspanne van vier dagen wel of niet kan gehaald worden. De focus moet anders ingesteld worden. De focus verbreedt. De wegenkaart mag aan de kant. Het aantal dagelijks te vermalen kilometers
moet niet meer berekend worden. Rust
daalt neer. Vrijheid komt in de
plaats. Die omslag komt niet
vanzelf. Dat vraagt tijd. Loslaten blijkt dan toch niet evident te
zijn. Controle moet losgelaten worden. Wonderlijke verrassing treedt in de plaats.
Ik kijk naar die eerste aflevering. Vanuit mijn zetel. Ik zit zoals ik elke avond zit. Voor mijn televisie. Toch is die ene avond anders. Er gebeurt iets. Iets wat ik niet voor mogelijk had
gehouden. De muren van mijn woning zie
ik afbrokkelen. Alles kleurt groen. Om mij heen zie ik de weidse landschappen,
die jullie zien. Ik kijk om mij
heen. Ik zie u aan het stuur. Ik zie uw gaste in de passagiersstoel. Het is bijna onmogelijk maar ik zit op jullie
bus. Ik reis mee. Ik loop die eerste avond die enkele
kilometers. Samen met jullie. Ik ontbijt, lunch en dineer samen met
jullie. Elke dag weer. Ik gooi mijn petanqueballen. Niet om te winnen. Wel om deel te nemen. Want net als jullie weet ik dat deelnemen
belangrijker is dan winnen. Samen met
jullie zoek ik naar de beste kampeerplaatsen.
Net als jullie kies ik voor wildkamperen. Uiteraard.
Ook ik voer avontuur hoog in het vaandel. Ik zit op de bus. Ik kijk om mij heen. Naar die prachtige wereld. Zo dicht bij ons. Ik kijk om mij heen en ik geniet. Net als jullie.
Aan het eind kus ik u. Kus ik
uw gaste. Net als jullie doen. Het voelt een beetje onwennig. Maar tegelijk voelt het juist. Wij hebben samen gereisd. Wij hebben ervaringen gedeeld. Samen zijn wij op avontuur geweest. Ik kus en ik huil. Niet huilen met tuiten. Wel huilen met kleine, enkele tranen. Scheiden doet lijden. Dat besef ik nu. Nog maar eens.
Ik stap van de bus af. Wij
hebben ons Monaco bereikt. Het groen om
mij heen verdwijnt. De muren van mijn
woning herstellen zich. Ik ben terug thuis. Eén uurtje lang was ik weg. Was ik weg van de wereld. Daarvoor hebt u gezorgd. Ik kan niet wachten tot onze volgende
afspraak. Want opnieuw wil ik mee. Opnieuw wil ik uw bus op. Dat weet ik nu al. En oh ja, de bestemming doet er niet
toe. Het onderweg zijn, dat is wat telt.
Beste Wim. Beste
naamgenoot. Ik wil u danken voor een
fijne televisieavond. Vanaf nu hebben
wij een vaste afspraak. Elke
dinsdagavond zal ik opstappen. Op weg
naar …
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten