Beste Christina,
Ik wist wat armoede was.
Althans, dat is wat ik dacht. Ik
kom al eens buiten. Ik kijk om mij
heen. Ik lees al eens een krant. Jawel, ik durf mij al eens te verdiepen in
het jaarlijkse armoederapport. Dan zou
ik mogen stellen dat ik toch zou kunnen weten wat armoede is. Het blijkt een foute veronderstelling te
zijn. Ik weet het niet. Ik weet het helemaal niet. Dat besef ik maar al te goed na het zien van
uw film. Uw documentaire.
Rabot grijpt mij bij het nekvel.
Drukt mij met de neus op de feiten.
Dat gebeurt meteen. Niet langs
een omweg. Geen voorspel. Onmiddellijk sta ik met mijn voeten in de
realiteit. Die realiteit toont mij de
armoede. De armoede in al zijn
facetten. Want dat blijkt al snel. Armoede is veelzijdig. Strekt zijn tentakels uit en dringt binnen in
alle aspecten van het leven. In Rabot
komen die vele gezichten samen. Rabot
legt het ingrijpende karakter van armoede bloot. Ik zie de bewoners rekenen. Ik zie hen afwegen. Ik zie hen wikken en wegen. Ik zie hen keuzes maken. Keuzes die een invloed zullen hebben op de
beperkte financiële draagkracht. Ik
tracht mij voor te stellen wat een leven moet voorstellen dat continu bepaald
wordt door het maken van broodnodige keuzes.
Wat een leven moet voorstellen waarbij onbezorgde spontaniteit bijna
onmogelijk wordt. Omdat die spontaniteit
consequenties heeft. Consequenties die
repercussies hebben op de boekhouding van een gezin.
Bovenstaande kan omschreven worden als financiële armoede. Of neen, bovenstaande is financiële
armoede. Dat is tot wat wij armoede in
feite terugbrengen. Geen of te weinig
centen. Niks meer. Niks minder.
U laat zien wat armoede nog kan zijn.
U toont ons de relationele armoede.
De communicatieve armoede. Mensen
leven samen maar praten nauwelijks samen.
Aan tafel wordt samengezeten maar nauwelijks wordt een woord
gesproken. Er wordt gekeken. Gestaard.
Naar elkaar. Maar in die blikken
valt geen uitnodiging te lezen tot een gesprek.
Tot een goed gesprek. Tot een
echt gesprek. Relaties lijken uitgedoofd
te zijn. Liefde lijkt leeggelopen te
zijn. Mensen blijven samen. Zij lijken elkaar nog net te tolereren. Een knuffel? Een warme omhelzing? Het lijkt
een zeldzaamheid. De partner lijkt
verworden tot een meubelstuk. Een meubelstuk,
dat altijd al aanwezig was.
Onmacht, dat lees ik. Onmacht
om de persoonlijke situatie om te buigen.
Die onmacht wordt geuit. Niet
noodzakelijk mondeling. De muren in gangen en liften lijken een uitlaatklep. Woede spat van die muren af. In felle slogans wordt de onmacht geuit. Het systeem wordt in vraag gesteld. De maatschappij wordt bekritiseerd. De andere wordt beschimpt en
aangeklaagd. De neger. De vrouw.
De moslim. De blanke. Armoede lijkt geen nood te hebben aan
nuance. Dat gebrek aan nuance horen we
ook aan de trappen voor het appartement.
Buren zitten samen. Ventileren
hun ongenoegen. Over andere bewoners. Het gedrag van die andere bewoners wordt
geanalyseerd. Kritiek op de andere is
gemakkelijker. Het leidt af. Het verhindert zichzelf in vraag te
stellen. Terwijl de andere ‘en plein
public’ aan het kruis wordt genageld, hoeft men niet te werken aan de eigen
houding. Aan de eigen problemen. Die trappen lijken wel een volkstribunaal.
Is er dan geen enkele hoop? Is er dan geen enkel lichtpuntje? Ik weet
het niet. Ik durf niet van een
lichtpuntje te spreken als ik meen te mogen stellen dat hoop vaak weinig
realistisch is. Dat hoop vaak naïef
is. Hoe realistisch kan hoop zijn als
een drugsverslaafde zegt ooit te zullen stoppen met zijn verslaving terwijl
diezelfde aan een jointje trekt en tegelijk naar een valium grijpt? Hoe mooi
kan hoop zijn als een man zegt ooit gelukkig te zullen zijn als hij zijn
overleden vrouw zal ontmoeten bij één van die sterren aan de hemel? Hoop en
geluk lijken altijd in de verre toekomst te liggen. Nooit zullen die onmiddellijk gerealiseerd
worden. Nooit zullen die onmiddellijk
ervaren worden. Jawel, uw film laat geen
goed gevoel na bij de kijker. Het is
schrijnend. Het is pijnlijk.
Maar laat nu net daarin de kracht van uw film schuilen. Het opent de ogen. Het doet beseffen waarom een minister luid en
overtuigd kan beweren dat zij het aantal mensen met een inkomen onder de
armoederisicodrempel met een derde zal verminderen. Zij kan dat luid verkondigen omdat zij weet
dat zij hierop niet zal afgerekend worden.
Omdat het bij de volgende verkiezingen geen item zal zijn. Alweer niet.
Het doet beseffen waarom bij het aantreden van elke nieuwe regering weer
maar eens beloofd wordt het leefloon aan te passen en boven de officiële
armoedegrens te brengen. Het mag nog
maar eens beloofd worden omdat iedereen binnen elke nieuwe regering weet dat
niemand zal wakker liggen van die belofte.
Dat zij hierop niet zullen afgerekend worden. In de politieke wandelgangen kan de
armoedeproblematiek heel misschien een onderwerp zijn waarop slechts enkelingen
zich kunnen en willen profileren. In de
politieke beslissingskamer raakt het onderwerp ondergesneeuwd.
Armoede wordt weggemoffeld.
Wordt weggeduwd. Armoede zit niet
in de hoofden van het publiek. Al zeker
niet in de hoofden van politici. Zij
vechten vele oorlogen maar daarom niet de juiste. War on terror. War on drugs.
Op die fronten wordt het politieke kapitaal opgebouwd. Op die fronten wordt de strijd om de kiezer
gewonnen of verloren. War on poverty?
Hiervoor worden geen gevechtstroepen geleverd.
Hiervoor wordt de borst niet nat gemaakt. Integendeel zelfs. Slachtoffers van armoede worden
beschuldigd. Zij worden individueel
verantwoordelijk gesteld. Het verhaal
van de kansen, u kent het wel. Kansen
moeten gegrepen worden. Zo simpel is
het. Doet men dat niet, moet men op de
blaren zitten. Eigen schuld, dikke
bult. Meer en meer worden de
slachtoffers met de vinger gewezen. Het
lijkt wel een bewuste strategie. Terwijl
iedereen omlaag wijst, wordt vergeten omhoog te kijken. Wordt vergeten wat omhoog verkeerd loopt aan
te klagen.
Misschien laat uw film wel zien wat de toekomst zal brengen. Armoede zal verbannen worden. Zal uit het straatbeeld gefilterd
worden. Armoede zal naar getto’s
gebracht worden. Getto’s van sociale
huisvesting. Een analyse van de huidige
beleidslijnen doet een dergelijk doemscenario tot een tastbare werkelijkheid
worden. Ik denk hierbij aan de recente
invoering van huurovereenkomsten met een beperkte duur van negen jaar in de sociale woningmarkt. Een gevolg van die maatregel is dat mensen
uit hun sociale woning kunnen gezet worden als hun inkomen is gestegen. Positieve rolmodellen worden uit sociale
woonwijken verbannen. Armoede wordt
gecentraliseerd. Maar niet enkel zijn er die nieuwe huurovereenkomsten. Ik denk evenzeer aan het naar beneden bijstellen van de inkomensgrenzen. Alweer wordt armoede gecentraliseerd. Het gezicht van de sociale huisvesting verandert. De samenstelling van de populatie in de sociale woonwijken verandert onder invloed van de vele maatregelen.
Ik ben niet vrolijk buiten gestapt.
Stilletjes verliet ik de filmzaal.
Uw film was een wake-up call. Een
eyeopener. Vergeef mij die Engelse
woorden, ik kan het niet anders stellen.
U opende mij de ogen. U deed mij
eindelijk beseffen dat de armoedeproblematiek bovenaan de politieke agenda moet
staan. Niet onderaan. U doet mij beseffen dat armoede niet vraagt
om hippe termen als nudging in een poging het probleem aan te pakken. U doet mij beseffen dat een structureel
beleid noodzakelijk is. Enkel een
gecoördineerde aanpak met voldoende financiële slagkracht kan tot succes
leiden. Dat succes is noodzakelijk. Op dat succes dienen regeringen afgerekend te
worden.
Om al die redenen meen ik dat uw film moet gezien worden. Niet enkel door de Gentenaar. Niet enkel door degene die beroepsmatig
vertrouwd is met het onderwerp van uw documentaire. Het moet gezien worden door iedereen. Want iedereen dient eindelijk te beseffen dat
armoede een onrecht is.
Beste Christina. Het is nu bijna
een week geleden dat ik uw film zag. Het
verwerkingsproces is nog steeds aan de gang.
Ik denk aan die bewoners en mijn gemoed wordt zwaar. Dat is niet uw fout. U hebt geregistreerd. U hebt een verhaal verteld. Daarvoor hoeft u zich niet te verontschuldigen. Integendeel.
Ik eis van u geen verontschuldigingen.
Wat ik wel wil, is u feliciteren.
Is u bedanken. U liet zien hoe u
een woningblok gesloopt wordt. U liet
voelen hoe solidariteit dringend weer moet opgebouwd worden. Voor dat besef wil ik u danken.
Met vriendelijke groeten.
Erg krachtige brief. Ik krijg er de tranen van in de ogen. Net als u heb ik de film gezien. Hij blijft op mijn netvlies gebrand. Net als u denk ik dat iedereen die film gezien moet hebben om te beseffen wat en schrijnende toestanden achter heel veel gevels plaats vinden, niet alleen in Gent, maar overal.
BeantwoordenVerwijderenHet wordt tijd dat een individualistische maatschappij weer omgevormd wordt tot een sociale maatschappij waarin elkaar helpen vanzelfsprekend is en mensen in dezelfde buurt elkaar weer kennen.
i have a dream ...
VerwijderenVolleig juiste analyse. Als je dan bedenkt dat de middenklasse verarmt aan een stevig tempo, dat de vergrijzing oprukt en hoe het sociaal vangnet op springen staat, dan ziet de toekomst er zeer somber uit voor hen met 'net te weinig om van te leven'.
BeantwoordenVerwijderenJuist, we moeten allen kleine stappen zetten om een grote teweeg te brengen. Wijzen naar boven of naar beneden blijft wijzen en niets doen. Ik zag de film niet, ik groeide erin op en meen te weten dat we moeten kijken naar wat wel is en dit groter maken door kleine stappen te zetten. Stappen naar elkaar, met elkaar en voor elkaar. Dank je voor je woord, tekst en stem. Dit is alvast 1 kleine stap. Groetjes eefje
BeantwoordenVerwijderen