donderdag 15 maart 2018

Uitgelezen: In het museum. Brief aan Joost van Driel.

Beste Joost,
 
Nicolas en David.  Twee handen op één buik.  Nicolas is de vader.  David is de zoon.  De liefde tussen vader en zoon staat centraal in het boek.  Zijn vader moedigt de zoon aan.  Doet hem dromen.  Doet hem fantaseren.  De vader waarschuwt de zoon niet vast te roesten in het dorpje, waar de ouders een kledingzaak hebben.  De vader gruwt van het dorpsleven.  Een dorpsleven, waarin niks gebeurt.  Waarin alles maar zijn doodgewone, saaie gang gaat.  Een dergelijk leventje wenst de vader zijn zoon niet toe.  Daarom moedigt hij hem aan.  Geeft hij herhaalde en wijze raadgevingen.  Reizen, lezen en leven.  Dat is wat de zoon moet doen.  Een variante op die ene leefregel is een andere drievuldigheid: we moeten durven, we moeten wagen, we moeten moedig zijn.  Die raadgevingen neemt de zoon ter harte.  Maakt hij zich eigen.  Het lijkt wel alsof de zoon de niet ingevulde ambities van de vader moet inlossen.  Maar dat gebeurt niet onder dwang.  In een liefdevolle relatie brengt de vader zijn zoon tot die verrijkende inzichten.  De vader blijft zijn zoon aanmoedigen zijn eigen weg te zoeken en te vinden.  Want enkel dan kan de zoon een grote toekomst tegemoet gaan.
 
Vader is de held.  Liefde is het sleutelwoord.  De held en zijn beschermeling trekken elke maand naar Amsterdam.  Zo vertellen zij het aan moeder.  In feite gaan zij naar Brussel.  Dat is hun geheimpje.  Vele dingen moeten geheim gehouden worden voor moeder.  Want zij is wisselvalling.  Kan plots vervallen in woede-uitbarstingen.  Dat moet vermeden worden.  Zwijgen kan dan best wel eens handig zijn.  De zoon lijkt hierin te willen meegaan.  Hij zwijgt dus ook.  In de moeilijke relatie tussen vader en moeder lijkt de zoon partij te kiezen voor vader.  Althans, de medeplichtigheid in de plannen van vader lijken dat te bevestigen.
 
Elke maand gaan vader en zoon naar het museum.  Naar het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen in Brussel.  Aanvankelijk samen met vader.  Later zonder vader.  Wel in gezelschap van Sarah.  Een oppas, waarvoor de vader heeft gezorgd.  In dat museum raakt David gefascineerd door dinosauriërs.  Die dieren uit een ver verleden voeden zijn fantasie.  Een bijna niet in te tomen fantasie.
 
Alles loopt wonderwel.  Maar geleidelijk komen er barstjes in de relatie tussen vader en zoon.  De held wankelt op zijn voetstuk.  Vele avonturen en voorvallen in het Brusselse hebben hier de hand in.  De zoon gaat twijfelen.  Op het moment dat vader uit beeld verdwijnt, verliest alles zijn glans.  Alles wordt matter.  Doffer.  David lijkt niet meer te weten wat waarheid is.  Hij vraagt zich af in hoeverre zijn wereld een schijnwereld is.  In hoeverre zijn vader hem meegetrokken heeft in die schijnwereld.
 
Dan is er plots die breuk.  De vader blijft weg.  Komt niet meer opdagen aan het museum.  David moet alleen naar huis.  Zonder vader.  Thuisgekomen wordt hij gedwongen alles op te biechten.  Het hele verhaal.  Hun geheime uitstapjes.  Het leven krijgt een geheel andere wending.  David lijkt veroordeeld tot een levenslang verblijf in het provinciestadje.  Een verblijf tussen de idioten.  Tussen een vreselijk volkje met kleingeestige wensen.  Zo had zijn vader de bewoners van het provinciestadje omschreven.  Tussen die mensen moet David nu leven.  Het museum in Brussel wordt niet bezocht.  Of toch.  Heel zelden gaat hij met moeder naar Brussel.  Samen met zijn moeder bezoeken zij de dinosauriërs.  Maar moeder deelt de passie niet.  Deelt de zin voor fantasie niet.  Daarvoor is zij te nuchter.  Het gewone leven, waaruit elke fantasie wordt weg gefilterd, lijkt David ongelukkig te maken.
 
Vader is afwezig.  Dat kan niet ontkend worden.  Plots is hij uit het leven van David gestapt.  In de plaats kwam moeder.  Zij moest de heldenrol van vader overnemen.  Dat lukte niet.  Moeder was wel aanwezig maar in die aanwezigheid was zij in grote mate afwezig.  David moet tot actie overgaan.  Hij moet iets doen.  Om zijn leven opnieuw in handen te krijgen.  David kan maar één ding doen.  Hij besluit te vluchten.  Hij zal zijn eigen weg gaan.  Op weg naar die grote toekomst.
 
Die vlucht is een heuse tour de force.  Een krachttoer, waarin de fantasie van David een groot aandeel heeft.  Het lijkt onmogelijk.  Het lijkt bijna niet te kunnen.  Maar toch, het lijkt de enige en juiste uitweg te zijn.  Enkel de fantasie kan voor David een schuiloord zijn.  In die fantasie vlucht hij weg.  Weg van vader.  Weg van moeder.  Zijn favoriete museum reikt hem de oplossing aan.  Een oplossing, die David graag aanvaardt.  Omdat hij beseft dat daar het geluk kan gevonden worden.  Een geluk, dat hij dan toch niet vond bij vader.  Een geluk, dat hij niet had bij moeder.  In die aangereikte oplossing zal zijn eenzaamheid verdampen en zal hij omringd worden door nieuwe vrienden.  Nieuwe vrienden, die hem steeds hebben gefascineerd.  Die hem nooit teleurstelden.
 
U schreef een vreemd boekje.  Let op, ik bedoel dat niet denigrerend.  Uw boekje begint heel eenvoudig.  Van elke pagina spat het geluk.  Het echte geluk? Het valse geluk? Maar dan komt die barst.  Die barst doet uw boekje kantelen.  Het eenvoudige wordt plots iets buitengewoons.  Uw verhaal neemt een plotse wending.  De eenvoud is weg.  In de plaats komt verwarring.  Verwarring, die de lezer in zijn macht krijgt.  Als lezer deelde ook ik die verwarring.  Ik wist niet wat ik moest denken.  Ik bleef verweesd achter.  Maar dan, na een tijdje, leek ik te beseffen dat het einde niet anders kon.  Dat u het juiste einde schreef.  Een einde als ode aan de fantasie.
 
Beste Joost.  In het vreemde van uw boek schuilt de grote kracht.  U schreef een niet alledaags verhaal.  Met plezier liep ik samen met David mee.  Samen met David ondernam ik die wonderlijke tocht.  Voor die verrassende reis wil ik u danken.  U hebt mij doen dromen.  U hebt mij heel even weggetrokken uit deze reële wereld.  U hebt mij naar een andere wereld gebracht.  Een heerlijke ervaring.  Daarvoor wil ik u danken.
 
Met vriendelijke groeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten