Beste Dinaw,
U schreef een boek. Dat boek
heb ik gelezen. Een licht boek, dat zou
men kunnen denken. Licht, gemeten naar
het thema welteverstaan. Een
liefdesverhaal. Dat leest vlotjes
weg. Een boekje om te lezen tussen de
soep en de patatten, zoals men bij ons wel eens durft te zeggen. Toch wil ik die woorden niet in de mond
nemen. Omdat het uw boek onrecht zou
aandoen. Omdat uw boek veel meer is dan
enkel een liefdesverhaal. Uw boek wordt
bezwaard. Door de omstandigheden. Door de voorgeschiedenis. Dat alles maakt dat uw boek steekt. Dat uw boek prikt. Ik ontdek dat het vertellen van een liefdesverhaal
slechts een excuus is. Een excuus om een
nog groter verhaal te vertellen. Een
excuus om meer gewichtige thema’s in het verhaal binnen te smokkelen.
Ik heb het boek uit. Dat is nu
al enkele dagen geleden. Ondanks het
feit dat de afstand tot dat moment steeds groter wordt en dat moment steeds
verder in het verleden ligt, blijft uw boek in mijn hoofd hangen. Het laat mij niet los. Hoe groter die afstand, hoe meer vragen de
kop opsteken. Vragen, die mij dwingen
tot het zoeken naar een antwoord. Die
mij dwingen tot het bepalen van een standpunt.
Tot het innemen van een positie.
Inderdaad, uw boek is niet vrijblijvend.
Dat is geen optie. Lezen en het
boek zondermeer dichtklappen kan niet.
Uw boek vraagt enige nazorg.
Niet enkel Isaac is de hoofdrolspeler.
Niet enkel Helen is de hoofdrolspeler.
Afrika, dat continent is binnen uw verhaal de grootste en voornaamste protagonist. U schrijft over Afrika als een zieke
patiënt. Akkoord, het verhaal speelt
zich af in Oeganda. Maar dat houdt u
vaag. Dat raakt u slechts heel even
aan. Zodat de lezer het verhaal kan
opentrekken naar het hele continent.
Zodat uw verhaal spreekt voor Afrika.
Niet enkel voor Oeganda. Wel voor
alle landen. Want vele landen in het
zwarte continent kennen eenzelfde problematiek.
Bevrijdingsbewegingen, die het land bevrijden om het kort nadien te
onderdrukken. De bevrijder wordt de
onderdrukker. Die onderdrukkende
bevrijding vraagt reactie en resulteert vaak in rebellie. Een sluimerende, nooit gedane oorlog is
hiervan vaak het gevolg. Een oorlog, waarvan
slechts enkelen, de zogenaamde war lords, profiteren. Een oorlog, waarvan de bevolking de dupe is.
In uw harde oordeel over Afrika staat u zichzelf toch toe uw liefde
voor datzelfde werelddeel te laten doorschemeren. Dat doet u heel subtiel. Via korte, heel rake observaties van een
prachtig landschap. Van een heerlijk
volk. Die observaties weeft u heel
fijnzinnig door het verhaal. Het lijkt
bedoeld om de hardheid enigszins te temperen.
Tegenover uw verontwaardiging plaatst u uw liefde. Om zo het dubbele gelaat van Afrika te
tonen. Natuurpracht tegenover
oorlogsgeweld. Dat dubbele gevoel ervaar
ik ook. Dat dubbele gevoel maakt het
moeilijk zonder voorbehoud te oordelen.
Zonder voorbehoud te veroordelen.
U plaatst niet enkel Afrika voor zijn verantwoordelijkheid. Dat doet u ook met Amerika. Met het Westen. In uw boek laat u een diplomaat zeggen dat
Amerika enkel geïnteresseerd was in Afrika om de landen ver weg te houden van
het communisme. Het weghouden van een
communistisch geïnspireerd regime, dat was de hoofdbekommernis van de
Amerikaanse regeringen. Elk regime, dat
die hoofdbekommernis deelde, kon rekenen op de steun van Amerika. Welke wan- en misdaden dat regime dan
uithaalde, maakte niet uit. Amerika keek
dan wel even de andere kant uit. U ziet,
Afrika is niet de enige schuldige voor het eigen leed. Andere landen mogen evenzeer in het bankje
van de beschuldigden staan.
U doet Isaac vluchten. Via een
studentenvisum reist hij naar Amerika.
Voor vele ontheemden toch nog altijd het beloofde land. Maar bij het waarheidsgehalte van die
verwachting plaatst u grote vraagtekens.
In Amerika worden de vluchtelingen geconfronteerd met het latente en
openlijke racisme van zijn bewoners. Dat
ervaart Isaac. In zijn relatie met
Helen. Beiden voelen de veroordelende
blikken als zij zich als geliefden manifesteren. Sommigen houden het bij staren. Anderen beperken zich niet tot staren. Die anderen laten luidop hun misprijzen de
vrije baan. Het lijkt wel alsof u zelf
die blikken hebt moeten trotseren. Het
lijkt wel alsof u zelf die vernederingen hebt moeten ondergaan. Want u beschrijft die ervaringen accuraat. Realistisch.
In die ervaringen lijkt u heel even in het personage van Isaac door te
schemeren.
U laat ons voelen wat het is een vluchteling te zijn. Wat het is om als vreemdeling te arriveren en
te leven in een vreemd land. Het
verleden, dat de vluchteling in eigen land deelde met familie en vrienden, is
plots weg. Het lijkt uitgewist. Dat gemeenschappelijke, dat mensen verbindt
en samenhoudt, is weg. De vluchteling
staat helemaal alleen. Een deel van zijn
persoonlijke geschiedenis is achtergebleven.
Alsof hij er geen recht meer op heeft.
Alsof hij er geen aanspraak meer kan op maken. Enkel het heden en een onzekere toekomst zijn
nog van tel.
De vluchteling/immigrant moet een leven opbouwen in een omgeving, die
hem niet altijd gunstig gezind is. In
een omgeving, die hem vaak volledig onbekend is. Hij wordt geconfronteerd met nieuwe, vreemde
gebruiken en gewoontes. Daarin moet hij
zijn weg zoeken. Waarbij hij vaak met
zijn gezicht hard tegen de muur knalt.
Niet één keer. Wel vele keren. U hebt mij anders doen aankijken tegen de
problematiek van de vluchtelingen. Nog
meer begrijpend. Nog meer
vergevingsgezind.
Na al het bovenstaande zou u kunnen denken dat uw boek een politiek
pamflet is. Dat is het niet. Nog altijd blijft uw boek een roman. Het verhaal overheerst. Wordt nooit weggedrukt door opinies of
meningen. U vertelt het verhaal van
Isaac. In Afrika. In Amerika.
Dat doet u op een wondermooie, meeslepende stijl. Het is aan de lezer om de onderliggende
boodschappen uit het verhaal te filteren en te interpreteren. Dat dwingt de lezer tot gematigdheid. Het lezen van uw boek moet zachtjes
gebeuren. Uw boek moet zachtjes
gesavoureerd worden. Om de gelaagdheid
van het verhaal te ontdekken en te proeven.
Ik las een levensverhaal. Ik
las een liefdesverhaal. Beide verhalen
reikte u mij aan in uw boek. U hebt mij
een literaire parel geschonken. Een
parel, dat mij nog steeds in zijn greep heeft.
Dat mij nog altijd niet loslaat.
Ik vind het helemaal niet erg.
Dat is wat literatuur immers moet doen.
Het moet boeien. Het moet intrigeren. Het moet de lezer heel zachtjes aan
loslaten. De lezer moet laten
bezinken. Moet zijn hoofd zachtjes laten
leeglopen. Om het zo klaar te maken voor
een volgend verhaal. Dat is wat
literatuur moet doen. Dat is wat u hebt
gedaan.
Beste Dinaw, ik dank u voor dit fantastisch mooie en bovenal
aangrijpend emotionele boek.
Met vriendelijke groeten.
Link:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten