maandag 7 juli 2014

Argentinië - België. Een mooie nabeschouwing.

Het had gekund.  Het was mogelijk geweest.  Die halve finale was best wel haalbaar.  De meeste dromen zijn bedrog maar deze droom getuigde toch van voldoende realiteitszin.  Die Argentijnen waren te kloppen.  Het grote Argentinië? Nooit gezien.  De grote Messi? Nauwelijks of niet gezien.  Enkel die zevende minuut.  Was die zevende minuut doelloos voorbij getikt, dan zou het anders kunnen geweest zijn.  Dan was het een andere wedstrijd geworden.  Maar die zevende minuut was er die ene flits.  Die ene goal.  Argentinië zat in een zetel.  België moest aan het werk.  Die ene goal deed de hoop op een open wedstrijd zoals tegen de Verenigde Staten volledig teniet.  De wedstrijd ging op slot.  In de resterende drieëntachtig minuten vonden onze Duivels niet de juiste sleutel om het blok open te breken.  Onze Duivels vonden geen manier om dat blok te ontwrichten.  Te weinig doelgevaar, nochtans noodzakelijk voor de gezochte winst.  Na negentig minuten viel dan ook het zware verdict.  Onze Duivels mochten naar huis.
 
Ontgoocheld? Toch wel een beetje.  Het besef dat Argentinië echt wel te kloppen was, maakte dit verlies moeilijker verteerbaar.  Maar de ontgoocheling was slechts tijdelijk.  Die ontgoocheling ebde weg.  In de plaats kwam fierheid.  Fierheid op het afgelegde parcours.  Zowel in de kwalificatieronde als op het eigenlijke kampioenschap.  Fierheid op het behaalde resultaat.  België behoort tot de beste acht voetballanden op deze aardbol.  Toch niet onaardig, dacht ik.  
 
Wie had dit allemaal durven hopen? Vóór de afreis naar Brazilië waren de analisten bijna unaniem.  Het overleven van de eerste ronde werd omschreven als het meest haalbare.  Dat resultaat zou mooi zijn.  Over een mogelijke kwartfinale werd nauwelijks of niet gesproken.  Een halve finale werd als niet realistisch bestempeld.  Pas op het WK werden de verwachtingen bijgesteld.  In die mate zelfs dat sommigen durfden te spreken over een mogelijke finaleplaats.  Dat gebeurde niet zomaar.  Dat gebeurde onder druk van Origi.  Onder druk van Mertens.  Onder druk van De Bruyne.  Onder druk van Van Buyten.  Onder druk van het voltallige team.  Op het veld stond een te duchten team.  Een team, dat niemand hoefde te vrezen.  Een team, dat iedereen vreesde.
 
Wij hebben een ploeg.  Een jonge ploeg.  Heel misschien ontbrak het deze ploeg aan de nodige tornooiervaring.  Die ervaring om op de meest belangrijke momenten het verschil te maken.  Dit WK was voor onze Duivels een mooie kennismaking met dit wereldgebeuren van het voetbal.  Een kennismaking, die uitzicht biedt op een mooie toekomst.  Een veelbelovende toekomst.  Niet langer zijn wij een voetbaldwerg.  Neen, wij zijn een reus in wording.  Nog een beetje groeien.  Nog een heel klein beetje.  Om op een meer constante basis die hoogstaande kwaliteit te kunnen afleveren.  Om zo minder afhankelijk te worden van die enkele klasseflitsen.  Negentig minuten lang flitsend spektakel, onze Duivels hebben de potentie.
 
Heerlijke feestjes hebben wij gehad.  Onze Duivels hebben ons mooie avonden geschonken.  Mooie nachten.  Het verlies van Argentinië zal nog even blijven hangen.  Maar dat is van voorbijgaande aard.  Meer nog zullen de herinneringen aan dolle voetbalavonden zich in onze hoofden nestelen.  Die herinneringen zijn blijvend.  Die herinneringen doen ons verlangend uitkijken naar de volgende uitdagingen.  Naar een mooie toekomst.  Op Europees vlak.  Op wereldvlak.
 
Vanaf heden zeg ik het met luide stem.  Niet langer blozend of bijna verontschuldigend.  Wel met volle overtuiging.  Ik ben supporter van de Belgische Rode Duivels.  Van een wereldteam in wording.  Jawel, euforie en trots kleurt dit besluit.  Maar voor één keer mag het.  Voor één keer voelt dit juist.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten