donderdag 12 juli 2018

Uitgelezen: Wedervaring. Brief aan Bodo Kirchhoff.

Beste Bodo,
 
Het gebeurt niet vaak.  Slechts heel zelden overkomt het mij.  Met uw boek gebeurde het.  Onmiddellijk en meteen.  Meteen wist ik dat uw boek een goed boek zou zijn.  Dat kan u heel misschien vreemd lijken.  Want moet een boek niet volledig gelezen worden om pas aan het eind te kunnen oordelen.  Moet een lezer niet elke pagina gesavoureerd hebben om pas dan een juist eindoordeel te kunnen vormen.  Ik dacht het wel.  Dat lijkt bijna de logica.  Maar toch zijn er uitzonderingen.  Uw boek is een dergelijke uitzondering.  Reeds van bij het begin had ik het gevoel een exceptioneel boek te lezen.  Reeds van bij het begin had ik dat intense gevoel dat u mij fijne momenten zou schenken.  
 
U had mijn zwakke plek ontdekt.  Italië.  Binnen Europa is dat mijn favoriete reisbestemming.  Nooit heeft dat land mij teleurgesteld.  Met uw boek vertrok ik opnieuw naar Italië.  U liet mij plaatsnemen in de cabriolet van Julius Reither en Leonie Palm, de personages uit uw boek.  U bracht mij naar Affi.  Naar Modena.  Naar Ravenna.  Naar Ancona.  Naar Bari.  U bracht mij over de straat van Messina.  Naar Sicilië.  Ik las uw boek.  Ik was op reis.  In mijn hoofd zat ik in Italië.  Ik proefde de sfeer van de Italiaanse dorpen en steden, die u beschreef.  Ik liep in de straten en steegjes, die u evenzo beschreef.  De Belgische zon werd een Italiaanse zon.  Uw boek was mijn ticket.  Mijn ticket om telkens weer op reis te vertrekken.  Telkens ik uw boek opensloeg.
 
Zou dat volstaan om uw boek een goed boek te noemen? Neen.  Uiteraard niet.  Slechts één reden zou wat minnetjes zijn.  Daarom geef ik u met veel plezier nog een tweede reden.  Uw personages.  Julius en Leonie.  Romeo en Julia durf ik hen niet te noemen.  Met die figuren durf ik hen niet te vergelijken.  Wel durf ik hen Thelma en Louise te noemen.  Naar de twee protagonisten uit die gelijknamige film.  Uw Julius en Leonie worden mijn Thelma en Louise.  Met dat ene verschil.  Uw helden zijn ouder.  Bejaard.  Uw helden laten geen mannen achter.  Wel laten zij hun serviceflat achter.  Nogal impulsief stappen zij de cabriolet in.  Beginnen aan een reis.  Een roadtrip.  Zonder vooropgezet doel.  Uiteindelijk zullen zij naar Sicilië rijden.  Maar dat weten zij nog niet bij de start.  In den beginne was er niks.  Zo is het altijd geweest.  Met elke gereden kilometer maken zij hun begonnen verhaal langer.  Vullen zij dat begin verder aan.  Met elke gereden kilometer groeit mijn sympathie voor deze rebelse bejaarden.
 
Twee goede redenen.  Dat klinkt al wat overtuigender.  Maar toch.  Wordt er niet gezegd dat alle goede dingen uit drie bestaan? Het moet dus nog beter.  Een derde reden moet ik vinden.  De liefde.  Dat is de grootste reden.  De mooiste reden.  Hoe mooi kan het zijn getuige te mogen zijn van een ontluikende liefde.  De lezer zit op de eerste rij.  Als bevoorrechte getuige.  De lezer ziet geen jonge liefde.  Geen jonge mensen.  Wel een oudere dame.  Wel een bejaarde heer.  Toch sijpelt in hun zoeken naar liefde een zekere jeugdigheid.  We voelen de onwennigheid.  De onzekerheid.  We voelen het zoeken.  Het aftasten.  In hun zoeken naar liefde lijken het wel bejaarde tieners.  Hun levenservaring zou doen vermoeden dat alles spontaan gebeurt.  Dat is het niet.  Er wordt veel nagedacht.  Over hoe de andere te benaderen.  Zonder toch opdringerig te zijn.  Die zachtheid ontroert.  Liefde op hogere leeftijd, het kan.  Zelfs met vlinders in de buik.  Vlinders, die ook de lezer ervaart.  Die lezer leeft mee.  Bijna zou ik Julius en Leonie aanmoedigen.  Maar dat kan niet.  Dat mag niet.  Liefde moet groeien.  Zonder enige druk van buitenaf.  Ik moet dus zwijgen.
 
Drie redenen.  Ik heb drie redenen gevonden.  Of neen, u hebt mij drie redenen aangereikt.  Uw boek mag dus een goed boek genoemd worden.  Dat zou u gelukkig moeten stemmen.  Ik zou dus kunnen beginnen met het zoeken naar een juiste manier om deze brief af te sluiten.  Om zachtjes aan afscheid te nemen.  Maar toch doe ik verder.  Ik blijf schrijven.  Want ik wil u nog dingen vertellen.  Dingen, die mij het boek doen koesteren.  Daarom wil ik u die dingen niet onthouden.  Ik schrijf verder.
 
Wedervaring.  Enkel die titel al.  Het houdt mij bezig.  Ik tracht de betekenis achter dat ene woord te achterhalen.  Een verklaring vind ik in het boek.  Dat ene woord dekt de lading.  Dat ene woord is de meest krachtige samenvatting van het boek.  Weder ervaren.  Opnieuw beleven.  Er is het herbeleven van de liefde.  Van een liefde.  Er is die kans opnieuw passie te voelen.  Er is die kans opnieuw te verlangen.  Toch is het niet enkel dat.  In dat ene woord schuilt meer.  In dat ene woord lees ik een herkansing.  De mogelijkheid op een tweede kans.  Een kans om eerder gemaakte fouten te herstellen.  Jawel, Leonie en Julius zijn getekend door het leven.  In die reis wordt hen de kans geboden om niet dezelfde fouten te maken.  Om opnieuw de richting uit te gaan die in het voorbije leven te vroeg werd afgebroken.  Wonden kunnen geheeld worden.  Ik reis om te leren.  Dat zeg ik wel eens.  Hier is het anders.  Hier reist men om te herstellen.  Om toch minstens die kans op herstelling te grijpen.
 
Nog één ding wil ik u zeggen.  Omdat ik er niet om heen kan.  Omdat het moet gezegd worden.  Ik kan mijn brief niet beëindigen zonder het over de taal te hebben.  Over uw taal.  Die taal is van een uitzonderlijk hoog niveau.  Pure poëzie.  U smokkelt in het verhaal heerlijke overpeinzingen.  U verwoordt het op een dergelijke manier dat het ontroert.  Ik zou enkele voorbeelden kunnen aanhalen.  Ter staving van wat ik zeg.  Ik doe het niet.  Het is aan de potentiële lezer te ervaren wat ik heb mogen ervaren.  Dat heerlijke plezier wil ik hem of haar niet ontnemen.  Ik wil de verrassende kennismaking intact laten.
 
Beste Bodo.  Vijf redenen reikte u mij aan om uw boek een goed boek te noemen.  Een uitzonderlijk boek.  Aan elke reden koppel ik een ster.  Zo wordt uw boek een vijfsterrenboek.  U hebt die sterren afgedwongen.  Op een overtuigende wijze.  Op een prachtige wijze.  Mensen die niet lezen durven lezen wel eens te omschrijven als tijdverlies.  Dat is het uiteraard niet.  Dat zal ik nooit beweren.  Wat lezen dan wel is? Dat hebt u mij alweer doen ervaren.  Puur en intens genot.  Dat gaf u mij.  Dat schonk u mij.  Voor dat mooie cadeau wil ik u uitgebreid danken.  Want het is altijd weer fijn herinnerd te worden aan die exceptionele kracht van een leeservaring.
 
Met vriendelijke groeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten