Beste Arno,
Beste Jens,
Beste Robin,
Beste Thomas,
Brieven schrijven, ik doe het graag.
Toch schrijf ik niet zomaar een brief.
Daarvoor moet ik een reden hebben.
Een aanleiding. Zonder aanleiding
geen brief. Zo werkt het voor mij. Ik wil de ontvanger van de brief niet
verrassen. De ontvanger van de brief
moet enigszins vermoeden waarom hij een brief zou kunnen ontvangen. Is dat niet het geval, dan bestaat het risico
dat de brief ongeopend in de papiermand verdwijnt. Een ongelezen brief, dat zou doodzonde
zijn. Dat moeten we vermijden. Daarom eerst een aanleiding. Pas dan een brief.
Sons? U gaf mij voldoende redenen om een brief te schrijven. Telkenmale was ik het van plan. Telkenmale kwam het er niet van. Maar u weet vast wat Willem Elsschot zei over
dromen en daden. Tussen dromen en daden
staan wetten in de weg en praktische bezwaren.
Dat zei hij. Ik durf deze
literaire grootheid niet tegen te spreken.
Ik ken mijn plaats.
U won dit jaar De Nieuwe Lichting.
Een wedstrijd, waarin Studio Brussel op zoek gaat naar nieuw Belgisch
talent Naar onze muzikale toekomst. Ik had mijn stem uitgebracht. U was bij mijn favorieten. Ik hoefde daarover nauwelijks na te denken. U sprong er uit. U was het buitenbeentje. Buitenbeentjes heb ik altijd bewonderd. Mensen die niet meedrijven in de stroom, daar
heb ik sympathie voor. Ik weet niet of
mijn stem het verschil maakte. Feit is
dat u won. Daarvoor was ik blij. Daarvoor had ik u een brief kunnen
schrijven. Om u geluk te wensen. Ik deed het niet. Er vertrok geen brief.
U bracht dit jaar een ep uit. Zes
nummers. Net geen half uur. Ik luisterde.
Niet één keer. Wel vele keren. Ik moet u zeggen dat het al eens kan gebeuren
dat ik luister naar een nieuw ceedeetje.
Naar een debuutalbum. Niet al te
vaak kan ik vaststellen dat het album van een constante kwaliteit is. Van een constante en hoogstaande
kwaliteit. Al te vaak moet ik besluiten
dat het album te wisselvallig is. Dat
had ik niet met uw album. Uw album wist
mij te bekoren. Over de volledige
lijn. Geen enkel minpunt. Geen enkel schoonheidsfoutje. Een dergelijke vaststelling doet mij dan
spreken van een ontdekking. Een
ontdekking, dat is altijd fijn. Vraag
dat maar aan Christoffel Columbus. Hij
kan het weten. Alhoewel. Hij dacht op weg te zijn naar Indië en kwam
uit in Amerika. Dat is geen
ontdekking. Dat is een verrassing. Bij mij was het anders. Bij mij was het een ontdekking én een
verrassing. Het was een
totaalpakket. Uw album schonk mij intens
muzikaal plezier. Daarvoor was ik blij. Daarvoor had ik u een brief kunnen
schrijven. Om u geluk te wensen. Ik deed het niet. Er vertrok geen brief.
Onze wegen zouden elkaar niet kruisen.
Zo leek het wel. Een brief zou
nooit verstuurd worden. Dat is wat ik
dacht. Maar net wanneer een mens begint
te wanhopen, gebeurt het onverwachte.
Datgene waarop ik niet meer had gehoopt, gebeurde. Ik hoorde uw nieuwste single, Tube spit. Nu wist ik het. Ik moest schrijven. Zonder uit te stellen. Twee kansen had ik reeds laten
voorbijgaan. Dit mocht nu niet meer
gebeuren. Ik ging voor mijn computer
zitten. Begon te tokkelen. Mijn brief werd eindelijk geschreven.
Tube spit? Eén brok energie.
Het kan u misschien vreemd in de oren klinken maar dat ene liedje
gebruik ik om mij ’s morgens wakker te schudden. Dat lukt.
Elke morgen weer. Omdat het mij
goesting geeft. Goesting in het
leven. Goesting om te feesten. U zou nu kunnen denken dat ik op mijn werk de
tijd vind om te feesten. Dat is niet
zo. Maar Tube spit voedt mijn verlangen
om te feesten. Dat verlangen kan
uitgesteld worden. Mijn verlangen hoeft
niet meteen bevredigd te worden. Ik kan
wachten. Maar de belofte op een fijne
feestende toekomst doet wonderen. Ik ben
een vijftiger. Dan zou u kunnen denken
dat het vuur in mij gedoofd is. Dat is
niet zo. Ik wil niet wegkwijnen in een
bankstel. Heel af en toe wil ik nog even
uit de band springen. Heel af en toe wil
ik nog even diep gaan. Heel af en toe
wil ik die jonge rebel in mij loslaten. Dat
heb ik nodig. Broodnodig. Niet meer elke dag. Niet meer elke week. Maar wel nog af en toe. Indien dat niet meer zou kunnen, zou het
leven zijn glans verliezen. Dan zou het
leven gewoontjes worden. En bijgevolg
saai. Een saai leven wil ik te allen
prijze vermijden. Uw muziek geeft mij
die kans. Die gelegenheid. Uw muziek laat mij feesten. Laat het leven glanzen.
Paul Van Bruystegem, bassist bij Triggerfinger, gaf in een aflevering
van Belpop een mooie omschrijving van wat rock is. Rock zou een mengeling zijn van zweet- en
biergeur. Zo zei hij het. Ik kan mij er iets bij voorstellen. Meer nog, ik meen dat uw muziek aan die
omschrijving tegemoet komt. Ik kan het
binnenkort aftoetsen. Binnenkort mag ik
het misschien ervaren. Want ik zal u
zien op de Lokerse Feesten. Ik kijk er
nu al naar uit. Tube spit doet mij nu al
verlangen naar die afspraak.
Beste Arno. Beste Jens. Beste Robin.
Beste Thomas. Ik wil u
danken. Voor uw muziek. Maar bovenal wil ik u danken voor dat plezier. Voor die goesting. Voor dat verlangen naar een feestje, dat u in
mij voedt. Van harte bedankt.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten