Beste Stefan,
Laat mij maar onmiddellijk met de deur in huis vallen. Uw boek is prachtig. Prachtig in woorden. Prachtig in verhaal. Ondanks deze opener zal u heel waarschijnlijk
verbaasd reageren. Omdat ik toch wel een
beetje laat kom met deze loftuitingen.
Maar ik had zo mijn redenen. Mijn
moeder is de reden voor deze te late brief.
Zij had het boek gelezen. Was
niet overdonderd. Was niet onder de
indruk. Haar harde oordeel weerhield
mij. Hield mij weg van het lezen van uw
boek. Nochtans een pareltje in de ogen
van velen. Maar die ogen van velen
vallen in het niets bij de ogen van mijn moeder. Haar oordeel acht ik hoger. Daarom bleef het boek gesloten. Ongelezen.
Maar dan was er dat stemmetje. Dat
stemmetje in mijn hoofd. Dat maar bleef
herhalen dat ik dan toch maar eens aan dat boek moest beginnen. Ik kon dat stemmetje counteren. Keer op keer.
Tot dat ene moment. Dat ene
zwakke moment. Ik gaf toe. Ik luisterde naar dat stemmetje. Ik begon te lezen. Na elke gelezen pagina prees ik mij
gelukkig. Dat ik eindelijk begonnen was.
Ik prees mij gelukkig. Om
verscheidene redenen. Dat is zo met een
boek. Een boek is niet om slechts één
reden goed. Vaak maken meerdere redenen
een boek tot een goed boek. Dat is ook
zo bij u. Al die redenen samen doen mij
besluiten dat uw boek een meesterwerk is.
Dat durf ik te beweren. Zonder
enige overdrijving. Integendeel, ik meen
dat ik mij nog voorzichtig uitdruk. Want
zo ben ik. Ik let op met
superlatieven. Die strooi ik slechts
heel sporadisch rond. Op het volgens mij
juiste ogenblik. Dit ogenblik is er zo
eentje.
Ik ben een Gentenaar. Niet
altijd heb ik in Gent gewoond. Lange tijd
woonde ik in Wetteren. Maar ik ben
geboren in Gent. De laatste jaren woon
ik in Gent. Ik beschouw mij daarom als
een Gentenaar. Uw boek situeert zich in
Gent. Uw (over)grootouders waren van
Gent. Dat schept een band. Gentenaars onder elkaar, u begrijpt het
wel. Nochtans vertelde u van een ander
Gent. Uit een andere tijd. Alles was anders. Ik maakte kennis met een voor mij onbekend
Gent. Het Gent uit vorige eeuwen werd
heel aanschouwelijk geschetst door u.
Vaak kon ik mij situeren. Heel
soms niet. Maar dan greep ik naar Google
Earth. Dat hulpmiddeltje bracht in die
enkele, zeldzame gevallen redding. In uw
boek werd Gent tastbaar. Zichtbaar. Het leek alsof ik naast uw grootvader mee stapte. Ik week niet van zijn zijde. Altijd was ik bij hem. Ik zweeg.
Praatte nooit met hem. Ik liet
hem zijn verhaal vertellen. Daarom liep
ik met hem mee. Om het volledige verhaal
te horen. Om geen woord te missen.
Bij het lezen van uw boek groeide het gevoel dat ik eindelijk een
grootvader kreeg. Een opa. Die heb ik nooit gehad. Mijn grootvaders zijn te vroeg
gestorven. Ik ben te laat geboren. Hun verhalen heb ik nooit gehoord. Met uw boek besef ik pas wat ik heb gemist. Het voelt alsof ik onvolledig ben. Alsof ik een deel van mijn geschiedenis
ontbeer. Jawel, ik weet wel iets van
hen. Mijn ouders vertelden en vertellen over
hen. Maar het blijft indirect. Onrechtstreeks. Ik mis het liveverslag. Ik mis het verhaal uit eerste hand. Daarom eigende ik mij uw grootvader toe. Tijdens het lezen van uw boek werd uw
grootvader ook een beetje mijn grootvader.
Om een beetje van dat verlies te recupereren. Zo voelde het. Met plezier greep ik naar uw boek. Om bij grootvader op bezoek te gaan. Bij een grootvader. Bij een persoon, die ik heb moeten missen.
Daarom kwam het verhaal van de Groote Oorlog ook zo hard binnen. Omdat ik iemand naar het front zag
vertrekken, die ik leek te kennen. Ik
heb al boeken gelezen over de Eerste Wereldoorlog. Vele boeken.
Maar telkens bleef die oorlog op afstand. Nooit kwam hij zo dicht. Nooit zo dicht als nu. Want nu bleek ik er middenin te staan. In het centrum. Het leek vreemd. Ik wist dat de oorlog achter de rug was. Dat het verhaal gekend was. Toch wou ik uw grootvader behoeden. Beschermen.
Ik wou dat hem niks ergs overkwam.
Toch gebeurde dat. Uw grootvader
raakte gewond. Het voelde alsof ik had
gefaald. Gefaald in het afweren van
kogels. Van granaten. Van bommen.
Uw verhaal trok mij mee. Flitste
mij terug. Net zoals ik met uw
grootvader door Gent had gewandeld, marcheerde ik nu met hem mee. Ik stormde met hem mee vooruit. De vijand tegemoet. Het gevaar tegemoet. Samen met hem schuilde ik. Op de juiste momenten dook ik weg. Samen met hem. Die wereldoorlog was heel eventjes geen
geschiedenis. Geen verzameling van
feiten en feitjes. Van oorzaken en
gevolgen. Die wereldoorlog werd het
verhaal van één man. Van uw
grootvader. Dat maakte die oorlog nog
vuiler. Nog wreder. Nog gruwelijker.
Het zou mooi geweest zijn indien uw grootvader na die gevochten oorlog
rust had gevonden. Innerlijke rust. Dat wilde ik.
Dat wenste ik. Vurig en
intens. Heel eventjes leek het die kant
uit te gaan. Uw grootvader vond de
liefde. Ik weet het, het wordt zo
gemakkelijk gezegd. Dat mensen voor
elkaar gemaakt zijn. Maar bij uw
grootvader leek het wel zo. Toch mocht
het niet zijn. Die liefde werd hem niet
gegund. Zijn verloofde werd hem
ontrukt. Op dit moment moest ik het boek
dichtslaan. Ik kon niet verder. Tranen kwamen in mijn ogen. Dit kon niet.
Dit mocht niet. Het leven was te
hard voor uw grootvader. Dat meende
ik. Wat de gruwel van een wereldoorlog
niet kon bewerkstelligen, kon het verlies van een liefde wel. Ik zakte in elkaar. Sloeg het boek dicht. Moest even bekomen. Even ventileren. Tegen mijn vriendin moest ik het even
kwijt. Ik moest weg uit het verhaal. Vluchten.
Naar een veilig onderkomen. Die
veilige geborgenheid vind ik bij mijn liefde.
Ik keerde terug naar het verhaal.
Maar er leek iets gebroken. Neen,
uw boek bleef van eenzelfde hoogstaand niveau.
Maar over het verdere verhaal leek een constant gemis te zweven. Dat maakte het lezen moeilijker. Harder.
Ik las verder. Want ik wou het
volledige verhaal kennen. Intussen waren
uw grootvader en ik vrienden geworden.
Vrienden haken niet af. Die
blijven. Dat is dan ook wat ik deed.
Beste Stefan, u schonk mij een mooi boek. Maar bovenal schonk u mij een mooie opa. Ik wil u danken dat ik zijn verhaal heb mogen
lezen. Heb mogen horen. Want soms leek het alsof uw grootvader
rechtstreeks tot mij sprak. Voor die
wonderlijke ervaring wil ik u danken.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten