donderdag 26 mei 2016

Zwemmen? Eindelijk kan ik het. Brief aan een potentiële, aarzelende leerling-zwemmer.

Beste,
 
Het gebeurde wel eens.  Het overkwam mij wel eens.  Dat mij in een gesprek gevraagd werd of ik kon zwemmen.  Ik durfde op die vraag te antwoorden.  Ik durfde te antwoorden dat ik helemaal niet kon zwemmen.  Ik geneerde mij niet.  Ik voelde mij helemaal niet beschaamd.  Ik gaf het ronduit toe.
 
Moeilijker werd het als zij mij vroegen waarom ik niet kon zwemmen.  Daarop kon ik niet echt een antwoord geven.  Ik maakte mij er doorgaans van af met die ene dooddoener.  Dat ik een speelvogel was.  Dat ik wel kansen had gehad maar dat ik deze niet had gegrepen.  Bij dat antwoord ging mijn nieuwsgierige gesprekspartner al wat vreemder kijken.
 
Sommige gesprekspartners gingen nog verder.  Zij gingen nog dieper op de zaak in.  Zij vroegen mij op de man af wanneer ik dan eindelijk eens zou leren zwemmen.  Want dat was toch wel nodig.  Die laatste opmerking voegden zij er steeds aan toe.  Het kon toch niet dat een bijna vijftigjarige niet kon zwemmen.  Hierop vond ik nooit een juist antwoord.  Ooit zou ik het wel eens doen.  Dat antwoordde ik.  Als ik op pensioen was.  Een mens moet een uitdaging hebben.  Zelfs op latere leeftijd.  Een ander en juister antwoord vond ik niet.  Vond ik nooit.
 
Indien zij bleven aandringen op een verklaring (want sommigen deden dat) had ik nog die ene dooddoener.  Dat perfectie mij afschrikte.  Want indien ik ooit zou kunnen zwemmen, zou ik die perfectie benaderen.  Dat maakte mij onzeker.  Dat scenario wou ik vermijden.  Ik wou onaf blijven.  Dat vertelde ik.  Niet echt zelfzeker.  Ik besefte dat mijn laatste verweer weinig overtuigend klonk.  Mijn laatste verdedigingsmuur was op los zand gebouwd.  Dat besefte ik.
 
Ik bleef dat zwemmen voor mij uit duwen.  Ik kon het van mij weghouden.  Tot die ene dag.  Die ene dag, waarop het mij niet langer lukte.  Die ene dag kon ik het niet langer voor mij uit duwen.  Ik zat er midden in.  Die ene dag was ik begonnen met dat ene, dat ik had voorbehouden voor mijn pensioen.  Ik was begonnen met zwemlessen.  
 
Die ene dag stond ik in het zwembad.  In de juiste outfit.  Met zwembroek.  Zonder zwembandjes.  Ik was onrustig.  Zenuwachtig.  Angstig keek ik om mij heen.  Naar een laatste vluchtweg.  Die was er niet.  Vluchten kon niet meer.  Ik moest aan de slag.  
 
Het zou mij nooit lukken.  Met die gedachte stond ik in het water.  Die gedachte zei ik ook luidop.  Tegen mijn zwemleraar.  Ik trok mijn vermogen tot coördinatie sterk in twijfel.  Want net dat moet gebeuren bij zwemmen.  Bewegingen moeten op elkaar afgestemd worden.  Steeds weer dezelfde bewegingen moeten elkaar opvolgen.  Ik zou het niet kunnen.  Die weinig bemoedigende hersenkronkel had zich in mijn hoofd genesteld.  Was niet weg te krijgen.
 
Mijn zwemleraar had meer vertrouwen.  Het zou lukken.  Het zou zeker lukken.  Daarvan was hij overtuigd.  Daarvan probeerde hij mij te overtuigen.  Bij hem was geen twijfel te bespeuren.  Hij was zeker van zijn stuk.
 
Wij gingen aan de slag.  De bewegingen werden mij aangeleerd.  Aan de kant.  Op het droge.  Eerst de benen.  Dan de armen.  Alles werd eindeloos herhaald.  Die bewegingen moeten een automatisme worden.  Dat kan enkel via oefening.  Oefening baart kunst, dat wordt gezegd.  Oefenen dus.  Nog eens oefenen.  Nog maar eens oefenen.  De zwemleraar observeert.  Wijst mij de foutjes aan.  Corrigeert.  Wij hernemen.  Opnieuw en opnieuw.  Opnieuw en opnieuw.
 
Ik ging het water in.  Om die bewegingen ook in het water in te oefenen.  Ik ben nu bijna aan mijn laatste les toe.  Als ik terugkijk, kan ik niet precies meer zeggen wanneer de zwemleraar die ene opmerking maakte.  Die ene opmerking, die ik lang voor onmogelijk had gehouden.  Tijdens één van die eerste lessen riep de zwemleraar mij toe dat ik had gezwommen.  Ik had de juiste bewegingen gemaakt.  In de juiste volgorde.  Op het juiste moment.  In de juiste houding.  Het wonder was geschied.  Ik kon zwemmen.  Eindelijk kon ik zwemmen.
 
Niet enkel kon ik zwemmen.  Dat alleen zou wat weinig geweest zijn.  Met die zwemlessen had ik ook zin in zwemmen gekregen.  Ik zwom graag.  Heel graag.  Terwijl ik mij in het begin nog naar de lessen sleepte, haastte ik mij de laatste lessen glimlachend naar diezelfde lessen.  Ik stond te popelen om in het water te gaan.  Om die lengtes af te zwemmen.  Met naast mij mijn zwemleraar.  Die mij toeriep.  Om toch nog even op mijn voeten te letten.  Om toch nog even te wachten met die beenbeweging.  Om mijn hoofd laag te houden.  Om mijn hoofd voldoende lang boven water te houden.  Om mijn armbewegingen minder wijd te houden.  Alle raadgevingen volgde ik op.  Want ik wilde perfectie in mijn zwemstijl brengen.  Om ooit, als ik het zonder zwemleraar moest stellen, niet verweesd achter te blijven.  Ik luisterde.  Ik zwom.
 
Nu ik kan zwemmen stel ik vast dat ik nog niet perfect ben.  Nog altijd ben ik onaf.  Dat stelt mij gerust.  Er is nog werk aan de winkel.  Maar zwemlessen hoeven voor mij niet meer.  Ik kan zwemmen.  Niet langer blijf ik in het zwembad aan de kant.  Niet langer mijd ik zwembaden.  Neen, ik haast mij het zwembad in.  Want ik wil zwemmen.  Ik wil blijven zwemmen.  Voor eeuwig en altijd.  Ik wil die heerlijke sensatie niet meer missen.
 
Daarom kan ik enkel dat ene aanbevelen.  Als u nog niet kan zwemmen, aarzel niet.  Zoek geen uitvluchten.  Zoek geen terechte of onterechte excuses.  Neem zwemlessen.  Ontdek datgene dat ik heb mogen ontdekken.  Dat zwemmen een fantastische belevenis is.  Inspannend en tegelijk ontspannend.  U moet het proberen.  U moet het doen.  U zal een nog gelukkiger mens zijn.
 
Ik wens u het allerbeste toe.  Sterkte en volharding.  Met aan het eind die prachtige beloning.
 
Met vriendelijke groeten.
 
Info:

 

2 opmerkingen:

  1. Ik probeer door het leven te zwemmen maar mijn stijl is heel ongecoördineerd want ik heb geen "zwemleraar" ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zo zie je maar, iedereen kan leren zwemmen. En wanneer je het eenmaal kunt ben je niet meer weg te slaan in het zwembad
    ;)Typisch een geval van nooit te oud om te leren!

    BeantwoordenVerwijderen