Beste Devi-Shri,
Chauvinisme is mij vreemd.
Hieraan zal ik mij niet bezondigen.
Nooit. Toch is er die ene
uitzondering. Niks is absoluut. Als het neerkomt op Gent, moet ik bij mijzelf
erkennen dat ik wel degelijk een chauvinist ben. Zonder enig voorbehoud. Ik ga voluit voor Gent. Want ik ben een Gentenaar. Een fiere Gentenaar.
Die Gentse trots doet mij wel eens vrienden op sleeptouw nemen
doorheen mijn stad. Langsheen
historische plekken. Maar we hoeden ons
voor een gegidste wandeling. Daartoe
zijn wij niet gebrevetteerd. Te weinig
onderlegd in de historiën van Gent.
Jawel, de grote lijnen van het verhaal kennen wij. Dat menen wij toch. Die vertellen wij. Met mondjesmaat. Maar die historische wist-je-datjes wisselen
wij af met bezoeken aan leuke, hippe adresjes.
Die adresjes, die Gent dat aparte, warme karakter geven. Geen winkelketens. Daarvan houden wij ons ver weg. Wij hebben geen bezwaar tegen die
ketens. Zelfs zij hebben hun
bestaansrecht. Toch horen zij niet thuis
op onze toer. Op onze ronde. Omdat het afbreuk zou doen aan de
gezelligheid. Dat willen wij niet.
Op onze ronde doorheen Gent is er altijd dat ene, vaste adres. Altijd springen wij er even binnen. In de Jan Breydelstraat moeten wij altijd
even langs bij The Fallen Angels. Daar
kunnen wij niet onderuit. Een must, dat
is het. Waarom? Ik weet het niet. Een duidelijke, heldere verklaring kan ik
niet geven. Het is een gevoel. Een gevoel, dat ons telkens weer naar dat
winkeltje voert. Omdat wij ons willen
onderdompelen in dat wereldje. Dat
wereldje, dat telkens weer een glimlach op ons gezicht tovert. Dat winkeltje doet ons lachen. Warmt ons hart. Een tikkeltje overdreven? Ik denk het
niet. Vele keren zijn wij langs
geweest. Even zo vele keren trekken wij
de deur welgemoed en welgemutst dicht achter ons. Nog maar net buiten of wij kijken al uit naar
het volgende bezoekje.
Gisteren stonden wij opnieuw in The Fallen Angels. Wij hadden het niet verwacht. Het was 11 november. Een hoogdag.
Op die dag herdenken wij de doden.
Staan wij even stil bij de Groote Oorlog. Wij hadden verwacht dat de winkels zouden
gesloten zijn. Dat waren zij niet. Toch niet allemaal. Het historische centrum heeft zo zijn aparte
wetten. Stelt andere eisen. Met onze gasten stapten wij binnen. Binnen op ons vaste adresje. Altijd is het leuk te zien hoe onze
gasten/vrienden reageren op dat winkeltje. Op de koopwaar. Op die fantastische ‘dingskes’.
Gisteren was het net iets anders.
Anders dan andere keren. Want de
winkeljuffrouw kwam met een tip. Een
gouden tip, zo zou achteraf blijken. Zij
gaf ons een adresje. Het adres van haar
zus. Want haar zus had ook een
winkeltje. In Gent. Als wij tijd hadden, moesten wij er maar even
passeren. Dat stelde zij ons voor. Wij zijn volgzaam. Wij zijn nieuwsgierig. Die nieuwsgierige volgzaamheid deed ons naar
de Rabotstraat stappen. Van The Fallen
Angels stapten wij naar Be Angeled. Wij
bleven in de wereld van lieve, schattige engeltjes. Van een snuisterparadijs stapten wij naar een
private shop.
Een private shop? Wij zijn het niet gewoon. Toch belden wij aan. Want dat moeten wij doen. Zonder aanbellen geen toegang. Zo werkt het.
Wij belden dus aan. De deur werd
geopend. Wij stapten binnen. Wat er dan gebeurde, is nauwelijks te
beschrijven. Wij stapten een andere
wereld binnen. Een wereld, die wij niet
kenden. Wij werden overweldigd. Charme en vriendelijkheid, het kan samen gaan. Maar niet altijd. In Be Angeled lukt die combinatie
wonderwel. Het lijkt alsof zij er geen
moeite voor hoeven te doen. Alsof het
hun natuurlijke aard is.
Wij keken rond. Een beetje
onwennig. Een beetje angstig ook. Want dat ‘private shoppen’ deed ons een hoog
prijskaartje vermoeden. Die vrees was
onterecht. Was helemaal niet nodig. Dat stelden wij vast als wij die
aanvankelijke angst overwonnen en toch maar eens een prijskaartje van
dichterbij onderzochten. De prijzen
bleken democratisch te zijn. Zo wordt
dat gezegd. Wij waren door het dolle
heen. Wij waren enthousiast. Dit was een aparte winkelervaring. Wij stapten geen winkel binnen. Zoals we anders zouden doen. Neen.
Het leek alsof wij werden uitgenodigd.
Door een perfecte gastvrouw. Door
een perfecte gastheer. Wij werden
ontvangen in hun huis.
Wij liepen rond. In mijn hoofd
klonk steeds maar weer dat ene refrein: hier keer ik nog terug, hier keer ik
nog terug, hier … Daarom niet
noodzakelijk om kleren te kopen. Dat zou
kunnen. Maar net zo goed kan ik terug om
mijn haren te knippen. Om mijn baard te
trimmen. Want dat kan ook. Bij Sculpt & Victory. Een knipbeurt met daarbij een gin. Of een whisky. Of een cocktail. Het kan.
Ook dat is mogelijk op dit fantastische adres.
Elf november. Wij hebben de
doden niet herdacht. Wij hebben niet
stilgestaan bij het oorlogsleed. Niet
omdat het ons niet zou raken. Want dat doet
het wel. Alleen, wij hadden geen
tijd. Want wij waren aan het
ontdekken. Wij waren ons aan het
verwonderen over het fantastische van onze stad. Van mijn stad. Van Gent.
Die verwondering drukte het herdenken even weg.
Onze ronde met vrienden wordt in de toekomst uitgebreid. Met dat ene adresje. Het ligt even buiten de gangbare,
toeristische route. Maar wij wijken
graag af. Met plezier maken wij een
zijsprongetje. Naar Be Angeled. Naar een fantastisch adresje. Naar fantastische mensen. Naar een fantastische kledinglijn.
Gent is wonderbaarlijk mooi.
Dat zegt een chauvinist. Een
Gentse chauvinist. Gent is
wonderbaarlijk mooi. Dankzij ondermeer
Be Angeled.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten