dinsdag 12 augustus 2014

Ensor, gezien op Theater op de Markt. Brief aan Johan, Danny, Karel en Arne.

Beste Johan,
Beste Danny,
Beste Karel,
Beste Arne,
 
Twee en twee is vier.  Dat is zo.  Hierover hoeven wij niet te redetwisten.  Drie maal drie is negen.  Ook dat is zo.  Dit behoeft geen verdere discussie.  Optelsommen en vermenigvuldigingen hebben een uitkomst.  Een uitkomst, die vaststaat.  Daarin hebben wij ons bekwaamd.  Die kennis komt ons nog van pas.  Om euro om te rekenen naar oude Belgische franken.  Jawel, ik ben één van die rare gevallen die in mijn hoofd omcijferen naar die oude valuta.  Als ijkpunt.  Als punt van vlottere vergelijking.  Jawel, rekenen is makkelijk en duidelijk.  Gemakkelijk te controleren.  Rekenen is wiskunde.  Wiskunde is wetenschap.  Wetenschappen heeft wetten.  Heeft stellingen.  Die wetten en stellingen staan pal overeind.  Daaraan valt niet meer te tornen.  Dus, inderdaad, twee en twee is vier.
 
Maar wat gebeurt er als wij Compagnie Cecilia samenbrengen met Circus Ronaldo? Wat gebeurt er als wij theater en circus samenbrengen? Als wij Johan Heldenbergh naast Danny Ronaldo plaatsen? Als wij daaroverheen nog eens Arne Sierens gooien? Wat krijgen wij dan? Die uitkomst is geen vaststaand gegeven.  Dat wordt afwachten.  Dat resultaat moet gezien worden.  Om pas dan te kunnen oordelen.  Eerst zien en dan pas de uitkomst bepalen.  Via uitgebreid wikken en wegen tot een eindoordeel komen.  Heel wat anders dan wiskunde.
 
In de infobrochure wordt de uitkomst van deze oefening als ‘Faustiaanse varieté’ omschreven.  Het kind moet een naam hebben maar de onduidelijkheid blijft.  Wel wordt mijn nieuwsgierigheid aangescherpt.  Nieuwsgierig ben ik te ontdekken wat Faustiaanse varieté precies inhoudt.  De uitkomst ligt voor mij nog niet vast.  De aangereikte oplossing lijkt onvoldoende voor mij.  Ik moet persoonlijk mijn negenproef eens doen.
 
Zaterdagavond was ik in Hasselt.  Op Theater op de Markt.  U verwelkomde mij persoonlijk.  Aan de ingang van de circustent heette u ons welkom.  U wees ons de weg.  Een kordate hand was hierbij nodig.  Mannen en vrouwen werden bij de ingang gescheiden van elkaar.  Het publiek werd in twee kampen verdeeld.  Een kleine spielerei, waarop soms verbaasd werd gereageerd.  Met een kwinkslag veegde u het weinige, minieme protest uit.  Jawel, u kan het volk bespelen.  Voorwaar een gevaarlijke gave maar in uw handen is deze helemaal niet bedreigend.
 
Na tweeënhalf uur wist ik het antwoord op de eerder gestelde vraag.  De combinatie van Compagnie Cecilia en Circus Ronaldo resulteert in spetterend vuurwerk.  Een spelplezier, dat bijna onmiddellijk overslaat op het publiek en datzelfde publiek in zijn ban houdt.  Het publiek eet uit jullie handen.  Ik ook.  Ik ben geen uitzondering.  Ik laat mij op sleeptouw nemen.  Aan uw hand ga ik mee door het verhaal.  Een verhaal over het leven.  Over de liefde.  Over verlies.  Over keuzes.  Over de grote emoties, die het leven bepalen.  Ondanks deze thematiek wordt het nooit zwaar op de hand.  Er mag al eens gelachen worden.  Daartoe wordt ons meerdere keren de gelegenheid geboden.  Enkele malen betrap ik mij er op dat ik op mijn dijen klets.  Niet van woede.  Wel van plezier.
 
Ik luister.  Ik zing.  Ik lach.  Ik neurie.  Ik ben aandachtig.  Ik hang aan uw lippen.  Ik geniet.  Ondanks dat genieten ben ik bang.  Bang van dat onvermijdelijke einde.  Want dat is wat ik niet wil.  Het mag niet stoppen.  Het moet blijven doorgaan.  Op datzelfde, hoogstaande niveau.  Ik kan er niet genoeg van krijgen.  Ik wil blijven lachen met die dolkomische, acrobatische fratsen.  Ik wil blijven kijken naar dat wonderbaarlijke vakmanschap.  Naar die heerlijke interactie tussen de op wereldklasse spelende acteurs.  Woorden worden heen en weer geslingerd.  Ik vang die woorden op.  Vermaal die in mijn hoofd.  Hopend toch enkele lijnen te kunnen memoriseren.  Maar het is moeilijk, het gaat snel.  Misschien wel te snel.  Wij worden van links naar rechts gesleurd.  Van boven naar onder.  Overal om ons heen moeten wij kijken.  Waar wij ook kijken, telkens zien wij schoonheid.  Jawel, zelfs in tristesse kan ontroerende schoonheid schuilen.
 
Tijdens de voorstelling reflecteer ik.  Ik kijk naar mijn leven.  Ik plaats mijn leven tegenover dat van de personages.  Ondanks het feit dat ik een man ben, lukt het mij toch die twee dingen te combineren.  De Flair-psychologie wordt hiermee naar de prullenmand verwezen.  Ik kijk en blik terug.  Dat terugblikken maakt mij niet terneergeslagen.  Integendeel, het maakt mij gelukkig.  Het versterkt mijn geluk.  Ik luister en intussen tel ik mijn zegeningen.  Ik heb een vriendin.  Ik heb vrienden.  Alles netjes op een rij.  Uw voorstelling kleurt mijn leven nog feller.
 
Aan het eind zijn wij stil.  Wij zwijgen, spreken geen woord.  Over het geïmproviseerde strand stap ik naar mijn vriendin.  Ik kijk haar recht in de ogen.  Om in haar ogen diezelfde emotie te zien glinsteren.  Gelukzalige blijheid.  Naast elkaar gaan wij naar buiten.  Nog steeds zonder één woord te zeggen.  Pas als wij buiten zijn, beginnen wij te vertellen.  Verschillende scènes worden naverteld.  Enkele zinsneden worden herhaald.  Wederom lachen wij.
 
Nog steeds weet ik niet precies wat bedoeld wordt met Faustiaanse varieté.  Het is mij wel al wat duidelijker maar het blijft vaag.  Wat ik wel weet is dat Ensor magistraal theater is.  Theater, dat moet gezien wordt.  Daarover kan en mag ik niet onduidelijk zijn.
 
Heren, u gaf mij een prachtige avond.  Honderd maal duizend keer bedankt.  Honderd maal duizend is honderdduizend.  Dat is wiskunde.  Wat u zaterdagavond in Hasselt bracht, was magie.  Pure magie.

Met vriendelijke groeten.

Trailer:
Ensor – Cie. Cecilia & Circus Ronaldo.

1 opmerking: