maandag 4 augustus 2014

Een Palestijnse staat, de enige garantie voor een veilig Israël. Brief aan Benjamin Netanyahu.

Beste Bibi,
 
Op 4 augustus 1914, bij het begin van de Eerste Wereldoorlog, sprak de Belgische koning Albert I het parlement toe.  In die redevoering zei hij dat een land dat zichzelf verdedigt, het respect van allen wint.  Heel waarschijnlijk meent u met uw campagne in de Gazastrook aanspraak te mogen maken op een zelfde respect.  Als rechtvaardiging voor deze volgens u noodzakelijke oorlog noemt u steeds het recht op veiligheid voor alle Israëlische burgers.  Dat recht wordt bedreigd.  Daarom meent u te moeten reageren.  Daarop kan niemand iets tegen hebben.  Of toch?  U aarzelt niet.  U reageert.  U vuurt raketten af.  U zendt troepen over de grens.
 
Zal deze oorlog de gezochte veiligheid dichterbij brengen? Ondanks uw stoere en forse taal, dat blijk moet geven van uw overtuiging, durf ik dit te betwijfelen.  Heel misschien zal er een rustpauze volgen op deze harde campagne.  Een rustpauze, nodig voor het begraven van de doden aan beide kanten.  Maar een eeuwigdurende veiligheid zal uitblijven.  Ondanks alle machtsvertoon zal u moeten erkennen dat een absolute veiligheid slechts kan behaald worden aan de onderhandelingstafel.  Op het slagveld kan u slechts tijdelijk proeven van de militaire zege.  Een zege, die bitter zal proeven.
 
Het bombarderen van scholen brengt geen veiligheid.  Het bombarderen van hospitalen brengt geen veiligheid.  Het doden van voetballende kinderen op een strand brengt geen veiligheid.  Uw harde optreden voedt enkel de frustratie.  Uw bommen voeden enkel de woede.  Frustratie en woede, die zullen leiden tot een verdere escalatie van het conflict.
 
Onderhandelen vraagt grotere moed.  Gemakkelijker is het de vijand omver te knallen.  Moeilijker wordt het met diezelfde vijand een overeenkomst uit te werken.  Een overeenkomst met garanties op een vredevolle toekomst.  U acht dit scenario heel waarschijnlijk onmogelijk.  Toch is het niet zo.  De betreurde Yitzhak Rabin heeft het u voorgetoond.  Zijn dapperheid heeft hij met zijn leven bekocht.  Maar ook Shimon Peres pleitte in zijn boek Het Nieuwe Midden-Oosten voor een tweestatenoplossing.  In dat boek schetste hij een toekomstbeeld waarin beide partijen de rijke vruchten konden plukken van een dergelijke oplossing.  Beide politici getuigden van grote, politieke moed.  Beiden legden bewijs af van groot staatsmanschap.
 
Neen, moedig durf ik u niet te noemen.  Uw keuze voor het grijpen naar de wapens durf ik enkel te beschouwen als al te gemakkelijke lafheid.  Onderhandelen vraagt een gesprekspartner aan de andere kant.  Deze beweert u niet te hebben.  Ik kan u hierin slechts gedeeltelijk volgen.  Voor het redden van één soldaat bent u bereid te onderhandelen met Hamas, uw grote vijand.  U bent zelfs bereid honderden Palestijnse gevangenen te wisselen tegen één soldaat.  Maar als het om de veiligheid van uw land gaat, weigert u elk gesprek.  Hamas wordt dan niet langer beschouwd als mogelijke gesprekspartner maar wordt plots afgeschilderd als een terreurorganisatie met als uiteindelijk doel de vernietiging van Israël.  
 
De contouren van een onderhandelde oplossing zijn gekend.  Door beide partijen.  Ongetwijfeld kent u die ook.  Toch zet u die stap niet.  Toch blijft u kiezen voor de confrontatie.  Heel waarschijnlijk omdat het u gemakkelijk wordt gemaakt.  Heel waarschijnlijk omdat de wereldleiders u nauwelijks iets in de weg leggen.  Jawel, in woorden veroordelen zij uw handelen.  In daden blijft het evenwel stil.  Oorverdovend stil.  U kan dus gewoon verder gaan met uw politiek.  Een politiek, dat een steeds grotere hypotheek legt op het welslagen van mogelijke onderhandelingen.  Een politiek, dat het verzet bij de tegenpartij aanscherpt.
 
U kan mij beschuldigen van eenzijdigheid.  Partijdigheid in dit conflict kan u mij voor de voeten werpen.  Omdat ik in voorgaande niet één woord zeg over de verantwoordelijkheid van Hamas.  Dat is waar.  Toch dicht ik u in deze een grotere verantwoordelijkheid toe.  U bent de bezetter.  De Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever noemen wij de Bezette Gebieden.  Als bezettende macht bent u gebonden door het humanitair oorlogsrecht.  Het Vierde Haagse Verdrag van 1907 verbiedt een bezettende mogendheid permanente veranderingen aan te brengen in bezet gebied.  De Vierde Conventie van Genève verbiedt een bezettende mogendheid op zijn beurt dan weer om delen van zijn eigen burgerbevolking over te brengen naar bezet gebied.  Met uw nederzettingenpolitiek schendt u beide verdragen.  U weet dat.  Uw land werd hiervoor veroordeeld door de Veiligheidsraad.  In 1980 stemde de Veiligheidsraad unaniem resolutie 465.  Al te kort door de bocht zou ik omwille van voorgaande kunnen zeggen dat u de Palestijnse bevolking dwingt tot verzet.  Omwille van deze flagrante schending van het oorlogsrecht en het met de voeten treden van resolutie 465 dicht ik u een grotere verantwoordelijkheid toe en richt ik mij daarom enkel tot u.
 
Heel waarschijnlijk zal u na het lezen van deze brief oordelen dat ik het niet goed voor heb met uw land.  U zal mij verdenken van enige vijandschap tegenover uw land.  In beide gevallen hebt u het verkeerd voor.  U en ik willen hetzelfde: een veilig Israël, waarin het aangenaam en onbezorgd leven is.  Enkel in de manier, waarop wij menen dat dit doel kan bereikt worden, verschillen wij.  U acht wapens noodzakelijk.  Ik zoek mijn heil in woorden.
 
Momenteel halen politieke berekeningen het op de rede.  Deze politieke berekeningen dicteren de strategie.  Ik blijf hopen dat de rede ooit de bovenhand zal halen.  Dat die rede ooit de zo lang nagestreefde vrede zal brengen.
 
Met vriendelijke groeten.

2 opmerkingen:

  1. Geachte heer,

    Bedankt voor uw mail waarmee ik het helemaal eens ben. Ikzelf heb me de jongste weken meermaals uitgesproken voor een militaire en economische boycot van Israël.

    Ik ben sinds de Europese verkiezingen plaatsvervangend lid van de delegatie van het EP met de Israëlische Knesset en zal in die hoedanigheid de zaak dan ook scherp aankaarten. Ik ben ook effectief lid van de EP-delegatie met de VS waar ik uiteraard ook de zaak op scherp zal stellen.

    Ik verdedig een actieve boycot van Israëlische producten.

    Zodra Commissievoorzitter Juncker met zijn nieuwe ploeg komt, zal ik zowel de voorgestelde Europese Commissarissen buitenlands beleid, internationale handel en wetenschappelijk onderzoek actief ondervragen over hun houding in deze.

    U kan op me rekenen.

    Vriendelijke groeten,

    Bart Staes
    Lid EP Groen

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Wim,

    Dankjewel voor het delen van jouw visie. Onze standpunten kunt ten allen tijde terugvinden via onze website: Q&A: Het Israëlisch-Palestijns conflict - Broederlijk Delen.

    Met vriendelijke groeten,

    Lieve Herijgers

    BeantwoordenVerwijderen