Beste Bibi,
Op 4 augustus 1914, bij het begin van de Eerste Wereldoorlog, sprak de
Belgische koning Albert I het parlement toe.
In die redevoering zei hij dat een land dat zichzelf verdedigt, het
respect van allen wint. Heel
waarschijnlijk meent u met uw campagne in de Gazastrook aanspraak te mogen
maken op een zelfde respect. Als
rechtvaardiging voor deze volgens u noodzakelijke oorlog noemt u steeds het
recht op veiligheid voor alle Israëlische burgers. Dat recht wordt bedreigd. Daarom meent u te moeten reageren. Daarop kan niemand iets tegen hebben. Of toch?
U aarzelt niet. U reageert. U vuurt raketten af. U zendt troepen over de grens.
Zal deze oorlog de gezochte veiligheid dichterbij brengen? Ondanks uw
stoere en forse taal, dat blijk moet geven van uw overtuiging, durf ik dit te
betwijfelen. Heel misschien zal er een
rustpauze volgen op deze harde campagne.
Een rustpauze, nodig voor het begraven van de doden aan beide
kanten. Maar een eeuwigdurende
veiligheid zal uitblijven. Ondanks alle
machtsvertoon zal u moeten erkennen dat een absolute veiligheid slechts kan
behaald worden aan de onderhandelingstafel.
Op het slagveld kan u slechts tijdelijk proeven van de militaire
zege. Een zege, die bitter zal proeven.
Het bombarderen van scholen brengt geen veiligheid. Het bombarderen van hospitalen brengt geen
veiligheid. Het doden van voetballende
kinderen op een strand brengt geen veiligheid.
Uw harde optreden voedt enkel de frustratie. Uw bommen voeden enkel de woede. Frustratie en woede, die zullen leiden tot
een verdere escalatie van het conflict.
Onderhandelen vraagt grotere moed.
Gemakkelijker is het de vijand omver te knallen. Moeilijker wordt het met diezelfde vijand een
overeenkomst uit te werken. Een overeenkomst
met garanties op een vredevolle toekomst.
U acht dit scenario heel waarschijnlijk onmogelijk. Toch is het niet zo. De betreurde Yitzhak Rabin heeft het u
voorgetoond. Zijn dapperheid heeft hij
met zijn leven bekocht. Maar ook Shimon
Peres pleitte in zijn boek Het Nieuwe Midden-Oosten voor een
tweestatenoplossing. In dat boek
schetste hij een toekomstbeeld waarin beide partijen de rijke vruchten konden
plukken van een dergelijke oplossing.
Beide politici getuigden van grote, politieke moed. Beiden legden bewijs af van groot
staatsmanschap.
Neen, moedig durf ik u niet te noemen.
Uw keuze voor het grijpen naar de wapens durf ik enkel te beschouwen als
al te gemakkelijke lafheid. Onderhandelen
vraagt een gesprekspartner aan de andere kant.
Deze beweert u niet te hebben. Ik
kan u hierin slechts gedeeltelijk volgen.
Voor het redden van één soldaat bent u bereid te onderhandelen met
Hamas, uw grote vijand. U bent zelfs
bereid honderden Palestijnse gevangenen te wisselen tegen één soldaat. Maar als het om de veiligheid van uw land
gaat, weigert u elk gesprek. Hamas wordt
dan niet langer beschouwd als mogelijke gesprekspartner maar wordt plots
afgeschilderd als een terreurorganisatie met als uiteindelijk doel de
vernietiging van Israël.
De contouren van een onderhandelde oplossing zijn gekend. Door beide partijen. Ongetwijfeld kent u die ook. Toch zet u die stap niet. Toch blijft u kiezen voor de
confrontatie. Heel waarschijnlijk omdat
het u gemakkelijk wordt gemaakt. Heel
waarschijnlijk omdat de wereldleiders u nauwelijks iets in de weg leggen. Jawel, in woorden veroordelen zij uw handelen. In daden blijft het evenwel stil. Oorverdovend stil. U kan dus gewoon verder gaan met uw
politiek. Een politiek, dat een steeds
grotere hypotheek legt op het welslagen van mogelijke onderhandelingen. Een politiek, dat het verzet bij de
tegenpartij aanscherpt.
U kan mij beschuldigen van eenzijdigheid. Partijdigheid in dit conflict kan u mij voor
de voeten werpen. Omdat ik in voorgaande
niet één woord zeg over de verantwoordelijkheid van Hamas. Dat is waar.
Toch dicht ik u in deze een grotere verantwoordelijkheid toe. U bent de bezetter. De Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever
noemen wij de Bezette Gebieden. Als
bezettende macht bent u gebonden door het humanitair oorlogsrecht. Het Vierde Haagse Verdrag van 1907 verbiedt
een bezettende mogendheid permanente veranderingen aan te brengen in bezet
gebied. De Vierde Conventie van Genève
verbiedt een bezettende mogendheid op zijn beurt dan weer om delen van zijn
eigen burgerbevolking over te brengen naar bezet gebied. Met uw nederzettingenpolitiek schendt u beide
verdragen. U weet dat. Uw land werd hiervoor veroordeeld door de
Veiligheidsraad. In 1980 stemde de
Veiligheidsraad unaniem resolutie 465.
Al te kort door de bocht zou ik omwille van voorgaande kunnen zeggen dat
u de Palestijnse bevolking dwingt tot verzet.
Omwille van deze flagrante schending van het oorlogsrecht en het met de
voeten treden van resolutie 465 dicht ik u een grotere verantwoordelijkheid toe
en richt ik mij daarom enkel tot u.
Heel waarschijnlijk zal u na het lezen van deze brief oordelen dat ik
het niet goed voor heb met uw land. U
zal mij verdenken van enige vijandschap tegenover uw land. In beide gevallen hebt u het verkeerd
voor. U en ik willen hetzelfde: een veilig
Israël, waarin het aangenaam en onbezorgd leven is. Enkel in de manier, waarop wij menen dat dit
doel kan bereikt worden, verschillen wij.
U acht wapens noodzakelijk. Ik
zoek mijn heil in woorden.
Momenteel halen politieke berekeningen het op de rede. Deze politieke berekeningen dicteren de
strategie. Ik blijf hopen dat de rede
ooit de bovenhand zal halen. Dat die
rede ooit de zo lang nagestreefde vrede zal brengen.
Met vriendelijke groeten.
Geachte heer,
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor uw mail waarmee ik het helemaal eens ben. Ikzelf heb me de jongste weken meermaals uitgesproken voor een militaire en economische boycot van Israël.
Ik ben sinds de Europese verkiezingen plaatsvervangend lid van de delegatie van het EP met de Israëlische Knesset en zal in die hoedanigheid de zaak dan ook scherp aankaarten. Ik ben ook effectief lid van de EP-delegatie met de VS waar ik uiteraard ook de zaak op scherp zal stellen.
Ik verdedig een actieve boycot van Israëlische producten.
Zodra Commissievoorzitter Juncker met zijn nieuwe ploeg komt, zal ik zowel de voorgestelde Europese Commissarissen buitenlands beleid, internationale handel en wetenschappelijk onderzoek actief ondervragen over hun houding in deze.
U kan op me rekenen.
Vriendelijke groeten,
Bart Staes
Lid EP Groen
Beste Wim,
BeantwoordenVerwijderenDankjewel voor het delen van jouw visie. Onze standpunten kunt ten allen tijde terugvinden via onze website: Q&A: Het Israëlisch-Palestijns conflict - Broederlijk Delen.
Met vriendelijke groeten,
Lieve Herijgers