Beste Ish,
Ik had het interview gelezen in Humo.
Het dubbelinterview met u en uw vader.
Dat vraaggesprek maakte mij nieuwsgierig. Ik wilde het verhaal kennen. Van u.
Van uw vader. Daarom kocht ik het
boek. Omdat ik hoopte in dat boek de
antwoorden te vinden op mijn geprikkelde nieuwsgierigheid.
Uw boek zat in mijn reiskoffer.
Uw boek had ik verkozen tot vakantieboek. Tot vakantielectuur. Dat is een voorrecht. Bijna zou ik het een eer noemen. Maar dat laatste doe ik niet. Ik zou mezelf te hoog inschatten. Dat wil ik niet. Bescheidenheid is een mooie deugd. Een voorrecht dus, laten we het daarop
houden. Uit een hele reeks boeken wordt
die ene gekozen. Dat ene boek, dat zal
gelezen worden op reis. Slechts één boek
neem ik mee. Om de kans op koffergewijs
overgewicht tot een minimum te beperken.
Dat ene boek moet dus een goed boek zijn. Het boek moet in zich de belofte hebben op
meeslependheid. Dat is nodig want op
reis dwalen de gedachten al snel af. Op
reis schuilt altijd en overal de verleiding om andere dingen te doen behalve
lezen. Op reis willen we dingen
zien. Willen we dingen proeven. Willen we mensen ontmoeten. Om de concurrentie met al die intenties aan
te gaan moet het boek de aandacht van de lezer meteen grijpen en nooit meer
loslaten. Het boek moet bij de lezer de
zin/goesting om terug te grijpen naar het boek aanwakkeren. U ziet, op de schouders van een vakantieboek
wordt een zware last gelegd.
Was uw boek het ideale vakantieboek? Heeft uw boek de verwachtingen
kunnen inlossen? Laat mij de spanning niet al te lang aanhouden. Op beide vragen kan ik bevestigend
antwoorden. Uw boek heeft mij
meegesleurd. Heeft mij meegenomen op een
waanzinnig en aangrijpend avontuur. Ik
zat in Italië. Aan de Amalfitaanse
kust. Maar via uw boek reisde ik naar
Marokko. Naar Spanje. Naar Frankrijk. En opnieuw naar Marokko. Vanop mijn terrasje trok ik in mijn hoofd de
wereld rond. In de voetsporen van
Djibril, het jonge hoofdpersonage uit uw boek.
Djibril toonde mij wat mensen ertoe aanzet die gevaarlijke oversteek
naar Europa te wagen. Het was
ontnuchterend. Behoorlijk
confronterend. Ondanks alle ellende en
een leven in de illegaliteit blijven de meesten hopen op een beter leven. Soms wordt het een succesverhaal. Heel vaak niet. Ik volgde Djibril en zag schrijnende
toestanden. Spijtige, jammerlijke en
harde gebeurtenissen.
Het thema van het boek is nogal zwaar op de hand. Het weegt door. Maar met uw schrijfstijl lijkt u die zwaarte
te temperen. Uw schrijfstijl werkt als
een balsem op een wonde. Uw schrijfstijl
is klein. Sober. Geen grote sier. Geen grote opsmuk. Die gebalde stijl creëert een zekere cadans. Een zeker ritme in het lezen. Uw stijl duwt de lezer voort. Verder vooruit in het boek. Ik heb dat ritme gevolgd. In die mate dat ik uw boek na amper drie
dagen uit had. Elk vrij moment greep ik
naar uw boek. Elk vrij moment zonderde
ik mij af met uw boek. Ik raasde
doorheen uw boek. Pagina na pagina. Op weg naar een emotievol einde. Dat einde had hetzelfde effect als een wondermooie
en wonderbaarlijke choreografie van Isabelle Beernaert. Mijn keel stropte dicht. Tranen stonden te dringen om toch maar naar
buiten te stromen. Dat laatste gebeurde
niet. Net niet.
Ik had verwacht het verhaal van uw vader te lezen. Uw verhaal.
Dat is niet gebeurd. Een ander
verhaal las ik. Toch voel ik de
aanwezigheid van uw vader doorheen het verhaal.
Zijn aanwezigheid sijpelt door via die korte, fijne wijsheden, die u
over het hele boek verspreidt.
Levenswijsheden, dat zijn het.
Waarheden, die u dwingen even terug te keren en te herlezen. Die u kort doen stilstaan. Die u doen reflecteren. Die mij doen terugkoppelen naar mijn eigen
leventje. Ik ken uw vader niet. Maar uw boek doet mij vermoeden dat hij een
wijs man is.
Ook uw moeder heb ik menen te mogen leren kennen. Herinneringen aan haar meen ik te mogen lezen
in de liefdevolle relatie tussen Djibril en zijn moeder. Ik durf hierin uw herinneringen weerspiegeld
te zien. Niks ander dan liefde kan ik
voelen voor die vrouw. Voor die
moeder. Jawel, zonen en moeders, het
blijft toch telkens weer een bijzondere relatie.
Ik had een mooie vakantie. Ik
las een mooi boek. Voor die mooie
vakantie wens ik mijn vriendin te danken.
Zij is mijn globetrotterende partner in crime. Voor dat mooie boek wens ik u te danken. U bent een fantasievol verhalenverteller.
Beste Ish, ik dank u. Ik wens u
veel inspiratie toe voor nieuwe, mooie verhalen.
Met vriendelijke groeten.
Link:
Cécile – Ish Ait Hamou.
Mooi verwoord, herkenbaar ook ik dwaalde door Marokko, Spanje, Parijs doorheen het verhaal, heel meeslepend.
BeantwoordenVerwijderenMooi verwoord, herkenbaar ook ik dwaalde door Marokko, Spanje, Parijs doorheen het verhaal, heel meeslepend.
BeantwoordenVerwijderen