Legaliseren van cannabis. Dat
bleek één van de prioriteiten te zijn op het congres van de SP.A. Ik weet het, ik ga hierbij wat al te kort
door de bocht. Ik focus mij op slechts
één van de vele aangenomen programmapunten op het partijcongres van het
voorbije weekend. Daarmee doe ik heel
misschien afbreuk aan het eigenlijke programma van de partij.
Toen ik zaterdagmiddag tijdens het middagjournaal de
jongerenvoorzitter dit standpunt hoorde verdedigen, knipperde ik met de
ogen. Een hevige vloek kon ik nog net
onderdrukken. Jawel, ik heb een goede
opvoeding gehad. Maar die harde klap met
mijn vuist op tafel kwam er wel. Hebben
onze heren en dames socialisten het nog altijd niet begrepen? Heel
waarschijnlijk was een groot deel van de partijmilitanten vrijdagavond al te
zwaar doorgezakt en had dit zijn invloed op de geestelijke alertheid tijdens
het congres.
Ik had vuurwerk verwacht. Ik
had verwacht dat uw partij onze verontwaardiging in rode letters en ontelbare
uitroeptekens zou uitschreeuwen. Ik had
verwacht dat u hard op tafel zou kloppen.
U deed een poging. Een te
bescheiden poging. Uw motor
sputterde. Uw betoog klonk al te zwak.
In deze tijden horen socialisten op de barricaden te staan. Breekpunten dienen geformuleerd te worden. Hard en met volle overtuiging. No pasaran, zo zou het moeten klinken. Dat u geen opvolger wenst voor de F16 is
mooi. Dat u de kernwapens weg wil uit
Kleine Brogel is leuk. Dat u voorgaande
omschrijft als een breekpunt kan als duidelijk omschreven worden. Maar eenzelfde duidelijkheid verwacht ik
inzake het sociaaleconomische beleid.
Want ik stel vast dat de klemtoon hierbij al te vaak wordt gelegd op het
puur economische en dat het sociale ondergesneeuwd raakt.
België wordt geconfronteerd met een loonhandicap. In het wegwerken van die handicap klinken
remedies als het afbouwen van het minimumloon en het mogelijk maken van
mini-jobs. Sociale bescherming lijkt
minimaal te worden in de poging ons land opnieuw vooruit te duwen in het
lijstje van economisch goed renderende landen.
Collectieve arbeidsovereenkomsten zouden niet meer nationaal
onderhandeld hoeven te worden, wel enkel nog op bedrijfsniveau. Solidariteit wordt afgebouwd. Door de kracht van verandering krijgen deze
scenario’s meer bijval.
Werkgeversorganisaties vinden al te gemakkelijk gehoor bij op wolken
drijvende partijen. Weerwerk blijft al
te lang uit. Integendeel, voorzichtig
wordt door regeringspartijen mee gestapt in dit verfoeilijke debat. Er wordt gemorreld aan de index. Er wordt werk gemaakt van de beperking in
tijd van de werkloosheidsvergoeding.
Ik had het niet verwacht maar toch neem ik die woorden in mijn mond:
de rijken worden rijker, de armen armer.
De inkomensongelijkheid neemt toe.
Ook in België. Maar toch wordt
het armoedebeleid geen strijdpunt. Ik
hoor het niet geformuleerd worden als breekpunt. In plaats van een structureel beleid uit te
bouwen met duidelijk vooropgestelde doelen blijven wij aanmodderen. Een recent in het leven geroepen kinderarmoedefonds
moet soelaas bieden. De overheid treedt
terug, het publiek wordt ingeschakeld.
Een openlijke erkenning van een failliet beleid. Had de regering voor het redden van de banken
een ‘red de banken’-fonds opgericht, diezelfde regering zou worden
uitgejouwd. Het verwijt van
onbekwaamheid zou haar deel zijn. Maar
bij een kinderarmoedefonds blijft het bijna oorverdovend stil. Alsof kinderarmoede en armoede in zijn geheel
helemaal geen prioriteit zijn.
Jawel, het is crisis. Maar dat
betekent niet dat wij enkel moeten focussen op de economie. Wij moeten breder durven kijken. Wij moeten durven erkennen dat andere
sectoren om een even krachtdadig beleid vragen.
Dat andere sectoren eveneens recht hebben op een urgente
kapitaalinjectie. Niet enkel het
bedrijfsleven heeft recht op een urgente en prioritaire behandeling.
Daarom beste kameraden, kruip die barricaden op. Niet schuchter maar zelfverzekerd. Neem de handschoen en de daarbij horende
uitdaging aan. Armoede, dat moet uw strijdpunt
worden. Samen met de erkenning dat de
midden- en hogere klassen het goed hebben.
Want dat moet ook duidelijk gesteld worden. Al te vaak vervallen wij in geklaag. Al te vaak wijzen wij verongelijkt met het
vingertje. Ik, ik, ik, ik, ik, … Dat
lijkt de leidraad te moeten worden van een overtuigend regeringsbeleid. Maar wij hoeven geen doktersbezoek uit te
stellen omwille van financiële overwegingen.
Onze sociale positie heeft geen negatieve invloed op onze
studieresultaten. Onze sociale positie
isoleert ons niet en verhindert geen deelname aan het maatschappelijke
leven. In ons geklaag blijven wij al te
vaak blind voor het dagelijkse gevecht van een groeiende onderlaag.
Ga de strijd aan. Pas als die
strijd gestreden is, mag u, zonder schrik voor mogelijke vervolging, een
jointje opsteken. Met veel plezier zal
ik u een vuurtje aanreiken. Maar nu
eerst aan het werk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten