donderdag 28 juni 2018

Mooie liedjes: Moods van Poltrock. Brief aan David Poltrock.

Beste David,
 
Dit jaar zou u drie albums uitbrengen.  Achtentachtig dagen geleden bracht u Mutes uit.  Dat was het eerste deel van uw trilogie.  Naar aanleiding van dat eerste album schreef ik u een brief.  In het slot van die brief schreef ik dat ik zou uitkijken naar uw volgende album.  Dat volgend album is nu dus een feit.  Moods hebt u hem gedoopt.  Ik heb uitgekeken.  Want ik weet dat belofte ook schuld maakt.  Ik beloof dus niet enkel.  Ik doe ook.  Maar toch heb ik niet enkel uitgekeken.  Dat zou wat minnetjes zijn.  Ik heb ook geluisterd.  Want dat is wat uiteindelijk moet gebeuren met muzikale werkstukken.
 
Is het normaal te noemen dat wij bij het tweede album hetzelfde verwachten? Die verwachtingen kunnen als normaal omschreven worden als dat eerste album goed was.  Het tweede wil dan een verlengstuk zijn van het eerste.  Het zou dan gemakkelijk zijn in hetzelfde vijvertje te vissen.  Om gewoon de lijn door te trekken.  Dat zou iemand doen die gehecht is aan rustige vastheid.  Iemand die opteert voor zekerheid en het avontuur bijgevolg uit de weg gaat.  Met Moods botst u met die rustige vastheid.  U slaat een andere richting in.  U maakt het uzelf moeilijk.  Maar u beseft dat een trilogie nood heeft aan variatie.  Dat net in die variatie de uitdaging verscholen zit.
 
Nochtans.  Een eerste, oppervlakkige luisterbeurt zou mij kunnen doen besluiten dat Moods een kopie is van Mutes.  Dat ik in Moods een gelijkaardige rust kan ontdekken.  Indien ik dat zou beweren, zou ik zwaar in de fout gaan.  Muziek verdraagt geen oppervlakkigheid.  Muziek vraagt aandacht.  Concentratie.  Want pas dan kan er ontdekt worden.  Pas dan kan er begrepen worden.  Ik ging dus voorbij aan die eerste, oppervlakkige luisterbeurt.  Aan die eerste luisterbeurt koppelde ik geen conclusies.  Ik luisterde verder.  Meer intens.
 
De rust, die ik aanvankelijk vermoedde, blijkt vals te zijn.  De vermoede rust verdwijnt.  Ik ontdek het dreigende karakter van het album.  Zoals ik reeds zei, een mens moet opletten met oppervlakkigheid.  Oppervlakkigheid zendt verkeerde signalen uit.  Dat merk ik nu.  In die dreiging proef ik verlies.  Vervreemding.  Verlatenheid.  Als luisteraar sta ik alleen.  In die eenzaamheid word ik met mijzelf geconfronteerd.  Ik stel mijzelf vragen.  Gemakkelijke vragen.  Moeilijkere vragen.  Neen, niet langer is er die rust.  Eerder is het verwarring.  Een verwarring waarin enige verleidelijkheid schuilt.  Want als luisteraar word ik niet weggeduwd.  Ik word teruggeroepen.  Het album nodigt mij uit.  Telkens opnieuw.  Telkens opnieuw verken ik dat dreigende.  Dat donkere.  Ondanks die vervreemding en verlatenheid lijkt het toch bevrijdend te werken.  Helend.  Misschien omdat ik op mijn vragen de juiste antwoorden vind.  Wat zou er gebeuren als dat niet zo zou zijn? Hoe zou ik het album dan ervaren?
 
Ik vraag mij af hoe dat verschil met het eerste album kan verklaard worden.  Een verklaring kan misschien gevonden worden in de manier van opname.  U maakt voor het eerst gebruik van de ‘prepared piano’.  Dat las ik in het persbericht.  Ik heb het niet zelf ontdekt.  Niet zelf opgemerkt.  Een dergelijk geoefend luisteraar ben ik niet.  Die muzikale opmerkzaamheid ontbeer ik.  Dat hoeft helemaal niet erg te zijn.  In mijn zoektocht naar het begrijpen van een album mag ik mij best verlaten op andere bronnen buiten mijzelf.  In datzelfde persartikel lees ik dat op, onder of tussen de snaren objecten zoals papier, vilt, bouten en houten pinnen worden aangebracht.  Zelfs bestek en doopsuiker zouden tot uw arsenaal behoren.  Dat arsenaal aan vreemde effecten draagt bij tot het dreigende karakter.  Tot het vervreemdende karakter.  Dat denk ik.  Dat vermoed ik.
 
Ik luisterde naar uw tweede album.  Naar Moods.  Alweer werd het een aangename kennismaking.  Een kennismaking, die wat meer voeten in de aarde had.  Want het was niet evident.  Uw tweede album was niet zo open als het eerste.  Moods is meer gesloten.  Er moet dus wat gevochten worden om binnen te raken.  Het moet als het ware opengebroken worden.  Om toch enig licht binnen te laten schijnen.  Om op die manier die verlatenheid te verlichten.  Om op die manier dat verlies te temperen.  Die zoektocht maakt elke luisterbeurt tot een uitdaging.  In die uitdaging schuilt het wonderlijke van dit album.
 
Ik luisterde naar uw tweede album.  Met veel plezier.  Met evenveel plezier kijk ik uit naar het finale deel van uw trilogie.  Met deze belofte besef ik dat ook een derde brief zal volgen.  Dat ik ook een derde brief zal moeten schrijven.  Dat vind ik niet erg.  Vind ik helemaal niet erg.  Over mooie dingen is het heerlijk te mogen schrijven.  Ik deed het een eerste keer.  Ik deed het nu een tweede keer.  Twee keer schonk u mij voldoende inspiratie.
 
Beste David.  Ik wil u danken voor het fantastische Moods.  Voor die fantastische tweede.  Ik wens u voldoende inspiratie de volgende achtentachtig dagen. 
 
Met vriendelijke groeten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten