donderdag 31 mei 2018

Uitgelezen: Leve de zoologie! Brief aan Arnout Hauben en Lander Deweer.

Beste Arnout,
Beste Lander,
 
De zoo? De Antwerpse zoo? U zal het misschien vreemd vinden maar bij de zoo denk ik niet meteen aan dieren.  Ik denk aan andere dingen.  Ik herinner mij mijn schoolgaande jaren.  Ik denk terug aan mijn lagere schooljaren.  Aan de schoolreizen.  Ik denk aan boterhammen.  Met choco.  Met ei.  Ik denk aan zakgeld en aan de souvenirs die ik met dat zakgeld kocht.  Nutteloze dingen, zo leek het wel.  Monsters zonder waarde.  Voor mij waren het evenwel dierbare schatten.  U ziet, de zoo maakt wat wakker in mij.  Heimwee naar vroegere jaren.  Maar dieren? Neen, dat niet.  Daaraan denk ik niet.
 
Terwijl ik bovenstaande schrijf, moet ook ik erkennen dat het toch wel een raar verband is.  Zoo en boterhammen.  Het moet beter kunnen.  Andere verbanden moeten kunnen gelegd worden.  Dat doet u met uw boek.  U plaatst alles opnieuw in een juiste context.  
 
Vooreerst doet u mij de betekenis en de waarde van de Antwerpse zoo opnieuw beseffen.  U vertelt de geschiedenis.  Een geschiedenis die teruggaat tot 1843.  Een geschiedenis die samenvalt met die van België.  Jawel, de zoo wordt getroffen door dezelfde rampen.  De Eerste en Tweede Wereldoorlog.  Het oorlogsgeweld maakt ook onder de dieren veel slachtoffers.  Het oorlogsgeweld vernielt vele gebouwen.  Maar telkens kruipt de zoo overeind.  Verrijst de zoo uit haar as.  U vertelt het verhaal van een ongekende veerkracht.
 
Ik ontdek dingen.  Zo weet ik nu dat Antwerpen in 1843 de zevende stad in de wereld is met een dierentuin.  Dat de zoo de best bewaarde 19de-eeuwse dierentuin ter wereld is.  Zo weet ik nu dat het Feestpaleis in de Eerste Wereldoorlog een noodhospitaal was.  Dat de zoo eind 1944 dienst doet als legerbasis.  Zo weet ik nu dat de zoo ooit nog een eigen harmonie had.  Zo weet ik nu dat de zoo ooit een ontmoetingsplaats was voor de beau monde.  Voor de Franstalige bourgeoisie.  Dat die sociale exclusiviteit doorheen de geschiedenis werd gesloopt.  
 
Geschiedenis kan droog zijn.  Saai.  U vermijdt die valkuil.  U linkt de verhalen aan personen.  Personen, die een grote impact hadden op de ontwikkeling van de Antwerpse zoo.  U vertelt hun levensverhaal.  U laat ons hun gedrevenheid voelen.  Hun passie.  Het lijkt alsof zij naast mij komen zitten.  Het lijkt alsof zij persoonlijk hun verhaal vertellen aan mij.  Het lijkt alsof ik hun stem hoor.  Alsof ik hen hoor ademen.  Jawel, als een goochelaar wekt u de geschiedenis tot leven.
 
Maar de Antwerpse zoo is meer dan enkel geschiedenis.  Dat beseft u.  U vertelt het verhaal van de dieren.  Ik maak kennis met chimpansee Judy.  Met olifant Jacqueline.  Met leeuwin Selma.  Met gorilla Gust.  Via de dieren leer ik hun omgeving kennen.  Leer ik hun verzorgers kennen.  U toont hun engagement naar die dieren.  Hun bezorgdheid.  Hun toewijding.  Die band tussen mens en dier maakt van de zoo een warme plek.  Een intense plek.  U legt dat unieke karakter bloot.
 
Een boek over de Antwerpse zoo zou doen vermoeden dat het verhaal zich beperkt tot Antwerpen.  Dat doet uw boek niet.  U treedt buiten de grenzen van Antwerpen.  U neemt mij mee naar Edinburgh.  Naar Dublin.  U neemt mij mee naar Planckendael.  Naar het Brusselse Leopoldpark.  U neemt mij mee naar Mulhouse.  Naar het Centraal Massief.  U doet dat omdat u het volledige verhaal wenst te vertellen.  Het verleden.  Het heden.  De toekomst.  U laat zien hoe de zoo vervelt van louter dierenverzameling tot wetenschappelijk instituut.  De zoo is een kans om uitstervende dierenpopulaties te beschermen.  Dat vereist internationale samenwerking.  Internationale uitwisseling.  Jawel, wij krijgen zicht op het volledige plaatje. 
 
Ik had een eendimensionale kijk op de Antwerpse zoo.  Boterhammen met choco.  Boterhammen met eieren.  Verder kwam ik niet.  U brak die eenzijdige blik open.  U maakte mijn visie multidimensionaal.  Wat een geluk.  Ik was mij te weinig bewust van de ontzettende rijkdom, die heerst in de Antwerpse zoo.  Uw enthousiasme sloeg over op mij.  Ik werd aangestoken door uw enthousiasme.  Ik wil naar Antwerpen.  Naar de zoo.  Ik wil de verhalen, die u vertelde, gaan zien.  Ik wil die verhalen voelen.  Ik wil die verhalen ruiken.  Jawel, ik zal boterhammen meenemen.  Maar mijn herinneringen zullen zich nu niet tot dat culinaire pakketje beperken.  Het zal ruimer gaan.  Ik zal die dieren opnemen in mijn hoofd.  Op mijn harde schijf.  
 
Op Eén zag ik het programma.  Nu las ik het boek.  Ik wil mij niet focussen op de verschillen.  Ik wil niet antwoorden op de vraag of het boek nu beter was dan de film.  Ik wil mij richten op het gemeenschappelijke.  Op dat wat boek en programma verbindt.  In beiden voel ik die geestdrift.  Die oprechte liefde voor het onderwerp.  Voor de mensen en de dieren, die in uw vertelde verhaal figureren.  Dat is een uniek en krachtig gegeven.  In die geestdrift te mogen vertoeven voel ik als een voorrecht.
 
Beste Arnout.  Beste Lander.  Met uw boek keerde ik na het programma nogmaals terug naar de Antwerpse zoo.  Het werd geen herhaling.  Het werd een herbeleving.  Dat is zo veel intenser.  Zo veel sterker.  Ik zag de foto’s.  Ik las de verhalen.  Ik genoot.  Opnieuw.  Voor dat genot wil ik u uitermate danken.
 
Met vriendelijke groeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten