dinsdag 13 februari 2018

Hoe een ongeval mij tot Take 7 (Klara) bracht. Brief aan Lies Steppe.

Beste Lies,
 
Bus rijdt zes voetgangers aan in Brussel.  Eén persoon in levensgevaar.  Vrijdagavond las ik dit op mijn iPhone.  Via een korte newsflash.  Zaterdagmorgen las ik het in de krant.  Via een uitgebreider artikel.  Onder normale omstandigheden was dit nieuwtje aan mij voorbijgegaan.  Ik ben geen ramptoerist.  Ik blijf niet stilstaan bij ongevallen.  Noch bij natuurrampen.  Ik registreer het wel.  Ik neem het wel op.  Maar verder gaat het niet.  Mijn persoonlijke betrokkenheid bij het dagelijkse nieuws kent zijn grenzen.  Ik doseer.  Uit zelfbehoud.  Maar toch.  Toch kan het verkeren.  Dat wist Bredero reeds vroeg.
 
Vrijdagavond deed één telefoontje mij die korte newsflash opnieuw lezen.  Dat ene telefoontje deed het mij anders lezen.  Plots was er die betrokkenheid.  Over de telefoon kreeg ik via mijn zus te horen dat mijn jongste broer één van de aangereden voetgangers was.  Zij was nu bij hem.  In het hospitaal.  Niks ergs, dat vertelde zij mij meteen.  Ik hoefde niet te panikeren.  Mijn broer had de nodige en juiste onderzoeken gehad.  Dat volstond om hem gezond te verklaren.  Wel was hij behoorlijk onder de voeten.  Onder de indruk.  Mij werd daarom de vraag gesteld of ik hem kon repatriëren.  Van Brussel naar Gent.  Uiteraard, dat kon ik.  Dat spreekt voor zich.  Ik vertrok.
 
U vraagt zich heel waarschijnlijk af waarom ik mij met dit verhaal tot u richt.  Heel waarschijnlijk hebt u de brief al aan de kant gelegd.  Dat zou jammer zijn.  Want net nu zal ik de reden onthullen waarom ik deze brief schrijf.  Waarom ik mij tot u richt.
 
Ik vertrok.  Met de wagen.  Vóór ik de wagen startte, moest nog één ding gebeuren.  Eén belangrijk ding.  Ik diende het juiste radiostation te kiezen.  Dat was geen sinecure.  Dat zou al vlug blijken.  Rust, dat was wat ik nodig had.  Kalme rust.  Rustige vastheid, zo zouden sommige politici het gevoel omschrijven.  Mijn muziekkeuze diende hierbij aan te sluiten.  Mijn zoektocht kon beginnen.  Ik startte bij Studio Brussel.  Wij zijn twee handen op één buik.  Niet altijd.  Wel heel vaak.  Alleen blijkt vrijdagavond geen optie te zijn om af te stemmen op StuBru.  Dan wordt de start van het weekend gevierd.  Dat gaat gepaard met de nodige toeters en bellen.  Ingetogenheid is niet wat deze start vraagt.  Uitbundigheid kan dan enkel.  Ik diende uit te wijken.  Naar Radio 1.  Dat is altijd een goede tweede.  Maar die avond was er voetbal.  Luisteren naar een live verslaggeving was geen goede keuze.  Een echte voetbalfan ben ik niet.  Dan verliest die verslaggeving elke relevantie.  Toch voor mij.  In de meer popgerichte zenders zoals Q Music, MNM, Joe FM of Nostalgie had ik helemaal geen zin.  Het zou een te grote inspanning vragen van mij.  Grote inspanningen diende ik te vermijden.  Zoals ik al zei, ik moest rustig blijven.  Ik wilde rustig blijven.
 
Dan kwam die plotse inval.  Het zou een unicum zijn voor mij.  Maar heel misschien zou het voor deze avond toch de juiste zender zijn.  Klara.  Dat zou het worden.  Mijn broer is een grote fan van de zender.  Hij tracht ons te bekeren.  Helaas, tot op heden kende zijn bekeringsijver weinig succes.  Ik bleef doof voor zijn pleidooien.  Tot die vrijdagavond.  Het leek mij juist te zijn.  Plots leek ik te beseffen dat een andere zender geen optie was.  Mijn broer was slachtoffer.  Een huiselijk gevoel creëren kan dan wonderen doen.  Dat is wat ik dacht.  Ik zocht de juiste radiofrequentie.
Klara weerklonk in mijn wagen.  Groot was mijn verbazing geen klassieke muziek te horen.  Dat had ik verwacht.  Die verwachting werd niet ingelost.  Ik kwam uit bij Take 7.  Ik kwam uit bij u.  Wat als een groot gebaar naar mijn broer was opgevat, werd plots een geschenk voor mijzelf.  Ik leek weg te glijden in de muziek.  Dat kan wel eens gevaarlijk zijn.  Vooral als ik niet enkel luisteraar ben maar ook chauffeur.  De ogen moeten op de weg gehouden worden.  Dat werd mij zo geleerd.  Herhaaldelijk werd mij dat gezegd.  Ik doe het ook.  Steeds en altijd.  Mijn visuele focus lag op de weg.  Veiligheid primeert.  Mijn auditieve focus daarentegen lag bij de radio.  Ik spitste mijn oren.  Dit was fantastisch.  Bijna een openbaring.  Nu moet ik wel zeggen dat de omstandigheden optimaal worden.  Buiten was het donker.  Nauwelijks iemand op de baan.  Alleen op de wereld, zo leek het wel.  In de avond reed ik op de autosnelweg.  Met uw muziek.  Dit kon niet beter.  Ik wou blijven rijden.  Ik moest denken aan dat ene liedje van Hans De Booij, Annabel.  Al reis je door naar het eind van de wereld, ik ga met je mee.  Dat zingt Hans.  Dat wou ik doen.  Met uw muziek door mijn boxen.  Helaas, dat ging niet.  Dat was onmogelijk.  Ik was op missie.  Ik moest om mijn broer.
 
Alain Toussaint.  John Surman.  Bob Brookmeyer.  Curtis Fuller.  Die namen waren mij voorheen onbekend.  Hun muziek was mij voorheen onbekend.  Op weg naar Brussel maakte ik kennis.  Die kennismaking behoefde geen lang voorspel.  Wij zaten onmiddellijk op dezelfde golflengte.  Wij hadden geen woorden nodig.  De muziek sprak voor zich.  Datgene wat ik beoogde met de keuze van de juiste muziek, bereikte ik.  Rust.  Kalmte.  Rampscenario’s, die aanvankelijk door mijn hoofd spookten, verdwenen als sneeuw voor de zon.  Paniek was uitgeschakeld.  Ik was de rust in hoogsteigen persoon.  Maar dat had ik heel waarschijnlijk al gezegd.
 
Ik kwam aan bij het Brusselse hospitaal.  Mijn broer stapte in.  Op kreupele wijze wist hij zich naast mij op de passagiersstoel te installeren.  Wij reden een tijdje.  Na hem eerst uitgehoord te hebben over het eigenlijke ongeval, moest ik het zeggen.  Ik kon niet zwijgen.  Ik vertelde mijn broer dat de radio op Klara stond.  Ik zei het met een zekere fierheid.  Mijn broer leek die fierheid te detecteren.  Hij lachte.  Een beetje.  Het ongeval had dan toch één positief neveneffect.  De grote broer heeft de weg gevonden naar Klara.  Dat leek hij te denken.  Dat meende ik in dat lachje te lezen.
 
Ik zette mijn broer af.  Bij hem thuis.  Ik zelf reed naar huis.  Met de wetenschap dat mijn broer het goed stelde.  Ik kwam thuis aan.  Aan mijn vriendin vertelde ik het hele verhaal.  Om te eindigen met de mededeling dat ik Klara had ontdekt.  Dat ik helemaal weg was van Take 7.  Ongevallen hoefden zich niet meer te herhalen.  Dat moest niet.  Terugkeren naar Take 7, dat zou ik wel doen.  Dat zou ik herhalen.  Elke vrijdagavond.  Als jazzy begin van het weekend.
 
De Brusselse MIVB had van mij een ander mens gemaakt.  Een voller mens.  Een Klara mens.  Elk nadeel heb zijn voordeel.  Dat zei ooit een groot Nederlands voetballer.  Ik kan het enkel beamen.
 
Beste Lies.  Ik wil u danken voor uw muzikale gezelschap tijdens mijn ritje naar en van Brussel.  Het was mij een waar genoegen.  Het was een wonderbaarlijke avond.  Samen met u.  Dank daarvoor.
 
Met vriendelijke groeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten