woensdag 4 oktober 2017

Guido Belcanto, gezien in de Roma. Brief aan Guido, Geert, Lieven, Nicolas, Maarten en Andries.

Beste Guido,
Beste Geert, Lieven, Nicolas, Maarten, Andries,
 
Bijna nooit krijg ik het schaamrood op de wangen.  Dat was vrijdagavond wel even anders.  Die avond kleurden mijn kaken felrood.  Dat zat zo.  Wij hadden een ticket voor uw concert in de Antwerpse Roma.  Omdat het wel zou kunnen gebeuren dat wij een pintje dronken voor, tijdens en na het concert hadden wij uit voorzorg een hotel geboekt.  Ik had uw laatste album al gehoord.  Ik herinnerde mij die waarschuwing uit Meneer de Politieman.  Die waarschuwing sloeg ik niet in de wind.  Nam ik ernstig.  Daarom een hotelletje dus.
 
In de lobby van het hotel moesten we even wachten om in te checken.  Een Nederlands koppeltje stond aan de incheckbalie.  Ik hoorde hen vragen of de Roma in de buurt was.  Of zij er te voet heen konden.  U zou mij kunnen terechtwijzen.  U zou kunnen zeggen dat luistervinken niet mag.  Maar het gebeurde gewoon.  Ik deed het niet bewust.  Door die ene vraag wist ik dat het koppeltje ook naar u ging zien.
 
Wij namen samen de lift.  Wij en dat Nederlandse koppeltje.  Wij raakten aan de praat.  Wij hadden het over u.  Zij waren fan.  Al bijna dertig jaar.  Zij hadden al uw platen.  Verschillende keren hadden zij u live aan het werk gezien.  Op dat moment kleurde ik rood.  Ik kon niks zeggen.  Een fan kon ik mij niet noemen.  Een plaat had ik niet.  Een concert had ik nooit bijgewoond.  Ik was geen fan.  Ik volgde u.  ik wist wat u deed.  In die woorden zat een zekere voorwaardelijkheid verborgen.  Een voorwaardelijkheid, die een fan volledig vreemd is.  Heel stilletjes zei ik dat het die avond mijn eerste keer zou zijn.  Mijn eerste keer dat ik Guido Belcanto live aan het werk zou zien.  Zij waren enthousiast.  Vlogen mij bijna om de hals.  Zij zeiden dat ik niet zou worden teleurgesteld.  Zij garandeerden mij een fantastische avond.
 
Gerustgesteld stapte ik naar de Roma.  Stapte ik de Roma binnen.  Ik zou niet nagewezen worden.  Ik zou niet uitgejouwd worden.  Uw fans zijn vredelievend.  Vergevingsgezind.  Dat mocht ik ervaren in de lift.  Ik koos mijn plekje.  Mijn stoel.  Ik kon niet wachten.  Ik wilde eindelijk dat zien wat ik al veel te lang had uitgesteld.
 
Vaak moet een mens zich aanpassen.  Moet hij zich een juiste houding weten aan te meten.  Dat probleem stelde zich nu niet.  Dat bleek niet nodig te zijn.  Wij vonden mekaar bijna meteen.  Geen bang aftasten.  Geen aarzelend zoeken.  Geen twijfelend vinden.  U stond nog maar net op het podium maar ik was bij de les.  Onmiddellijk zat ik in het verhaal.  In uw verhaal.  Eén avond lang nam u mij bij de hand.  Eén avond lang was u mijn gids.  Mijn gids doorheen uw wereld.  Met u ging ik langs bij Anna.  Met u wachtte ik bij de dokter.  Met u zwierf ik één nacht lang doorheen Rome.  Met u verlangde ik naar dat zeildoek op de botsauto’s.  Met u zocht ik naar die vele liefdes.  Verloren liefdes.  Nieuwe liefdes.  Hopeloze liefdes.  Met u verwonderde ik mij over de wereld.  Een droevige wereld.  Een gebroken wereld.  Een hoopvolle wereld.  Een verdwenen wereld.  Met u ontmoette ik mensen.  Mensen met dromen.  Mensen met verlangens.  Mensen met kwetsuren.
 
Al die verhalen hadden dat ene gemeenschappelijk.  Pure emotie.  Er mocht al eens gelachen worden.  Er mocht al eens gehuild worden.  Ik hing aan uw lippen.  Geen enkel woord wilde ik missen.  Dat deed ik niet.  Ik nam elk woord in mij op.  Dat luisteren bleef niet zonder gevolgen.  U drukte mij neer op mijn stoeltje.  Met de krop in de keel zat ik daar.  Al te zeer voelde ik mij verwant met de door u gecreëerde personages.  Ik wilde hen troosten.  Ik wilde hen toespreken.  Ik wilde hen zeggen dat het wel nog goed zou komen.  Uiteindelijk.  Ik wilde hen bemoedigend op de schouder kloppen.
 
Ik luisterde niet enkel naar u.  Ik keek ook naar u.  Ik zag niet enkel Guido Belcanto.  Ik zag Bruce Springsteen.  Nick Cave.  Ik zag Leonard Cohen.  Bob Dylan.  Ik zag niet enkel die helden.  Ik hoorde ook die helden.  In uw muziek hoorde ik hun echo’s.  Vaak evenaarde u hen.  Even vaak overtrof u hen.
 
Ik zag en hoorde The E Street Band.  Ik zag en hoorde The Bad Seeds.  Ik zag en hoorde de Broederschap, uw begeleidingsband.  Een begeleidingsband? Dat klinkt wat oneerbiedig.  Wat minnetjes.  Alsof zij enkel dat doen, begeleiden.  Zij doen veel meer.  Zij zijn de motor.  Uw motor.  Zij zijn de hartslag.  Uw hartslag.  Zij bepalen, samen met uw teksten, wanneer er uitzinnig moet gefeest worden.  Zij bepalen, samen met uw teksten, wanneer stilletjes moet geluisterd worden.  Zij laten de tranen lopen.  Zij laten de lach rollen.  Over die lach en traan zijn zij heer en meester.  De kleur van hun klank bepaalt de emotie.  Zij stuwen u voort.  U die vooraan staat.  Die ons begeestert.  Die ons bekoort.
 
Bij het begin van de avond ging ik op de knieën zitten.  Alsof u bijstand van hogere machten leek af te smeken.  Aan het eind van de avond moest ik op de knieën.  Om u te danken.  Voor een bijna unieke avond.  Eindelijk kan ik zeggen dat ik u live aan het werk zag.  Eindelijk kan ik zeggen dat ik u nog zal weerzien.  Bij een volgend concert.  Want dat staat vast.  Als een paal boven water.  Vrijdagavond kwam ik.  Vrijdagavond zag ik.  Maar niet ik overwon.  Dat deed u.  Met verve.  Op een niet te evenaren wijze.  Ik zag en hoorde de koning van het Vlaamse lied.  De keizer van het levenslied.  Ik zag en hoorde een artiest.  Een kunstenaar.
 
Beste Guido.  Ik wil u danken voor een onvergetelijke avond.  Vol passie.  Vol emotie.  Vol eerlijke warmte.  Vrijdagavond zal ik niet vergeten.  Die vrijdagavond zal ik mij blijvend herinneren als een muzikaal feest.  Als een heerlijke avond.  Van harte bedankt.
 
Met vriendelijke groeten.

Setlist:
Guide Belcanto – De Roma, Antwerpen.

Speellijst:
Guido Belcanto – Liefde & devotie.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten