donderdag 13 april 2017

Uitgelezen: Van Peel tot Evenaar, Antwerpen - Dakar per Vespa. Brief aan Michael Van Peel.

Beste Michael,
 
Reizen, dat is waar uw boek over gaat.  Ik dacht dat we dat gemeenschappelijk hadden.  Ik dacht verkeerd.  Ik dwaalde.  Ik ga op vakantie.  U reist.  Dat onderscheid maakt u duidelijk in uw boek.  Ik zou mij geschoffeerd kunnen voelen.  Toch ben ik dat niet.  Want ik kan u volgen in die opdeling.  Een vakantie is een vastomlijnd gebeuren.  De route is uitgestippeld.  De overnachtingen liggen vast.  Vele dingen zijn vóór het vertrek al doorgenomen en beslist.  Dat is anders bij reizen.  Bij reizen ligt enkel het doel vast.  Want dat moet je hebben.  Zonder doel geen reis.  Maar al de rest is vrij in te vullen.  Al de rest wordt bepaald door het moment zelf.  Door toevallige ontmoetingen.  Door omstandigheden, waarop je als reiziger vaak nauwelijks enige grip hebt.  Een grotere bewegingsvrijheid is wat de reiziger kenmerkt.  Niet als reiziger zal ik dus uw boek lezen.  Wel als vakantieganger.  Maar daarom zal ik niet minder genieten van uw boek.  Integendeel.
 
Er is nog iets wat het genot van het lezen verhoogt.  U biedt troost.  U reikt mij de hand.  Ik ben een dromer.  In mijn hoofd droom ik van grote reizen.  Wereldreizen.  Vele jaren ben ik onderweg.  In mijn hoofd waan ik mij een ontdekkingsreiziger.  Doch evenwel.  Al die projecten blijven in mijn hoofd.  Worden geen realiteit.  Het gezond verstand zegt mij hieraan niet toe te geven.  Soms durf ik wel eens te vloeken om die laffe houding.  Soms had ik wat meer lef gewenst.  Het lef om die projecten over te brengen naar de werkelijkheid.  Net zoals u.  U veroordeelt mij evenwel niet om dat getob.  Om dat constante getwijfel en uitstel.  Neen, u hebt begrip.  In uw boek zegt u dat alleen al het besef dat wat je tegenhoudt je eigen, vrije en bewuste keuze is, heel bevrijdend kan zijn.  Dat te mogen lezen van een avonturier vind ik bevrijdend.  Met een gerust gemoed kan ik uw boek lezen.  Zonder enig zelfbeklag.  U hebt mij gezuiverd.
 
Ik noem u een avonturier.  Dat bent u inderdaad.  Want net geen tienduizend kilometer op een Vespa durf ik best te omschrijven als een avontuur.  Op vijftig dagen doorheen Frankrijk, Spanje, Portugal, Marokko, Mauritanië en Senegal.  Van Antwerpen naar Dakar.  Indien ik dat aan mijn vader had voorgesteld als mijn volgende reis, hij had mij gek verklaard.  U ziet, u bent een avonturier.
 
Als lezer stap ik met u op de Vespa.  Fictief rij ik achterop mee met u.  Om die fictie kan ik mij verheugen.  Ooit reed ik op één dag Rhodos rond.  Eveneens op een Vespa.  Ik was geradbraakt.  Al mijn spieren waren stijf.  Ik voelde mijn rug niet meer.  Wat een geluk dat ik bij aankomst op het strand onmiddellijk een masseuse ter beschikking had.  Zij kon mij tot leven wekken.  Een verrijzenis? Ik heb het meegemaakt.  Nu hoef ik het niet echt te doen.  U doet het voor mij.  U schenkt mij die luxe.  Dat comfort.  Daarvoor ben ik u dankbaar.
 
U vertrekt.  Vijftig dagen lang zal u in het paradijs vertoeven.  Want dat hebt u kunnen vaststellen.  Proefondervindelijk.  Het paradijs is geen plaats.  Het is een moment.  Die vijftig dagen zullen uw moment zijn.  Op die reis ervaart u dingen.  Beleeft u dingen.  U observeert.  U reflecteert.
 
U ontdekt wat gastvrijheid is.  Gastvrijheid zonder grenzen.  Een discipline, die wij bijna verleerd hebben.  U leert te ontvangen.  Geleidelijk bouwt u het wantrouwen tegenover dat ontvangen af.  U realiseert zich dat altruïsme wel degelijk bestaat.  Tegelijk beseft u dat ‘ja’ kunnen zeggen op een uitnodiging het algemene welzijn kan verhogen.  Een uitnodiging kan zomaar een uitnodiging zijn.  Zonder dat u daarachter meer heeft te zoeken.  Een invitatie kan oprecht zijn.  Dat alles ontdekt u.
 
U ontdekt ritmes.  Ritmes, waarvan u zich niet bewust was.  U ervaart dat reizen eigenlijk neerkomt op het vertragen van het eigen ritme.  Reizen is loslaten.  Reizen is zich overleveren.  Zich durven overleveren.  Reizen is echte vrijheid.  We verlaten de chaos.  Het gekke circus van het dagelijkse leven.  Met al zijn plichtplegingen.  Met al zijn verplichtingen.  Met al zijn regeltjes.  Op reis moet niks.  Op reis kan alles.  Jawel, totale vrijheid.  Of toch bijna.  Want u moet ook nog beslissingen nemen.  Daarvan wordt u niet vrijgesteld.  Wat te eten? Wanneer te tanken? Waar overnachten? Al die vragen leggen een zekere druk op uw schouders.  Een zekere stress.  Maar het is anders.  Het is reisstress.  Dat weegt lichter.
 
U ontdekt het ritme van de stad.  Elke stad een ander ritme.  Daaraan moet u zich aanpassen.  Dat vraagt tijd.  Dat vraagt zoeken.  Rondkijken.  Aftasten.  Dat te zoeken ritme mag niet te traag zijn.  Want dan wordt men voorbij gehold.  Mag niet te snel zijn.  Want dan gaat men aan alles voorbij.  Dat te zoeken ritme moet juist zijn.  Dance to the beat, noemt u het.  Eenmaal dat is gelukt, kan men optimaal genieten van een stad.  
 
U herontdekt wat vergezichten zijn.  Dat kennen wij niet.  Altijd wordt ons uitzicht wel belemmerd.  Nooit kunnen wij uitkijken op.  Telkenmale botsen wij wel tegen een gevel op.  Op uw reis is het anders.  U geniet van datgene wat een vergezicht kan doen met een mens.  In confrontatie met adembenemende panorama’s ademt de mens die alomtegenwoordige stilte in.  De mens wordt stil.  Diezelfde confrontatie lijkt zijn denken te verruimen.  Lijkt bestaande gedachtenmuurtjes te slopen.  Het verlicht een mens.  Figuurlijk.  Niet letterlijk.
 
U ontdekt niet enkel.  U denkt na.  U confronteert.  U vergelijkt.  U overweegt.  In al die overpeinzingen lees ik aanzetten tot een theatershow.  Sommige van die gedachten worden heel eventjes aangeraakt.  Andere worden meer uitgewerkt.  Ik lees die aanzetten.  Over stempels.  Boetes.  Over war on drugs.  Antisemitisme.  Over grenzen.  Expats en economische vluchtelingen.  Over BHV.  Ongemakkelijke stiltes.  Om sommige lach ik stilletjes.  Om andere moet ik luidop lachen.  Bulderen van het lachen, zoals ook wel eens wordt gezegd.
 
Ik las uw boek.  U nam mij mee op reis.  Achterop de Vespa.  Ik doorstond wat u doorstond.  Bloedhete temperaturen.  Minitornado’s.  Full blown zandstormen.  Mijnenvelden.  Ik zag wat u zag.  Slavernij.  Corruptie.  Samen met u werd ik een rijker mens.  Alweer niet letterlijk.  Alweer figuurlijk.  Ik werd rijk aan ervaringen.  Gedeelde ervaringen.  Want bijna voelde het echt.  Bijna was ik de reiziger.  Niet de lezer.
 
Samen met u was ik onderweg.  Volgens u is dat de mooiste manier van zijn.  Dat kan ik enkel beamen.  Zelfs al ben ik een vakantieganger.  Geen reiziger.  Want ook op vakantie ben ik onderweg.  Want ook op vakantie tracht ik op reis te zijn.  Van Antwerpen naar Dakar? Ik hoef het niet meer te doen.  Ik heb het gedaan.  Of beter nog, u hebt het gedaan voor mij.  Ik heb er van genoten.  Bijna even intens als u moet gedaan hebben.
 
Beste Michael, u schonk mij een mooie reis.  U schonk mij een mooi boek.  U schonk mij een mooi verhaal.  Daarvoor wil ik u danken.  Daarvoor moet ik u danken.
 
Met vriendelijke groeten.

2 opmerkingen: