maandag 14 april 2014

Uitgelezen: Wij en ik. Brief aan Saskia De Coster.

Beste Saskia,
 
Lange tijd had ik gedacht dat wij geen vrienden konden zijn.  Vanwaar die gedachte? Ik weet het niet.  Alhoewel.  Ik durf het toe te schrijven aan mijn neiging tot het hebben van vooroordelen.  Ik dacht vrij te zijn van vooroordelen.  Wanneer ik dit evenwel luidop verkondig tegenover vrienden, lachen zij het weg.  Om er achteraf aan toe te voegen dat ik die wel degelijk heb.  Al te vaak en al te snel.  Dat is één van de weinige vervelende kantjes aan mijn persoon.  Het hebben van die vooroordelen meen ik te kunnen verklaren door mijn behoefte aan zelfbescherming.  Nood aan zelfbescherming, die dan weer gevoed wordt door een zekere mate aan onzekerheid.  Als ik alles zo op een rijtje zet, lijk ik een moeilijke jongen.  Maar dat ben ik niet.  Ik durf mij te typeren als een vrolijke gast.  Een gast, waarmee het fijn is te praten over de grote dingen en kleine dingen.  Niet enkel over koetjes en kalfjes.  De grote, politieke vraagstukken durf ik ook wel aan te snijden.
 
Zoals ik al zei, ook tegenover uw persoon was ik niet vrij te pleiten van vooroordelen.  U had een mening.  U had een overtuiging.  U ventileerde die onderbouwde meningen.  In kranten.  Op televisie.  U twijfelde niet.  Nooit.  U ging recht door zee.  Die houding maakte mij een beetje bang.  In uw houding kon ik nergens twijfel bespeuren.  U leek mij te zelfzeker.  Die zelfzekerheid ging ik dan verwarren met arrogantie.  U ziet, ik ben een meester in het leggen van verbanden.  Verbanden, ook al zijn zij gebaseerd op onterechte en foute veronderstellingen.
 
Ik had mijn vooroordelen.  Ik had u aan de kant gezet.  Maar dan kwam dat boek.  Wij en ik, geschreven door Saskia De Coster.  Alom bejubeld.  Erkend als een meesterwerk.  Vaak werd het vergeleken met Vrijheid van Jonathan Franzen.  Die vergelijking was heus geen klein bier.  Dit was niet zomaar een complimentje.  Dit was een zwaar statement.  Een statement, dat nogal wat verwachtingen creëerde.  Zelfs bij mij.  Jawel, ik heb misschien wel vooroordelen maar ongevoelig voor een goede argumentatie ben ik dan ook weer niet.  
 
Ik kocht het boek.  Om te lezen.  Dat is wat ik met een boek doe.  Een weekendje met de familie leek mij een mooie gelegenheid om dat lezen aan te vatten.  Voor u mij beticht van asociaal gedrag, geef ik u graag mee dat het lezen van een boek aanvaard wordt in onze familie.  Zonder enig probleem kon ik mij afzonderen zonder vragende blikken om verduidelijking en/of verantwoording te moeten trotseren.  Enkel in stilte kan ik lezen.  Weg van prikkels.  Weg van mogelijke afleiding.
 
Vaak heb ik die stilte opgezocht.  Niet omdat ik mijn familie wou ontvluchten.  Allen zijn mij dierbaar.  Eén voor één heb ik hen lief.  Daarin hoeft de reden voor mijn wegvluchten geenszins gezocht te worden.  Neen, het was uw boek.  Uw boek riep mij.  Op alle mogelijke momenten.  Uw boek en ik konden het goed vinden.  Wij werden de beste maatjes.
 
U drijft de spot met de hardwerkende Vlaming.  Dat is geen verwijt.  Zeer zeker niet.  Als ik om mij heen kijk, ontmoet ik heel regelmatig kopieën van Stefaan Vandersanden.  Ik herken uw held in velen.  Tot mijn grote spijt.  In uw boek vond ik een klankbord.  Uw boek echode mijn kijk op ons Vlaanderen.  Het Vlaanderen waarin velen menen dat wat wij zelf doen zo veel beter doen.  In uw boek lees ik niet enkel het persoonlijke drama, dat zich binnen de familie Vandersanden ontwikkelt.  In uw verhaal lees ik ook een politiek statement.  Het lijkt mij een totaalbeeld te geven van uw meningen en opinies.
 
Met het lezen van uw boek werden mijn bestaande vooroordelen tegenover uw persoon geslecht.  Ik kwam tot inzicht.  Ik draaide bij.  U ziet, ik ben niet hardleers.  Koppig durf ik mij niet te noemen.  Geen enkel probleem met het erkennen van fouten.  Van inschattingsfouten.  Inderdaad, u hebt een mening.  Maar dat schrikt mij niet meer af.  Integendeel.  Met aandacht zal ik u in de toekomst volgen.  Mijn angst viel weg.  In die mate zelfs dat ik u zou willen uitnodigen.  Om samen op café te gaan.  Om het glas te heffen op Stefaan Vandersanden.  Een drink, bedoeld als wake.
 
U schreef een boek.  Ik las een boek.  Elkeen heeft zo zijn taak.  In het vervullen van mijn taak vond ik meer dan grote voldoening.  Ik zeg het u daarom klaar en duidelijk.  U schreef een prachtig boek.
 
Met vriendelijke groeten.

Link:
Project 397: Saskia De Coster leest elke dag één pagina uit haar roman ‘Wij en ik’.


1 opmerking:

  1. Saskia De Coster15 april 2014 om 12:52

    Dag Wim,

    Enorm bedankt voor een stuk waar ik van opkijk. Het is behoorlijk uitzonderlijk, dat mensen zo eerlijk zijn en hun oorspronkelijk oordeel durven ombuigen.

    Respect! En dank!

    Saskia

    BeantwoordenVerwijderen