dinsdag 12 november 2013

Trixie Whitley. Gezien in de Vooruit.

Beste Trixie,

Wij hebben een voorgeschiedenis.  Begin jaren negentig kocht ik ‘Living with the law’ van Chris Whitley.  Dat bleek uw vader te zijn.  Dat wist ik op het moment van de aankoop niet.  Van u was nog geen sprake.  Toch niet op die wijze zoals nu over u wordt gesproken.  U zat nog in de pampers.  Heel misschien zong u toen brabbelliedjes.  Enkel in privésfeer.  Voor vader en moeder.  Niet voor het grote publiek.  
 
Ik was behoorlijk onder de indruk van dat schijfje.  Die ene single ‘Big Sky Country’ heb ik grijsgedraaid.  Die single deed mij dromen.  Dromen van reizen doorheen weidse, Amerikaanse landschappen.  Met een camper in het gezelschap van mijn grote liefde.  Die grote liefde ontbrak op dat moment.  Naar die grote liefde was ik toen nog op zoek.  Maar dat ene gebrek verhindert het dromen niet.  Integendeel zelfs.  Gebreken lijken het dromen te bevorderen.
 
In 1997 stond Chris Whitley op het podium op het Gentse Sint-Pietersplein.  In het kader van het Feest van de Vlaamse Gemeenschap.  Het was de muziek dat mij naar het plein bracht.  Mijn aanwezigheid betrof geen politiek statement.  Het Vlaamse streven laat mij koud.  Vlaamse zelfbeschikking vindt in mij geen medestander.  Ik stond daar voor uw vader.  Hem wou ik aan het werk zien.  Veel herinner ik mij niet van het concert.  Ik was jong.  Jonger dan nu.  Drank kon mij nog verleiden.  Die drank vertroebelt mijn herinneringen.  Wat ik wel nog weet, is dat u op het podium stond.  Om samen enkele liedjes te zingen met uw vader.  U was toen tien jaar.  U was de pampers ontgroeid.  Daar in Gent zag ik u een eerste maal.
 
Tijd ging voorbij.  Of neen, tijd vloog voorbij.  U werd groter.  Niet enkel lichamelijk.  Ook muzikaal werd u groter.  U bracht zelf een plaat uit.  Een uitstekende plaat.  U ging op tournee.  Dat hoort bij het muzikantenbestaan.  Plaatjes maken, plaatjes promoten.  Verschillende keren kwam u naar Gent.  Maar telkens lukte het mij niet.  Het leek wel alsof ik u niet mocht zien.  Want telkens u in Gent stond, had ik een andere sociale verplichting.  Ik had mij er bijna bij neergelegd.  Wij zouden elkaar niet treffen.
 
Of God al dan niet bestaat, daar kan over gediscussieerd worden.  Daar kan heftig over geredetwist worden.  Maar muzikale goden? Die bestaan.  Geen enkele twijfel.  Want vorige zondag kwam u naar de Gentse Vooruit.  Ik had een kaartje.  Eindelijk.  Zondagavond stond ik voor het podium.  Wat ik daar zag, heeft mij blij gemaakt.  Wat ik daar zag, heeft mij diep geraakt.  Dat zijn mijn woorden niet.  Raymond van het Groenewoud zong die woorden ooit.  Ik herhaal ze enkel.  Omdat zij van toepassing zijn op uw optreden.
 
Het concert stond als een huis.  Het klopte als een bus.  Uw stem.  De muzikanten.  De ambiance.  Uw dankbaarheid tegenover ons, uw publiek.  Het was heerlijk.  Het was fantastisch.  Kracht werd afgewisseld met tederheid.  Schreeuwende gitaren werden afgewisseld met fluisterende piano.  Oude nummers werden afgewisseld met nieuwe nummers.  Die nieuwe nummers waren nog niet af.  Zij moesten nog hun weg vinden.  Hun weg naar afgewerkte volmaaktheid.  Dat vertelde u.  Bijna als verontschuldiging.  Maar u mag gerust zijn.  Die nieuwe nummers overtuigen.  Die nieuwe nummers doen mij nu al verlangen naar uw nieuwe album.
 
Zondagavond zag ik u aan het werk.  Zondagavond zag ik u terug.  Na zestien jaar.  U bent nu een volwassen vrouw.  Het kindje is weg.  U bent nu een artieste.  Een artieste met beide voetjes op de grond.  Hautaine zweverigheid is u vreemd.  Die attitude maakt u zoveel volmaakter.  Zondagavond zag ik u aan het werk.  Ik ben overtuigd.  Van uw muzikaal professionalisme.  Van uw muzikale persoonlijkheid.
 
Ik wens u het allerbeste in een fijne, muzikale toekomst.

Met vriendelijke groeten.

Links:
Trixie Whitley - website.

Clip:
Chris Whitley - Big Sky Country.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten